Minister Vogelaar: Achterstanden inburgering zeer zorgelijk
Gemeenten slagen er niet in de cursistenstroom voor inburgering voldoende op gang te krijgen. In de eerste helft van 2008 trekt het aantal cursisten wel iets aan, maar niet voldoende. Minister Vogelaar voor Wonen, Wijken en Integratie noemt de situatie zeer zorgelijk. In Nederland wonen naar schatting 500.000 mensen die de Nederlandse taal niet of onvoldoende spreken. De problemen bij de inburgering doen zich vooral voor in de vier grote steden, met name in Amsterdam. Door de achterstanden kampen aanbieders van taalcursussen met forse verliezen. Dat blijkt uit een brief van minister Vogelaar aan de Tweede Kamer.
Minister Vogelaar kondigt aan met de vier grote gemeenten vóór de zomer topoverleg te voeren om oplossingen te vinden voor de uitvoeringsproblemen. Voorafgaand werken de aanjaagteams van het ministerie samen met de vier grote steden aan voorstellen voor verbetering van de uitvoering.
Het grote aantal inburgeraars in deze gemeenten maakt volgens de minister een bijzondere aanpak noodzakelijk.
De minister wil tevens op korte termijn oplossingen vinden voor het probleem dat inburgeraars niet aan de cursussen kunnen deelnemen omdat er geen opvang is voor hun kinderen. Tenslotte zal de Wet inburgering nog op een aantal punten verder worden vereenvoudigd.
Door de achterstanden bij de uitvoering van de inburgering blijven leslokalen leeg. De aanbieders van taalcursussen hebben daardoor een verlies van rond de veertig miljoen euro. Dat blijkt uit cijfers die de aanbieders op verzoek hebben geleverd.
Eind mei voert minister Vogelaar samen met staatssecretaris Van Bijsterveldt van Onderwijs overleg met de gemeenten en de taalaanbieders over de vraag hoe met de gevolgen van de financiële problemen kan worden omgegaan.
Minister Vogelaar schrijft in de brief dat het nog de nodige tijd en inspanning zal vergen om de uitvoering volledig op orde te krijgen. Een volledig beeld van de instroom van cursisten is er op dit moment niet omdat gemeenten achterstanden hebben in de registratie. Uit gesprekken met de vijftig grootste gemeenten over de achterstanden blijkt dat:
* 5 gemeenten op koers liggen (Amstelveen, Gouda, Hoorn, Oss en Venlo)
* 14 gemeenten verwachten de achterstand in 2008 te hebben ingelopen
* 23 gemeenten hebben daar ook 2009 nog voor nodig te hebben om de achterstanden in te lopen
* 8 gemeenten (de vier grote steden, Almere, Alphen aan den Rijn, Roermond en Spijkenisse) lopen de achterstanden in 2009 mogelijk niet in.
Voor de invoering van de Wet inburgering hadden de gemeenten een te korte voorbereidingstijd. Nadat de wet op 28 november 2006 is aangenomen, is deze op 1 januari 2007 van kracht geworden. Gemeenten zijn in de eerste helft van het jaar vooral bezig geweest met de invoering en de organisatie van de inburgering. De wet bleek voor gemeenten moeilijk uitvoerbaar. De minister heeft daarop de wet met terugwerkende kracht vereenvoudigd. Zo kunnen gemeenten sinds 1 november 2007 zelf bepalen aan welke inburgeraar ze een inburgeringsaanbod doen. Ook is er een aanjaagteam om gemeenten te ondersteunen.
Noot voor redacties (