abcdefgh
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
6 mei 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
RWS/SDG/NW2008/437/63745 2070815410
Onderwerp
kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Wonen, Wijken en Integratie, de
antwoorden toekomen op de vragen van het lid Van der Ham over de bewegwijzering
naar het stadsdeel Bos en Lommer.
1. Bent u bekend met de problematiek inzake de bewegwijzering van de "krachtwijk"
Bos en Lommer waardoor verkeer naar dit stadsdeel, dat direct is gelegen aan de ring
A10 west, door toedoen van de geplaatste bewegwijzering, het centrale winkelgebied,
gelegen 150 meter naast de A10, slecht kan bereiken?
1. Ik ben bekend met de geplaatste bewegwijzering langs de ring A10 west naar het
Amsterdamse stadsdeel Bos en Lommer. Het is mij echter niet bekend dat door
toedoen van deze bewegwijzering het centrale winkelgebied slecht te bereiken zou
zijn.
2. Deelt u de mening dat deze problematiek het beleid inzake het komen tot
krachtwijken, waar het gaat om Bos en Lommer, ernstig kan belemmeren omdat nu
vanuit zuidelijke richting (S105) het verkeer circa 3 km wordt omgeleid om bij het
centrale winkelgebied te komen en bijvoorbeeld de parkeergarage voor 2/3 deel
onbenut blijft? Kunt u uw antwoord toelichten?
2. De bewegwijzering op de Ring A10 in de richting Bos en Lommer is niet gericht op de
bereikbaarheid van het winkelgebied maar op de bereikbaarheid van het stadsdeel als
Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 - 351 7895
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
RWS/SDG/NW2008/437/63745
geheel. Vanuit zuidelijke richting is het stadsdeel Bos en Lommer goed bereikbaar via
de afrit s103 en de stadsroute s103.
De nu bewegwijzerde route is ingegeven vanuit verkeerskundige- en
verkeersveiligheidsafwegingen. Deze route is in samenspraak met de gemeente
Amsterdam tot stand gekomen.
De huidige bewegwijzerde route via de afrit s103 naar het centrale winkelgebied is
inderdaad langer dan de directe route via de afrit s105. Deze directe route vergt
echter een oversteek van de Jan van Galenstraat. Dit nu reeds zwaar belaste kruispunt
kan niet veel extra verkeer verwerken. Het verleden heeft geleerd dat extra verkeer op
dit kruispunt tot gevolg heeft, dat het verkeer tot op de hoofdrijbaan van de A10 stil
komt te staan. Ook het overige verkeer op het kruispunt zal extra wachttijd ervaren
indien verkeer richting het stadsdeel Bos en Lommer via dit kruispunt moet worden
verwerkt. Door de extra wachttijd die dan ontstaat, zal de reistijd tijdens de spitsuren,
naar ik verwacht, net zo lang zijn als de reistijd die men nodig heeft via de S103.
Om bovenstaande redenen vind ik dat de wijze van bewegwijzering geen
belemmering betekent voor de ontwikkeling van het stadsdeel Bos en Lommer en ook
niet de oorzaak is van het gedeeltelijk onbenut blijven van de parkeergarage.
3. Deelt u de mening dat hierdoor het milieu onnodig wordt belast en schade wordt
toegebracht? Kunt u uw antwoord toelichten?
3. Nee, die mening deel ik niet. Door, naast het verkeer met bestemming het stadsdeel
De Baarsjes en het Food Center, ook het verkeer richting Bos en Lommer over de afrit
s105 en het kruispunt in de Jan van Galenstraat te leiden, zal de doorstroming op deze
afrit en de andere rijbanen voor het kruispunt flink verslechteren. Naar mijn mening
zou juist dat onnodig milieubelastend zijn.
4. Is de bewegwijzering in deze situatie gebaseerd op interne uitvoeringsregels of op
wet- en regelgeving? Indien de bewegwijzering gebaseerd is op interne
uitvoeringsregels; acht u dat terecht, in het licht van de negatieve effecten op
economie en milieu? Kunt u uw antwoord toelichten?
4. De bewegwijzering is in deze situatie niet alleen gebaseerd op interne
uitvoeringsregels (toetsing aan de Richtlijn Bewegwijzering) maar vooral op
verkeerskundige- en verkeersveiligheidsafwegingen.
---
RWS/SDG/NW2008/437/63745
5. Bent u bereid de gehanteerde regels voor bewegwijzering zo aan te passen c.q. hier
dispensatie voor te verlenen dat genoemde negatieve effecten op economie en milieu
tot een minimum worden beperkt c.q. worden verholpen? Zo ja, hoe kan dit op korte
termijn al vorm krijgen? Zo neen, waarom niet?
5. In dit geval zie ik, op grond van mijn antwoorden op vraag 2 en 3, geen reden om de
bewegwijzering aan te passen.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat