Ministerraad
Voetbalvandalisme en ernstige overlast harder aangepakt
Persbericht | 09-05-2008
Burgemeesters krijgen extra bevoegdheden om preventief in te grijpen
bij voetbalvandalisme en aanhoudende ernstige overlast. Ze kunnen
straks een gebiedsverbod opleggen, eventueel gecombineerd met een
meldingsplicht. Ook krijgen ze de mogelijkheid een groepsverbod op te
leggen: iemand mag zich dan niet zonder redelijk doel in een groep
(vier of meer mensen) buiten ophouden. De officier van justitie krijgt
soortgelijke bevoegdheden als het gaat om verdachten van een strafbaar
feit.
Met de extra bevoegdheden kunnen de burgemeesters en officieren van
justitie voetbalvandalen strenger aanpakken die stelselmatig bij
voetbalwedstrijden de orde verstoren. Verder kunnen zij sneller
ingrijpen als raddraaiers regelmatig buurtbewoners treiteren, zich
hinderlijk gedragen of de boel vernielen, maar ook als slachtoffers of
getuigen van strafbare feiten worden geïntimideerd.
Dit staat in het wetsvoorstel Maatregelen bestrijding
voetbalvandalisme en ernstige overlast waarmee de ministerraad op
voorstel van de ministers Ter Horst van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties en Hirsch Ballin van Justitie heeft ingestemd.
Wensen vanuit de Tweede Kamer op het gebied van voetbalvandalisme zijn
in het wetsvoorstel meegenomen. De maatregelen uit het wetsvoorstel
kunnen ook gebruikt worden bij het bestrijden van geweld tegen homo's
en bij radicaal dierenrechtenactivisme.
Burgemeesters krijgen de bevoegdheid een gebiedsverbod op te leggen
als iemand deel uitmaakt van een groep die herhaaldelijk de openbare
orde heeft verstoord. Overlastplegers of voetbalvandalen mogen dan
niet in een bepaalde straat of buurt komen. Het gebiedsverbod geldt
maximaal drie maanden, met de mogelijkheid tot verlenging tot maximaal
negen maanden. De burgemeester kan het gebiedsverbod combineren met
een meldingsplicht. Een iets minder vergaande mogelijkheid is het
opleggen van een groepsverbod: iemand mag zich dan niet zonder
redelijk doel in een groep (vier of meer mensen) buiten ophouden.
De officier van justitie kan een verdachte direct een
gedragsaanwijzing opleggen, bijvoorbeeld als het gaat om strafbare
feiten waardoor de openbare orde ernstig is verstoord en grote vrees
bestaat voor herhaling, zoals bij aanhoudende vernielingen of als er
sprake is van intimidatie van slachtoffers of getuigen. Het kan gaan
om een gebiedsverbod (evtueel met meldingsplicht), maar ook om een
contactverbod of het verplicht volgen van een therapie of behandeling
tegen agressie of verslaving. De gedragsaanwijzing loopt vooruit op de
strafrechtelijke afdoening door de rechter. De aanwijzing geldt voor
maximaal 90 dagen en kan maximaal twee keer worden verlengd. Op lokaal
niveau zullen de burgemeester en de officier van justitie afspreken
wie in welk geval optreedt.
Het wetsvoorstel wordt nu ingediend bij de Tweede Kamer, samen met het
advies van de Raad van State en de reactie van de regering daarop (het
'nader rapport'). Tegelijkertijd zal het wetsvoorstel over het
gedeeltelijk doorberekenen van politiekosten bij voetbalwedstrijden en
andere publieksevenementen worden ingetrokken.