Antwoorden op de vragen van het Kamerlid Thieme (PvdD) over het uitblijven van maatregelen om mensen te beschermen tegen dierziekten
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
PG-K-U-2842691
29 april 2008
Hierbij, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit, de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Thieme
(PvdD) over het uitblijven van maatregelen om mensen te beschermen
tegen dierziekten (2070816180).
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Vraag 1
Kent u het bericht `Provincie neemt geen maatregelen om te voorkomen
dat veeziekten worden overgedragen op mensen'? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening van de provincie dat geen extra maatregelen nodig
zijn om te voorkomen dat veeziekten worden overgedragen op mensen? Zo
ja, waarom en hoe staat dit gebrek aan daadkracht tegenover de
constatering dat het verspreiden van dierziekten onder mensen steeds
vaker voorkomt? Zo neen, op welke wijze zult u er bij de provincie
Noord-Brabant op aandringen dat zij extra maatregelen neemt om
verspreiding tegen te gaan?
Vraag 3
Deelt u de mening dat de huidige richtlijnen van het ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport onvoldoende zijn om de risico's van
besmetting tegen te gaan, gezien de stijging van het aantal
besmettingen van mensen met dierziekten? Zo ja, op welke wijze en
binnen welke termijn gaat u de regels aanscherpen? Zo neen, waarom
niet en hoe verhoudt zich dit tot het voorzorgsprincipe?
Vraag 4
Bent u bereid artsen, personeel in de gezondheidszorg, veehouders en
burgers in Brabant en andere delen van Nederland waar vele mensen
besmet zijn geraakt met een dierziekte op een adequate en proactieve
wijze te informeren over de wijze waarop zij besmettingen kunnen
identificeren en behandelen? Zo ja, op welke wijze en binnen welke
termijn? Zo neen, waarom niet en hoe verhoudt zich dit van de noodzaak
van een actief preventiebeleid?
Antwoorden 2, 3 en 4
Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat dierziekten steeds
vaker worden overgedragen aan mensen. Voor verschillende zoönosen
(ziekten die van dier op mens over kunnen gaan) zullen de te nemen
maatregelen verschillen. Omdat u verwijst naar een bericht over
Q-koorts, informeren deze antwoorden u over de genomen acties naar
aanleiding van de uitbraak van Q-koorts onder mensen in 2007 in
Noord-Brabant.
Q-koorts
Voorkomen en bestrijden van Q-koorts bij dieren is lastig omdat de
bacterie die Q-koorts veroorzaakt lang in de omgeving kan overleven en
zo dieren kan blijven besmetten. Dieren kunnen bovendien geïnfecteerd
zijn zonder ziek te worden. Ook het voorkomen van infecties bij de
mens in niet eenvoudig. Mensen kunnen besmet raken door het inademen
van stofdeeltjes waarin de bacterie zit. De bacterie kan zich over
grote afstanden verspreiden.
De uitbraak van Q-koorts onder mensen in Noord-Brabant in 2007 is
aanleiding geweest voor onderzoek, inventarisatie van
hygiënemaatregelen, informatievoorziening aan zorgverleners en
verbeterde gegevensuitwisseling.
Onderzoek
Naast het reguliere bron- en contactonderzoek vonden in 2007 een
retrospectief pneumonieonderzoek, een onderzoek onder zwangeren, een
patiënt-controleonderzoek en een omgevingsonderzoek plaats. Aan de
veterinaire kant is in 2007 een inventarisatie gedaan naar de
risicofactoren op bedrijven waar de ziekte is geconstateerd. Hierbij
is ook gezocht naar mogelijke verbanden tussen deze bedrijven en de
gevallen bij de mens. In 2008 is een prevalentieonderzoek bij
herkauwers en een onderzoek naar risicofactoren bij melkschapen- en
geitenbedrijven gestart.
Uit onderzoek blijkt dat de verspreiding van de bacterie die Q-koorts
veroorzaakt heeft waarschijnlijk plaatsgevonden heeft via de lucht.
Daarnaast werd direct contact met mest, hooi en stro als risicofactor
gevonden. Via de media zijn de burgers op dit risico geattendeerd. Het
uitzonderlijke warme weer vorig voorjaar en de daarmee samenhangende
droogte hebben vermoedelijk bijgedragen aan de verspreiding.
Hygiënemaatregelen
Om meer inzicht te krijgen in welke maatregelen effectief zijn om
verspreiding naar de mens te voorkomen is en wordt in ons land
onderzoek gedaan naar de te nemen hygiënemaatregelen in de
veehouderij. De te nemen maatregelen zijn in 2007 gepubliceerd in het
Tijdschrift voor Diergeneeskunde. Een folder van de Gezondheidsdienst
voor Dieren (GD) over de hygiënemaatregelen is eind februari 2008
verspreid onder alle geiten- en schapenhouders in Noord-Brabant en
daarnaast zijn ook alle geiten- en schapenhouders in ons land via
vakbladen en verschillende internetsites geïnformeerd.
Informatievoorziening aan zorgverleners
Het Centrum voor Infectieziektebestrijding (CIb) heeft de kennis over
Q-koorts onder professionals vergroot door publicaties in medische
tijdschriften. Betrokken behandelaars in de regio Brabant hebben een
screenings- en behandelprotocol opgesteld dat - zodra geaccordeerd
door de beroepsgroepen - wordt verwerkt in de landelijke
behandelrichtlijn longontsteking (bedoeld om Q-koorts op te sporen bij
patiënten met een longontsteking) en de landelijke richtlijn voor
bestrijding.
Gevensuitwisseling
De uitbraak van Q-koorts onder mensen heeft aangetoond dat
gegevensuitwisseling tussen de veterinaire en de volksgezondheidsector
van groot belang is. Inmiddels zijn tussen GD en CIb hierover
werkafspraken gemaakt. Zo kunnen GGD-en en behandelaren in de
betreffende regio geïnformeerd worden om verhoogd alert te zijn op
Q-koorts bij de mens.
Het tegengaan van de risico's van besmetting van de mens gebeurt nu
door het beperken van de mogelijkheden tot overdracht middels het
toepassen van hygiënemaatregelen en door een goede
gegevensuitwisseling over met Q-koorts besmette bedrijven tussen de
veterinaire en de volksgezondheidssector. Wanneer onderzoek leidt tot
nieuwe inzichten, zullen maatregelen daaraan worden aangepast.
1) Omroep Brabant, 19 maart 2008