Beantwoording vragen van het lid De Roon over blokkering van hoger beroep
voor een Chinese mensenrechtenactivist
07-05-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid De Roon over blokkering van hoger beroep voor een
Chinese mensenrechtenactivist. Deze vragen werden ingezonden op 18
april 2008 met kenmerk 2070818400.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van het lid De Roon (PVV) over blokkering van hoger beroep voor
een Chinese mensenrechtenactivist.
Vraag 1
Kent u het bericht "China onthoudt activist Hu Jia hoger beroep" ? 1)
2)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Heeft deze mensenrechtenactivist geen hoger beroep tegen zijn celstraf
van 3,5 jaar kunnen instellen, omdat de autoriteiten geen advocaat tot
hem hebben toegelaten? Zo ja, deelt u de mening dat (wederom) de
mensenrechten door de Chinese autoriteiten met voeten zijn getreden?
Zo neen, waarom deelt u dat oordeel niet?
Antwoord
In het contact van de Nederlandse ambassade in Peking met het team van
advocaten van Hu Jia is bevestigd dat sinds diens veroordeling zijn
advocaat geen toegang heeft tot de heer Hu meer heeft gehad en
dientengevolge geen hoger beroep namens hem heeft kunnen instellen. De
heer Hu zou in theorie zonder tussenkomst van zijn advocaat hoger
beroep hebben kunnen aantekenen tegen het vonnis. Daarom is niet
bekend of de heer Hu dat hoger beroep al dan niet heeft aangetekend.
Ik acht het in strijd met de mensenrechten om een advocaat de toegang
tot zijn cli ënt te ontzeggen, aangezien dit de beginselen van een
eerlijk proces ondermijnt.
Vraag 3
Bent u bereid deze gang van zaken aan de orde te stellen bij de
Chinese ambassadeur? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
In gevallen waar het mensenrechtenverdedigers betreft zal het beoogde
effect groter zijn indien niet bilateraal, maar in EU-kader wordt
opgetreden. Dit is zeker het geval in de zaak van de heer Hu, omdat de
EU deze zaak meerdere malen bij de Chinese autoriteiten onder de
aandacht heeft gebracht en dat ook zal blijven doen. Desalniettemin
zal Nederland ook bilateraal deze zaak aan de orde stellen.
Vraag 4
Ziet u in deze zaak aanleiding om de schendingen van de vrijheid van
meningsuiting door de Chinese autoriteiten te bespreken met uw
Europese collega 's en te onderzoeken of een gezamenlijke veroordeling
kan worden uitgesproken? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
De EU heeft zich de afgelopen periode regelmatig kritisch uitgelaten
over de schendingen van de vrijheid van meningsuiting in China. In het
geval van de heer Hu heeft de EU enkele malen gedemarcheerd en op 17
maart jl. een kritische verklaring gepubliceerd. Zijn zaak en andere
zaken zullen vanzelfsprekend in EU-kader nauw worden gevolgd. De
vrijheid van meningsuiting en de zaak van de heer Hu zullen in ieder
geval tijdens de EU-China mensenrechtendialoog van 15 mei 2008 aan de
orde worden gesteld.
1) zie toegevoegde link
2) zie ook Aanhangsels Handelingen, vergaderjaar 2007-2008, nrs. 1983
en 2020
Meer informatie
* 1) link Externe link
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken