Natuurbeschermingswet 1998; Voordelta; E.ON Benelux
25 april 2008 - kamerstuk
Kamerbrief waarin minister Verburg vragen beantwoordt over handhaving
van een bouwstop voor de E.ON centrale op de Maasvlakte op grond van
de Natuurbeschermingswet 1998.
Meer informatie
* Natuurbeschermingswet 1998; Voordelta; E.ON Benelux
Geachte Voorzitter,
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van het lid Jansen (SP) over handhaving
van een bouwstop voor de E.ON-centrale op de Maasvlakte op grond van de
Natuurbeschermingswet 1998.
1
Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de Raad van State d.d. 28 februari 2008 in
zaaknr. 200801058/1 Greenpeace/provincie Zuid-Holland en zaaknr. 200801057/1
Greenpeace/provincie Zeeland alsmede de handhavingsbesluiten d.d. 10 maart 2008 van
de provincies Zuid-Holland en Zeeland naar aanleiding van genoemde uitspraak van de
Raad van State?
Ja.
2
Bent u op de hoogte van het feit dat E.ON in deze vergunningplichtig is in het kader van de
Natuurbeschermingswet 1998 en dat volgens de uitspraak van de Raad van State "deze
vergunningsplicht in dit geval ontstaat bij aanvang van de bouwvoorbereidende
werkzaamheden"? 1)
Ja.
3
Bent u op de hoogte van het feit dat E.ON de werkzaamheden per direct zelf stil heeft
gelegd, "althans voor zover dat uit veiligheids- en milieutechnische overwegingen
verantwoord is"? 2)
Ja.
4
Deelt u de mening dat de plaatsing van tijdelijke kantoorunits, de aanvoer van machines
en materiaal ten behoeve van boorpalen en het boren van 600 funderingspalen niet aan
deze overwegingen voldoet? Zo ja, bent u bereid om er met spoed bij genoemde provincies
op aan te dringen - dan wel een aanwijzing te geven - dat er, in afwachting van de afgifte
van een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet, handhaving plaatsvindt
tegen alle voorbereidende bouwwerkzaamheden, voor zover deze niet nodig zijn om
milieuschade en veiligheidsrisico's te voorkomen?
De provincies Zeeland en Zuid-Holland zijn verantwoordelijk voor de vergunningverlening
in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998, en dus voor een zorgvuldige gang van
zaken en belangenafweging in dit proces. Ik heb met beide provincies contact gehad over
deze zaak. De verstrekte informatie gaf mij geen aanleiding tot verdere acties, gezien het
feit dat er geen sprake was van het gedogen van activiteiten die schade zouden kunnen
toebrengen aan de natuurwaarden van enig beschermd natuurgebied.
Volledigheidshalve kan ik meedelen dat de Raad van State het verzoek van Greenpeace
om een voorlopige voorziening vanwege de afwijzing van een handhavingsverzoek door
de provincies op 8 april heeft afgewezen. Beide provincies hebben inmiddels een
vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 verleend voor bouw en gebruik
van een kolengestookte centrale door E.ON Benelux BV.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
1) Raad van State, 200801057/1, p3, 2.4
2) http://www.eonbenelux.
com/eonwww/publishing.nsf/Content/20080311+E.ON+BENELUX+legt+werkzaamheden+nie
uwe+centrale+stil+
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit