CDA vraagt om maatwerk bij uitvoering Streekplan Krimpenerwaard


DEN HAAG, 20080425 -- Tijdens de behandeling van de partiële herziening van het Streekplan Krimpenerwaard op woensdag 23 april heeft CDA Statenlid Theo Edel benadrukt dat de drie hoofdpunten uit het streekplan om maatwerk vragen. Zowel bij de uitvoering van de herbegrenzing van natuur en landbouw in het kader van het Veenweidepact, als bij de inpassing van het tracé Zuidelijke Randweg, als bij de heroverweging omtrent het bedrijventerrein Veerstalblok moet in de toekomst met een aantal zaken rekening worden gehouden.

Wat betreft de herbegrenzing van natuur en landbouw in het gebied, geeft de CDA Statenfractie aan dat zij vindt dat de uitgangspunten van het veenweidepact gerespecteerd moeten worden. De fractie is er evenwel geen voorstander van om een harde rechte lijn als overgang van landbouw naar natuur te hanteren. In plaats daarvan zou het CDA liever een meer gevarieerde overgang zien die bijvoorbeeld gerelateerd is aan de grens van de kleiafzettingen en die de mogelijkheid biedt om boeren deels natuurbeheerders te maken.

Als het gaat om de aanleg van het tracé Zuidelijke Randweg, is het volgens het CDA noodzakelijk dat de gedeputeerde samen met de gemeente Ouderkerk aan den IJssel probeert om een passende oplossing te vinden voor de bedrijven die plaats moeten maken voor de Zuidelijke Randweg. Zo zou er voor bedrijven die gericht zijn op klanten uit Ouderkerk aan den IJssel gezocht moeten worden naar een geschikte locatie binnen Ouderkerk aan den IJssel.

De noodzaak om snel te kunnen beginnen met de aanleg van de Zuidelijke Randweg speelt ook een rol bij de besluitvorming rondom het bedrijventerrein Veerstalblok. Gezien het feit dat de verplaatsing van verschillende bedrijven naar een bedrijventerrein op deze locatie een spoedige aanleg van de Zuidelijke Randweg in gevaar brengt, wil de CDA Statenfractie op dit moment de huidige bestemming in de vorm van een reservering voor het bedrijventerrein handhaven.

CDA Statenlid Theo Edel realiseert zich maar al te goed dat er destijds met het gesloten convenant tussen Ouderkerk en Gouda verwachtingen gewekt zijn. Op dit moment acht hij het echter noodzakelijk om eerst zorgvuldig te kijken of er voor de bedrijven andere mogelijke locaties zijn in het gebied. Mocht in de toekomst echter blijken dat er juist meer vraag zal zijn naar bedrijventerreinen, dan is voor het CDA de reservering nog altijd duidelijk van kracht. Voorop moet staan dat alle mogelijkheden worden uitgezocht en dat er op die manier maatwerk wordt geleverd dat recht doet zowel aan de huidige situatie als aan de ontwikkelingen in het gebied.





CDA Statenfractie Zuid-Holland