Ministerie van Buitenlandse Zaken
Beantwoording vragen van het lid Ferrier over de OESO-cijfers ontwikkelingshulp (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/brievenparlement,2008/04/Beantwoording-vragen-van-het-lid-Ferrier-over-de-O.html) 28-04-2008 |
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door het lid Ferrier over de OESO-cijfers ontwikkelingshulp. Deze vragen werden
ingezonden op 14 april 2008 met kenmerk 2070817580.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
Antwoorden van de heer Koenders, minister voor
Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het
lid Ferrier
(CDA) over de OESO-cijfers
ontwikkelingshulp.
Vraag 1
Kent u het bericht 'EU breekt belofte. Minder geld voor ontwikkelingshulp'
?1 (#ftn1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Wat was u reactie hierop in het licht van de bindende afspraken die de
EU-lidstaten hadden gemaakt om in snel tempo hun budget voor
ontwikkelingssamenwerking op te hogen tot de internationale norm van 0,7% van
het BNP? Deelt u de mening dat lidstaten door het niet nakomen van hun belofte
zich daarmee opstellen als een niet-betrouwbare overheid?
Antwoord
Het is bijzonder teleurstellend dat de EU-lidstaten in 2007 minder aan offici ë
le ontwikkelingssamenwerking hebben besteed dan het jaar ervoor: EUR 46,1
miljard (0,38% BNI EU-27) tegenover 47,7 miljard (0,41% BNI EU-27) in
20062 (#ftn2). De positieve trend van forse groei van de
totale EU-hulp van de voorafgaande jaren is hiermee doorbroken. Dat is een
slecht signaal in een jaar waarin we internationaal de Monterrey-afspraken
evalueren en tevens -- halverwege 2015-- de balans opmaken van de
verwezenlijking van de Millennium Ontwikkelings Doelen. Overigens zijn de
uitgaven van de EU in dollars uitgedrukt nog gestegen; aangezien veel hulp wordt
betaald in dollars heeft dit meer dan alleen een rekenkundige betekenis.
Of de concrete beloftes voor verhoging van de gezamenlijke EU-hulp tot 0,7%
BNI in 2015 daadwerkelijk zullen worden gebroken valt op dit moment niet vast te
stellen. Het in 2002 afgesproken tussendoel voor 2006 (0,39% BNI voor ODA van
EU-15) is gehaald. Ook in 2007 is dit percentage behaald, zij het met een zeer
kleine marge. Verder is tot nu toe ook de in de Europese Consensus inzake
ontwikkeling afgesproken doelstelling gerealiseerd om meer dan de helft van de
toename van de hulp in Sub-Sahara Afrika te besteden; inmiddels gaat ook meer
dan de helft van de totale EU-hulp naar dit continent.
Het is nu te vroeg om een oordeel te vellen over het behalen van het volgende
concrete tussendoel: 0,56% BNI in 2010 voor EU-27, waaronder minimaal 0,51% BNI
voor oude lidstaten en 0,17% BNI voor nieuwe lidstaten. Wel is duidelijk dat een
aantal lidstaten een veel sterker politiek commitment aan de dag moet gaan
leggen om de afgesproken niveaus voor 2010 en 2015 nog te halen en de
gezamenlijke beloftes niet te breken.
Vraag 3
Om welke reden(en) hebben individuele EU-lidstaten zich niet gehouden aan deze
afspraak? Wat betekent het voor het behalen van de millenniumdoelen en de
kwaliteit van de hulp dat de 27 EU-lidstaten 1,6 mld euro minder hebben besteed
aan ontwikkelingssamenwerking dan in 2006?
Antwoord
Het is voor de Nederlandse regering niet goed mogelijk om te treden in de
overwegingen van regeringen van andere lidstaten wat betreft hun budgettaire
prioriteiten. Bekend is dat een flink aantal lidstaten inmiddels concrete
plannen heeft ontwikkeld voor meerjarige verhoging van de hulp in het licht van
de EU-doelstellingen voor 2010 en 2015. Naast de nieuwe lidstaten Estland,
Roemenië, Slovenië en Cyprus, behoren het VK, Spanje, België en Finland tot deze
groep. Het VK koerst aan op het bereiken van de 0,7% BNI voor ODA in 2013; in
2007 viel de Britse hulp (door verminderde schuldkwijtschelding) sterk terug ten
opzichte van de piek in 2006, maar er is een solide meerjaren planning voor j
aarlijkse ophoging naar 0,56% in 2010. Spanje is bezig met een opmerkelijke en
gestage uitbreiding van de hulp (EUR 1,1 miljard erbij in 2007) en wil de 0,7%
doelstelling in 2012 bereiken. Frankrijk en Finland hadden aanvankelijk ook 2012
als doel, maar hebben dit onlangs losgelaten en noemen nu 2015 als streefdatum.
Naast Nederland, geven Zweden, Denemarken en Luxemburg meer dan 0,7% BNI aan
officiële hulp. De lidstaten die in 2007 (en ook de jaren ervoor) met uitgaven
onder 0,2% BNI het verst verwijderd zijn van de afspraken zijn Griekenland,
Italië en Portugal. Duitsland heeft in 2007 een forse toename gerealiseerd (met
EUR 0,7 miljard), maar moet nog een sterke uitbreiding op de begrotingen van de
komende jaren opnemen om van de huidige 0,37% BNI op de minimale 0,51% BNI in
2010 uit te komen. In enkele van deze landen zullen de uitgaven voor
ontwikkelingssamenwerking de snelst groeiende uitgavenpost moeten worden om de
doelstelling alsnog te halen, hetgeen politiek een zware taak zal zijn.
Voor het behalen van de millenniumdoelen is terugval van de EU-hulp slecht
nieuws. Als het bij deze eenmalige vermindering blijft is de schade nog te
overzien. Maar als dit een trend van stagnatie van de hulptoename inluidt dan
zal dit zeker effect hebben op de voortgang ten aanzien van de millenniumdoelen.
Vooral omdat toename van hulp van OESO-landen buiten de EU met nog grotere
onzekerheden is omgeven.
Vraag 4
Bent u bereid er bij uw Europese collega's er op aan te dringen zich te houden
aan de gemaakte afspraak en alsnog de toezegde middelen over te maken? Zo neen,
waarom niet? Wat gaat u doen als uw collega's de afspraken niet gaan nakomen?
Antwoord
Ja, ik vind dat van groot belang. Inmiddels heb ik in mijn interventie tijdens
de voorjaarsvergaderingen van de IMF en de Wereldbank aandacht gevraagd voor de
stagnerende ODA-prestaties. Tevens heb ik en marge van deze vergaderingen een
aantal collega's hierop aangesproken. Naar aanleiding van de M
onterrey-rapportage van de Europese Commissie zal dit onderwerp tijdens de
OS-RAZEB van 26-27 mei aanstaande hoog op de agenda staan. Nederland zal in dat
kader aandringen op inzichtelijke meerjarige planning per lidstaat van de
afgesproken groei van de ODA.
1 (http://www.minbuza.nl:80#): De Telegraaf, 4 april 2008
2 (http://www.minbuza.nl:80#): 'The Monterrey process on Financing for Development The European
Union's contribution to Doha and beyond, Annual progress report 2008', SEC(2008)
432/2, Brussel, 9 april 2008.
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken