Gemeente Dirksland
Startbijeenkomst pilot Drank- en Horecawet
Woensdag 23 april jl. vond in het ISGO-gebouw in Middelharnis de
startbijeenkomst plaats van het pilotproject Drank- en Horecawet.
Naast de twee toezichthouders die zijn aangesteld om te controleren of
de Drank- en Horecawet wordt nageleefd, werd deze bijeenkomst
bijgewoond door de vier burgemeesters, een aantal wethouders, politie,
Horeca Nederland, stichting Moedige Moeders, Sportraad Middelharnis en
met de pilot belaste ambtenaren.
Pilot Drank- en horecawet (DHW)
Eind vorig jaar werd de regio Goeree-Overflakkee geselecteerd voor
deelname aan de pilot van het ministerie van VWS. Jongeren drinken de
laatste jaren meer en vaker dan tien jaar geleden. Bovendien beginnen
ze op steeds jongere leeftijd met drinken. Eén van de manieren om deze
problematiek aan te pakken, is een strenge controle van de
leeftijdsgrenzen. Nu controleert de Voedsel- en Waren Autoriteit het
toezicht op de Drank- en Horecawet (DHW), maar in het Bestuursakkoord
Rijk-VNG is afgesproken dat dit toezicht overgaat naar gemeenten. De
pilot is bedoeld om ervaring op te doen met het toezicht op lokaal
niveau. Daarnaast biedt het de regio kans om een stevige impuls te
geven aan het alcoholbeleid en het toezicht en naleving van de Drank-
en horecawet op een adequaat niveau te brengen en sluit het uitstekend
aan bij andere initiatieven en projecten op het gebied van alcohol- en
drugspreventie die al lopen op Goeree-Overflakkee (Geheim van Goeree,
Middelharnis Superfris).
Voor het project op Goeree-Overflakkee zijn twee toezichthouders
aangesteld welke worden bekostigd door een door de ministeries VWS en
BZK beschikbaar gestelde subsidie van 300.000,-. De toezichthouders
die per januari 2008 voor de duur van twee jaar zijn aangesteld zijn
opgeleid en beëdigd en gaan dus direct aan de slag. Zij gaan zowel
controle uitoefenen op het administratieve gedeelte van de DHW
(verlenen van vergunningen) als op de naleving van de overige
bepalingen, waaronder leeftijdsgrenzen bij horeca en het verkoopverbod
van sterke drank anders dan in een slijterij. De toezichthouders zijn
gemandateerd door de Voedsel- en Warenautoriteit maar presenteren
zichzelf als regionaal toezichthouder.
Discussie
Tijdens de bijeenkomst werd de aanwezigen een drietal stellingen
voorgelegd.
De eerste stelling luidde: Als overheid moet je geen vergunning meer
verstrekken voor schuurfeesten in verband met het overmatige
alcoholgebruik.
Deze stelling bracht een behoorlijke discussie op gang. Ongeveer de
helft van de aanwezigen was van mening dat schuurfeesten inderdaad
verboden zouden moeten worden. De tegenstanders waren van mening dat
schuurfeesten symbool staan voor excessen. Handhaving is niet
mogelijk. Een schuurfeest is totaal onbeheersbaar, evenals de effecten
nadat het feest is afgelopen. Als men een goed jeugdbeleid wil voeren,
dan kan een dergelijk evenement niet toegelaten worden.
De voorstanders vonden dit wat te makkelijk gezegd. Er is op
Goeree-Overflakkee weinig vermaak voor de jeugd. Zeker aan de oostkant
van het eiland. De jeugd verveelt zich en als er een keer wat
georganiseerd wordt, leeft men zich extreem uit.
De voorstanders waren van mening dat intensievere controle en
aangescherpte eisen aan het organiseren van een dergelijk feest, zoals
een zgn. voordrinktest, aangescherpt prijsbeleid e.d. bijdraagt aan
het helpen voorkomen van excessen. Men moet niet vergeten dat
schuurfeesten voor deze streek ook een bepaalde culturele en sociale
waarde hebben. De tegenstanders durfden dit te betwijfelen. Volgens
hen heeft het aanscherpen van de eisen in de vergunning niet tot
gevolg dat de randverschijnselen van een schuurfeest verdwijnen.
Waar zowel de voor- als de tegenstanders het mee eens waren, is dat
tijdens de schuurfeesten activiteiten ontplooid zouden moeten worden
om het bewustwordingsproces bij de jongeren over o.a. de gevolgen van
alcohol, te vergroten. Dit zou een onderdeel moeten zijn van een goed
ontwikkeld jeugdbeleid.
Met de tweede stelling: De gemeenten moeten een persoonlijke brief
sturen naar de ouders van een minderjarige die opgepakt is door de
politie wegens dronkenschap waren alle aanwezigen het eens. De vraag
of ouders in hetzelfde geval beboet moeten worden, riep wat meer
weerstand op. Wie bepaalt of het om ouders gaat die (bewust) geen
grenzen willen stellen of om ouders die door onwetendheidheid/
radeloosheid niet in staat zijn met dergelijke problemen om te gaan?
Geconcludeerd werd dat er meer gedaan moet worden aan voorlichting en
dat in voorkomende gevallen hulp aan de ouders geboden moet worden. De
gemeente en de politie kunnen een rol hierin spelen.
De derde en laatste stelling luidde: Er moet geen alcohol meer
geschonken worden in de zogenaamde paracommerciële horeca
(voetbalkantines, dorpshuizen). Deze stelling stuitte duidelijk op
verzet. Volgens alle aanwezigen gaat het te ver om een dergelijk
verbod in te voeren. Voor wat betreft de voetbalkantines stelt de KNVB
zelf regels vast. Er mag in de kantines pas vanaf een bepaald tijdstip
in de middag alcohol geschonken worden. Zowel de vertegenwoordiger van
de Sportraad als de gemeentebestuurders hebben nooit gehoord van
overtredingen van deze regels.
De aanwezigen waren zich wel bewust van het gevaar dat kantines
gebruikt gaan worden als cafés en langer open blijven dan eigenlijk
toegestaan is. Ook in het feit dat de prijs van alcohol in de kantines
wat lager ligt dan in de gewone horeca, kan een gevaar zijn. Goede
regels stellen in de vergunning en controle op de naleving van deze
regels door de toezichthouders moeten eventueel misbruik tegengaan.
Alcohol verbieden in de paracommerciële horeca biedt dus geen
oplossing. Er wordt veel meer gevoeld voor gerichte
gedragsbeïnvloeding op deze plaatsen door middel van voorlichting.
Conclusie
De avond werd afgesloten met de conclusie dat de alcoholproblematiek
alleen is aan te pakken door samen te werken en door elkaar op de
hoogte te houden. Door te communiceren! Voor het alcoholprobleem doen
we dan gewoon net of Goeree-Overflakkee één gemeente is!!
Alcoholproblematiek onder jongeren vergt een integrale aanpak door de
vier gemeenten waartoe zowel handhaving van regelgeving behoort, maar
ook ingezet dient te worden op preventie door middel van een goed
jeugdbeleid en het ontwikkelen van activiteiten.