CDA
[LinkClick.aspx?link=Images%2fPolitici%2fEVP%2fMaria+Martens.jpg&t
abid=157&mid=1006] 07 mei 2008 - Persbericht -
Ontwikkelingslanden dupe van beperkte coördinatie van hulp westerse
donoren
'Ontwikkelingsgeld kan en moet beter worden besteed. Dat kan onder
andere door de coördinatie te verbeteren en de wildgroei aan
projecten en programma's aan banden te leggen.'
Dat zegt CDA-Europarlementariër Maria Martens
(ontwikkelingssamenwerking) naar aanleiding van het rapport over de
doeltreffendheid van ontwikkelingshulp dat is aangenomen in de
Commissie Ontwikkelingssamenwerking in het Europees Parlement.
Maria Martens: 'Veel landen zijn op zelfde terreinen actief, in een
zelfde land. Van onderlinge afstemming en coördinatie is nauwelijks
sprake. Dat is buitengewoon inefficiënt. Daarbij ontvangen
ontwikkelingslanden per jaar gemiddeld zo'n 350 bezoeken van westerse
donoren. Dat is ongeveer één bezoek per dag! Elk bezoek vraagt
intensieve voorbereiding en de bezoeken zelf houden ministers,
ambtenaren, donoren en hulpverleners af van hun eigenlijke werk. Dat
kan niet de bedoeling zijn.'
Bovendien worden ontwikkelingslanden opgezadeld met omslachtige
procedurele en bureaucratische verplichtingen.
'De Europese Unie is de grootste donor. We hebben dus een grote
verantwoordelijkheid. In diverse landen, ook in Nederland, gaan
stemmen op om ontwikkelingsgelden terug te brengen. Het enige antwoord
hierop is: transparant, efficiënt en resultaat gericht werken. De
Europese Unie kan op dat punt nog een flinke slag maken, vooral via
meer samenhangend beleid, aanvullende programma's en betere
coördinatie', aldus Maria Martens.
---