Universiteit van Amsterdam

Gepubliceerd op 29 april 2008

Molecuul aan wateroppervlak trilt en buigt

Gepubliceerd op 29 april 2008

Een watermassa heeft aan zijn oppervlak een heel andere structuur dan tot nu toe altijd is gedacht. Dat laten onderzoekers van het FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica in Amsterdam, de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam zien door te kijken naar de frequenties van trillende watermoleculen aan het oppervlak. De resultaten zijn gepubliceerd in Physical Review Letters.

Ondanks het feit dat meer dan de helft van het aardoppervlak wordt gevormd door water, weten we weinig over de moleculaire structuur van het wateroppervlak. Water is een unieke vloeistof, die wordt gekenmerkt door de sterke wisselwerking tussen de watermoleculen - door zogenoemde waterstofbruggen. Het netwerk van waterstofbruggen dat aan het oppervlak onderbroken is, verleent dat wateroppervlak een aantal bijzondere eigenschappen. Een voorbeeld hiervan is de extreem hoge oppervlaktespanning, waardoor waterjuffers over water kunnen schaatsen.

Een bijzondere manier om de moleculen aan het wateroppervlak te onderzoeken is door met een speciale laser te `luisteren' naar de interne trillingen van de watermoleculen. Het watermolecuul bevat twee bindingen tussen het zuurstofatoom en de waterstofatomen. Die bindingen vormen kleine veertjes waardoor de atomen ten opzichte van elkaar kunnen trillen (zie figuur 1, links). De frequentie van deze zogenaamde strektrilling wordt bepaald door de sterkte van de veer die op zijn beurt weer afhangt van de wisselwerking met de omringende watermoleculen.

De frequentie (toon) geeft dus informatie over de omgeving van het watermolecuul. Een watermolecuul dat volledig omgeven is door andere moleculen (in de bulk) trilt met één frequentie. Aan het oppervlak zijn echter twee frequenties te horen. De ene frequentie lijkt op die van watermoleculen in vloeibaar water; de andere op die van watermoleculen in ijs. Daarom denkt men al decennia lang dat er aan het oppervlak twee soorten watermoleculen bestaan: watermoleculen en ijsachtige moleculen.
Figuur 1. De verschillende trillingen van water. Links de strektrilling, waarbij het molecuul zich uitrekt en weer samentrekt, rechts de buigtrilling.

Tweeklank

De onderzoekers hebben nu de oorsprong van de tonen van het wateroppervlak nader onderzocht met behulp van isotoopvervanging. Ze hebben één waterstofatoom in het watermolecuul (H2O) vervangen door een deuteriumatoom (een zwaardere versie van het waterstofatoom - H2O wordt daardoor HDO) en opnieuw geluisterd naar de tonen van watermoleculen aan het oppervlak. Als er werkelijk vloeibaar en ijsachtig water op het oppervlak zou bestaan, zou de `muziek' op het HDO-oppervlak hetzelfde moeten klinken als op een H2O-oppervlak: net als H2O-moleculen zouden de HDO-moleculen in ijs- en waterachtige omgevingen zitten, en die omgeving bepaalt de toon van de O-H-strektrilling van het HDO-molecuul. Echter, voor het HDO-oppervlak hoorden de onderzoekers niet twee tonen, maar slechts één toon.

De verklaring blijkt te zitten in de trillingen in de moleculen. Naast de strektrillingen bestaat er nog een trilling van het watermolecuul; daarbij buigt het (zie figuur 1, rechts). De koppeling van deze buigtrilling met de strektrillingen leidt tot twee nieuwe gemengde trillingen. De frequenties van deze trillingen verschillen zodat er twee tonen over het wateroppervlak klinken. Elk watermolecuul speelt een tweeklank. Voor HDO zijn de trillingen niet gekoppeld en klinkt er maar één enkele toon (zie figuur 2). Dat betekent dat de twee tonen op het H2O-oppervlak niet afkomstig zijn van vloeibaar en ijsachtig water, maar door elk H2O-molecuul afzonderlijk worden voortgebracht. Op moleculaire schaal is oppervlaktewater is dus een stuk eenvoudiger dan voorheen werd gedacht: de waterjuffer schaatst alleen op water, en niet op ijsachtige moleculen.
Figuur 2. Metingen van de frequentieverdeling van de strektrilling van water aan het grensvlak tussen water en lucht. Voor gewoon water (H2O) zijn duidelijk twee frequenties zichtbaar; voor HDO-water waarvan één van de waterstofatomen (H) vervangen is door deuterium (D) blijft slechts één frequentie over. Dit bewijst dat de twee frequenties voor H2O uit één molecuul komen.

Publicatiegegevens:

Maria Sovago, Kramer Campen, George Wurpel, Michiel Müller, Huib Bakker en Mischa Bonn: `The vibrational response of hydrogen-bonded interfacial water is dominated by intramolecular coupling', Physical Review Letters, 28 april 2008, vol. 100.
Bron: UvA Persvoorlichting/FOM