European Union



Brussel, 25 april 2008

Onderzoek naar e-gezondheidszorg in Europa: artsen moeten meer gebruik maken van ICT

De Europese Commissie heeft vandaag de resultaten bekendgemaakt van een pan-Europees onderzoek naar elektronische diensten in de gezondheidszorg (e-Health) waaruit bleek dat 87% van de Europese artsen (huisartsen) een computer gebruikt en dat 48% een breedbandverbinding had. Europese artsen slaan de gegevens van hun patiënten steeds meer elektronisch op en zenden deze gegevens, zoals uitslagen van labotatoriumtests, ook steeds meer elektronisch door. Door het gebruik van eHealth-applicaties, hebben artsen en medische diensten in Europa de gezondheidszorg in Europa reeds verbeterd, bijvoorbeeld door een meer efficiënte administratie en kortere wachttijden voor de patiënten. In het verslag wordt er ook op gewezen hoe artsen een beter gebruik kunnen maken van ICT om diensten aan te bieden zoals telemonitoring, elektronische voorschriften en grensoverschrijdende medische zorgen.

"Europa begint de vruchten te plukken van breedbandverbindingen in de elektronische gezondheidszorg. Ik ben blij met de inspanningen die medische diensten en artsen zich reeds hebben getroost om efficiënter te werken, aldus Viviane Reding, EU-Commissaris voor Informatiemaatschappij en Media. "Uit dit onderzoek is ook gebleken dat het nu de tijd is om een ruimer gebruik te maken van deze elektronische diensten, daar deze buitengewoon nuttig kunnen zijn voor alle patiënten, in heel Europa."

Volgens de studie 'Benchmarking ICT use among General Practitioners in Europe' die vandaag door de Commissie werd gepresenteerd, spelen e-Health-applicaties een steeds grotere rol in dokterspraktijken. Er zijn echter grote verschillen in Europa wat beschikbaarheid en gebruik betreft. Ongeveer 70% van de Europese artsen gebruikt het internet en 66% gebruikt computers wanneer zij door patiënten worden geraadpleegd. Er zijn echter grote verschillen tussen de landen: Deense artsen hebben het hoogste aantal breedbandverbindingen (91%) en Roemeense artsen het laagste aantal (ongeveer 5%).

In 80% van de huisartsenpraktijken worden de administratieve gegevens van de patiënten elektronisch bewaard. In 92% van deze praktijken worden medische gegevens over diagnoses en medicatie ook elektronisch opgeslagen. 35% slaan röntgenfoto's elektronisch op. Europese artsen zenden gegevens vaak elektronisch toe aan laboratoria (40%), maar minder naar andere gezondheidscentra (10%).

Uit het onderzoek blijkt dat de landen die vooraan staan wat toegang tot ICT en breedbandverbindingen betreft deze ook het meest gebruiken voor professionele doeleinden. Zo wordt er in Denemarken, waar het hogesnelheidsinternet in Europa het meest is verspreid, ook het meest gebruik gemaakt van e-mail tussen dokters en patiënten, namelijk in ongeveer 60% van de praktijken, terwijl het Europees gemiddelde slechts 4% is.

De studie wijst er ook op op welke gebieden het gebruik van ICT kan worden verbeterd en waar het meer kan worden ingezet, bijvoorbeeld voor elektronische voorschriften. Van deze mogelijkheid maakt slechts
6% van de EU-artsen gebruik. Slechts in drie lidstaten worden elektronische voorschriften veel gebruikt, namelijk in Denemarken (97%), Nederland (71%) en Zweden (81%).

Telemonitoring, met behulp waarvan dokters toezicht kunnen houden op een zieke patiënt of waarmee chronische ziekten op afstand kunnen worden gevolgd, wordt enkel gebruikt in Zweden (waar 9% van de artsen telemonitoring aanbiedt), Nederland en IJsland (in beide landen ongeveer 3%). De Commissie is voornemens later dit jaar verslag uit te brengen over het potentieel en de ontwikkeling van telegeneeskunde.

De uitwisseling van patiëntengegevens over de grenzen heen komt ook niet vaak voor: dit wordt namelijk slechts gedaan door 1% van de EU-huisartsen. In Nederland gebeurt dit nog het vaakst (door 5% van de artsen). De Commissie is van plan dit jaar aanbevelingen op te stellen over de grensoverschrijdende interoperabiliteit van elektronische systemen voor de opslag van medische gegevens. Zij zal met verschillende landen een project lanceren inzake elektronische grensoverschrijdende medische diensten voor patiënten die binnen de EU reizen.

De meeste Europese artsen zijn het ermee eens dat ICT de kwaliteit van hun zorgverlening verbetert. Artsen die geen ICT gebruiken, noemen een gebrek aan opleiding en technische steun als belangrijkste barrières. Om e-Health te verspreiden, vragen zij om meer ICT in de medische opleiding, meer training en beter elektronische netwerken tussen zorgverleners die klinische informatie wensen te delen.

Achtergrond:

In 2004 heeft de Europese Commissie een actieplan goedgekeurd voor de ontwikkeling van het gebruik van ICT in de gezondheidszorg (IP/04/580). Als resultaat hebben alle lidstaten strategieën opgesteld om de inzet van e-health te versnellen (www.ehealth-era.org). eHealth maakt deel uit van het leidende marktinitiatief voor innovatie dat de Commissie in 2008 heeft gelanceerd (IP/08/12).

Deze studie, waaraan in het derde kwartaal van 2007 bijna 7000 huisartsen hebben deelgenomen, houdt verband met deze beleidsinitiatieven. De resultaten zullen op de volgende Europese e-Health Conferentie op 6 en 7 mei in Slovenië worden gepresenteerd (http://www.ehealth2008.si/).