Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over het artikel "Hoofdrol Cohen in
lesbriefrel"
26 april 2008
Vragen van het lid Brinkman (PVV) aan de ministers van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
over het artikel "Hoofdrol Cohen in lesbriefrel". (Ingezonden 7 april
2008)
1. vraag
Heeft u kennis genomen van het artikel "Hoofdrol Cohen in
lesbriefrel"? 1)
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Deelt u de mening dat het absoluut onwenselijk is dat een
PvdA-burgemeester zich persoonlijk bezig heeft gehouden met het
vervaardigen van een lesbrief die Geert Wilders in een kwaad daglicht
moest stellen bij Amsterdamse leerlingen? Zo ja, hoe gaat u in het
vervolg interventies van partijgebonden bestuurders bij onderwijszaken
voorkomen?
3. Vraag
Zijn er in het land nog meer partijgebonden bestuurders actief bij het
vervaardigen van lesbrieven of lesboeken, om zodoende te zorgen dat
leerlingen een subjectief beeld van de werkelijkheid voorgeschoteld
krijgen?
Antwoord op de vragen 2 en 3
De keuze om al of niet een lesbrief voor scholen te maken, behoort tot
de autonome bevoegdheid van het gemeentebestuur. Vervolgens is het aan
de scholen zelf om te beslissen of ze gebruik maken van dit materiaal.
Of het (laten) ontwikkelen van lesmateriaal opportuun is, is aan het
gemeentebestuur om te beoordelen, afhankelijk van de lokale situatie.
De regering heeft hier geen zeggenschap over. Dit brengt met zich dat
de verantwoording over de inhoud van de lesbrief, alsmede de wijze
waarop deze tot stand is gekomen, een lokale aangelegenheid is. Wij
zien geen reden hierin wijziging te brengen. Wel zijn wij van mening
dat gemeenten in algemene zin geen lesmateriaal moeten laten
vervaardigen waarvan de inhoud redelijkerwijs als politiek
controversieel kan worden beschouwd. Het verstrekken van lesmateriaal
zou in het teken van het geven van voorlichting moeten staan; voor het
uiten van partijpolitieke voorkeuren dient daarbij geen plaats te
zijn. Dit is in lijn met wat de minister van OCW op 13 februari jl. in
antwoord op de schriftelijke vragen van het lid Brinkman (kenmerk
2070810970) aan Uw Kamer berichtte. Nu dit niet tot de bevoegdheid van
de regering behoort, hebben wij geen zicht op de betrokkenheid van
bestuurders bij het (laten) vervaardigen van lesmateriaal voor
scholen.
Overigens herkent de burgemeester van Amsterdam zich niet in het beeld
zoals dat door voornoemd artikel wordt geschetst, zo heeft hij ook aan
de gemeenteraad laten weten.
4. Vraag
Deelt u de mening dat de burgemeester van Amsterdam een slechte
burgemeester is, en derhalve ontslagen dient te worden? Zo neen,
waarom niet?
4. Antwoord
Nee. Het oordeel over het functioneren van de burgemeester van
Amsterdam is primair aan de gemeenteraad van Amsterdam. Bezien vanuit
de verantwoordelijkheid van de minister van BZK zijn er geen feiten en
omstandigheden die aanleiding zouden geven tot ontslag van de
burgemeester van Amsterdam.
1) De Telegraaf
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties