Donna onder toezicht gesteld
Utrecht, 7 mei 2008 - De rechtbank Utrecht heeft woensdag bepaald dat
het 3-jarige Belgische meisje Donna onder toezicht wordt gesteld van
de Stichting Bureau Jeugdzorg Utrecht. In de procedure die de
biologische vader van Donna had gestart, heeft de Raad voor de
Kinderbescherming op verzoek van de rechtbank een onderzoek verricht
en eveneens een verzoek aan de rechtbank gericht. Op alle verzoeken is
nu beslist.
Donna verblijft sinds maart 2005 bij haar pleegmoeder en haar partner
in Nederland. Het meisje zou oorspronkelijk bij de biologische vader
en diens partner opgroeien, maar de verhouding met de draagmoeder
raakte (vóór de geboorte van Donna) verstoord. De draagmoeder en haar
partner hebben vervolgens afspraken gemaakt met de Nederlandse
pleegmoeder en haar partner om Donna bij hen te laten opgroeien.
De pleegmoeder wordt niet ontzet uit de tijdelijke voogdij, zoals de
biologische vader had verzocht. De rechtbank is van oordeel dat zo'n
verstrekkende maatregel niet aan de orde is, omdat de situatie in het
gezin niet zo zorgwekkend dat Donna daar niet kan blijven. De
uitspraak betekent dat het meisje vooralsnog bij haar pleegmoeder en
haar partner blijft wonen.
Ondertoezichtstelling
Wel wordt Donna onder toezicht gesteld. Ondertoezichtstelling is een
gezagsbeperkende maatregel. De pleegmoeder behoudt de tijdelijke
voogdij over Donna, maar dit wordt wel beperkt. Donna en de
pleegmoeder en haar partner krijgen begeleiding en hulpverlening,
ingezet door een gezinsvoogd van Bureau Jeugdzorg. De gezinsvoogd
houdt regelmatig contact met de pleegmoeder en haar partner en helpt
bij problemen. Bij belangrijke beslissingen over Donna moet de
gezinsvoogd door de pleegmoeder worden ingeschakeld en heeft de
gezinsvoogd een doorslaggevende stem. Ook kan de gezinsvoogd de
pleegmoeder en haar partner aanwijzingen geven die ze moeten opvolgen.
Ondertoezichtstelling achtte de rechtbank mede noodzakelijk omdat de
druk op het gezin vanwege de juridische procedures en de grote
media-aandacht zo groot is dat ,,geen enkel gezin die zonder hulp zou
aankunnen.'' Daarnaast heeft de rechtbank de indruk dat de pleegmoeder
en haar partner zich onvoldoende bewust zijn van de eisen die de
bijzondere ontstaansgeschiedenis van Donna aan hen als opvoeders
stelt. ,,Alle betrokkenen rondom Donna hebben een rol gespeeld in het
ontstaan van de huidige problemen; op hen allen, en op de opvoeders
van Donna in het bijzonder, rust dan ook de verantwoordelijkheid om op
een goede manier met die problemen om te gaan. Gedwongen hulpverlening
door een onafhankelijke instantie - die zelf geen rol speelt in de
strijd rondom Donna en daarom uitsluitend haar belang in het oog kan
houden - acht de rechtbank daarbij noodzakelijk.''
Kennismaking
De afwijzing van het verzoek van de biologische vader om (alsnog) een
omgangsregeling vast te stellen betekent volgens de rechtbank niet dat
Donna geen kennis zal kunnen maken met haar biologische vader. Een
kennismaking is volgens de rechtbank in beginsel in het belang van
Donna. De gezinsvoogd zou kunnen besluiten dat Donna enig contact
krijgt met haar biologische vader. De juridische strijd die over het
hoofd van Donna wordt gevoerd moet dan stoppen, stelde de rechtbank:
,,Voorwaarde is wel dat de biologische vader de bestaanswerkelijkheid
van Donna erkent, haar plaats in het pleeggezin en haar banden met
degenen die haar tot nu toe hebben opgevoed.''
Zie ook het dossier Baby Donna.
LJ Nummer
BD1068
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 7 mei 2008 Naar boven
Gerechtelijke organisatie