Federale regering Belgie
Dienstencheques
Aankoopprijs van de dienstencheques blijft per gebruiker beneden de 5
euro, fiscale voordelen worden verruimd en controle versterkt
De ministerraad keurde in tweede lezing een een ontwerp van koninklijk
besluit goed van minister van Werk Joëlle Milquet dat het koninklijk
besluit over de dienstencheques wijzigt (kb van 12 december 2001).
Het ontwerp kadert in de beslissingen van het budgettair conclaaf:
1. De aankoopprijs van dienstencheques wordt licht aangepast zodat de
uiteindelijke kostprijs voor de gebruikers minder dan 5 euro bedraagt.
* Vanaf 1 mei 2008 verhoogt de aankoopprijs van een dienstencheque
van 6,7 naar 7 euro. Dankzij die aanpassing wordt de tweede
indexaanpassing van het inkomen van de dienstenchequewerknemers
verzekerd.
Voor de gebruiker wordt de prijs, na de toepassing van de fiscale
aftrekbaarheid, 4,90 euro in plaats van 4,69 euro.
Bovendien zal dat voordeel voortaan gelijk zijn voor alle gebruikers.
Een wetsaanpassing die momenteel ter discussie in de Kamer voorligt in
het kader van de programmawet voorziet immers een belastingvoordeel
voor de personen met lage inkomens die geen belasting betalen.
2. Een betere controle van de dienstencheques
* Het ontwerp stelt eveneens een plafond in van 750 dienstencheques
per gebruiker per burgerlijk jaar. Om diegenen die absoluut nood
hebben aan hulp van buitenaf in hun dagelijkse leven niet te
bestraffen , voorziet het kb de mogelijkheid om een uitzondering
te vragen op die begrenzing tot 2000 dienstencheques per jaar.
Drie categorieën kunnen de aanvraag indienen:
* De personen die een handicap hebben, erkend door een Gewestelijk
of gemeenschapsfonds of de ouders van minderjarige kinderen die
door een dergelijk fonds als gehandicapt erkend zijn.
* Eenoudergezinnen met kinderen ten laste.
* Personen op leeftijd die een tegemoetkoming voor hulp aan ouderen
genieten.
Het ontwerp van kb voegt eveneens twee bijkomende
erkenningsvoorwaarden in die een betere controle van het systeem
moeten toelaten. Het kb wijzigt ondermeer de opschortingsprocedure en
het intrekken van de erkenningsvoorwaarden met termijn en de
onmiddellijke intrekking in bepaalde gevallen.