Ruimtelijk Planbureau

Langetermijnvisie Randstad behoeft aandacht voor onzekerheden

Langetermijnvisie Randstad behoeft aandacht voor onzekerheden Bij het opstellen van een langetermijnvisie voor de Randstad dient het kabinet nadrukkelijk rekening te houden met onzekerheden over toekomstige ontwikkelingen. Bij de stedelijke opgaven (wonen, werken, infrastructuur) is deze onzekerheid veel groter dan bij opgaven op het terrein van natuur en water. Deze laatste, meer robuuste, opgaven zouden nu al kunnen worden aangevat, met 'no regret'-maatregelen die effect hebben op de lange termijn. In het geval van de stedelijke opgaven is het zaak een flexibele planning te maken, waarbij nu al ruimte wordt gereserveerd terwijl de maatregelen pas volgen op het moment dat een bepaalde ontwikkeling zich ook daadwerkelijk gaat voordoen.

Dat constateren het Ruimtelijk Planbureau, het Milieu- en Natuurplanbureau en het Centraal Planbureau in hun gezamenlijke publicatie 'Ex antetoets Startnotitie Randstad 2040', die vandaag wordt overhandigd aan minister Cramer van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM). De drie planbureaus hebben deze ex antetoets uitgevoerd op verzoek van de minister van VROM, mede namens de minister van Verkeer en Waterstaat (V&W) en de betrokken wethouders Norder (Den Haag) en Van Poelgeest (Amsterdam). Ter voorbereiding van een (integrale) langetermijnvisie op de Randstad heeft het kabinet de Startnotitie Randstad 2040 geschreven.

Houd rekening met gerelateerde beleidsterreinen

De planbureaus constateren tevens dat een langetermijnvisie voor de Randstad ook aandacht zou moeten besteden aan andere beleidsterreinen dan de ruimtelijke ordening. In de Startnotitie Randstad 2040 worden de opgaven voor de Randstad vooral gedefinieerd in termen van ruimtelijke ordening. Dit leidt niet alleen tot een overschatting van de mogelijkheden van de ruimtelijke ordening maar ook tot een onderschatting van beleid op gerelateerde terreinen. Zo ontbreken in de Startnotitie onder meer de woningmarkt, de arbeidsmarkt en het onderwijs, de agrarische sector (de greenports uitgezonderd) en de grote steden, in het bijzonder de onderwerpen migratie en integratie. Met name van beleid op het gebied van de woningmarkt en de arbeidsmarkt is een groot effect te verwachten op de welvaartsgroei en de ruimtelijke ontwikkeling van de Randstad.

Besteed aandacht aan regionale watersystemen

Met betrekking tot het thema 'klimaatbestendigheid' richt de Startnotitie zich vooral op de veiligheid tegen overstromen en het hoofdwatersysteem. Als de Randstadvisie voldoende wil anticiperen op de klimaatverandering, dan is ook aandacht nodig voor de aanpak van wateroverlast in het regionale watersysteem. Dat is goed te combineren met maatregelen tegen verdroging, toenemende zoute kwel en bodemdaling in veengebieden. Tevens vraagt de zoetwatervoorziening aandacht.

Nieuwe beleidsopgaven lange termijn ontbreken

In de Startnotitie Randstad 2040 worden relatief weinig nieuwe opgaven verkend die nu moeten worden opgepakt in relatie tot een langetermijnagenda voor de periode 2020-2040. Bij gebrek aan een verkenning van werkelijk nieuwe opgaven loopt een langetermijnvisie het risico vooral betrekking te hebben op het lopend beleid en op de middellange termijn. Dit lijkt ook in de Startnotitie het geval.

Ex antetoets Startnotitie Randstad 2040, Ries van der Wouden, Rienk Kuiper, Carel Eijgenraam, Den Haag/Bilthoven: RPB, MNP, CPB. ISBN 978 90 78645115

EINDE PERSBERICHT

Het Centraal Planbureau (CPB) maakt onafhankelijke economische analyses die wetenschappelijk verantwoord en up-to-date zijn en die relevant zijn voor de beleidsvorming in Nederland.

Het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) voorziet de Nederlandse regering van onafhankelijke evaluaties en verkenningen over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en de invloed daarvan op mens, plant en dier. Het Milieu- en Natuurplanbureau vormt hiermee een brug tussen wetenschap, beleid en politiek.
Het Ruimtelijk Planbureau (RPB) verkent systematisch ruimtelijke ontwikkelingen in het heden en in de toekomst, agendeert en signaleert nieuwe onderwerpen, schetst nieuwe beelden en ontwerpen. Het planbureau werkt voor kabinet, parlement, voor lagere overheden en verder voor iedereen die betrokken is bij de ruimtelijke ontwikkeling.

Binnenkort vormen RPB en MNP het Planbureau voor de Leefomgeving.