NIOD
28.4.2008
Verschenen de bundel Gisèle en haar onderduikers, een samenwerking van Castrum Peregrini en NIOD
Op het NIOD is de de bundel Gisèle en haar onderduikers onder redactie van Michael Defuster (Castrum Peregrini) en Erik Somers (NIOD) gepresenteerd. In haar woning aan de Amsterdamse Herengracht liet de jonge kunstenares Gisèle van Waterschoot-van der Gracht jonge Duitse joden en enkele Nederlanders onderduiken. Het eerste exemplaar is aan Gisèle overhandigd.
In het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) was in 2007 de tentoonstelling Gisèle en haar onderduikers te zien. Niet eerder trok een tentoonstelling in het NIOD zoveel bezoekers. Naast originele kunstwerken van Gisèle was een portret van haar door Max Beckmann te zien, alsook geschriften van de onderduikers, clandestiene drukken, handgeschreven teksten van A. Roland Holst, foto's van de onderduiktijd en naoorlogse filmbeelden. Voor de tentoonstelling, die samen met Castrum Peregrini werd georganiseerd, werd voor het eerst materiaal uit het omvangrijke privé-archief van de kunstenares gebruikt.
Aan de tentoonstelling was een drukbezochte lezingencyclus verbonden. De lezingen belichtten een tot dan toe onbekend gebleven en unieke geschiedenis uit de Tweede Wereldoorlog, waarin de elementen beeldende kunst, literatuur, poëzie, vervolging en onderduiken bijeen kwamen.
Deze lezingen zijn nu gebundeld in het boekwerk Gisèle en haar onderduikers, dat voorzien is van vele illustraties. Ze geven een inzicht in de verhoudingen van de Amsterdamse, Bergense en Limburgse kunstwereld tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Over Gisèle van Waterschoot-van der Gracht
Tijdens de Tweede Wereldoorlog liet de schilderes en glazenierster Gisèle van Waterschoot van der Gracht, geboren 1912, in haar woning aan de Amsterdamse Herengracht, jonge Duitse joden en enkele Nederlanders onderduiken. Haar uitzonderlijke moed en persoonlijkheid en haar netwerk van kunstenaars en dichters vormden de voorwaarden hiervoor. Haar inspirerende invloed op de artistieke ontwikkeling van deze jongeren droeg bij aan hun mentale welzijn. Het schuiladres aan de Herengracht 401 werd als Castrum Peregrini aangeduid. Uit de onderduikgemeenschap is de uitgeverij Castrum Peregrini opgericht. Een van de meest succesvolle titels uit het fonds is het boek Untergetaucht unter Freunden. Amsterdam 1942-1945. Ein Bericht van Claus Victor Bock, één van de onderduikers. Kort voor zijn overlijden op 5 januari 2008 verscheen de Nederlandse uitgave van het boek, getiteld 'Zolang wij gedichten schrijven kan ons niets gebeuren'. Amsterdam 1942-1945.
Over het boek
Micahel Defuster en Erik Somers (red.), Gisèle en haar onderduikers, Amsterdam 2008, Castrum Peregrini Press. 126 blz. ISBN 978 90 6034 1209. Verkoopprijs ¤ 24,50.
Verkrijbaar bij de boekhandel of te bestellen bij de uitgever.
Voor informatie: Castrum Peregrini Press, Herengracht 401, 1017 BP Amsterdam, 020 6235287, mail@castrumperegrini.nl
Uit de inhoud:
Germanist Leo van Santen belicht in zijn bijdrage het leven van de kunstenares Gisèle in de oorlogsjaren en geeft de context van de onderduik aan. Van Santen heeft gelegenheid gehad het niet eerder geopende privé-archief van Gisèle door te nemen.
Onder de titel "Zolang wij gedichten schrijven kan ons niets gebeuren" gaat kunsthistoricus Bert Treffers in op beeldende kunst en poëzie als vormen van verzet en overlevingsstrategie in het onderduikerpand aan de Herengracht.
Kunsthistorica Beatrice van Bormann, conservator van de Max Beckman tentoonstelling in het Van Gogh Museum (2007), beschrijft Beckmanns vriendschap met Gisèle en haar kringen tijdens de bezetting.
Twee van Gisèle's onderduikers kwamen van de Quakerschool Eerde in Ommen, waar overigens ook Wolfgang Frommel regelmatig over de vloer kwam. Joke van Haverkorn van Rijsewijk schetst op basis van nieuw archiefmateriaal de school en haar bevolking in de jaren 1934-1943.
Met vele afbeeldingen