Rechtbank Maastricht


Vrijspraken in de zaak Pongs

Op 30 juli 2004 is de eigenaresse van een optiekzaak in Landgraaf in haar winkel van het leven beroofd. De twee mannen die verdacht werden dit levensdelict te hebben gepleegd, heeft de rechtbank vandaag hiervan vrijgesproken.

Voor de beoordeling van deze zaak zijn de verklaringen van de verdachten cruciaal geweest. Ander bewijs was namelijk niet voorhanden. Op de plaats delict is geen DNA of enig ander spoor van de verdachten gevonden. Beide verdachten zijn elf keer verhoord. Zij hebben elk verschillende versies gegeven van wat er volgens hen is gebeurd. Een verdachte heeft na meerdere verhoren verklaard dat hij het slachtoffer heeft gestoken. Maar ook heeft hij verklaard te twijfelen of hij niet een andere vrouw heeft gestoken en of dat niet op een andere plek was. De andere verdachte heeft aangegeven ooggetuige te zijn geweest van het steken van het slachtoffer. Uiteindelijk heeft hij zijn verklaringen ingetrokken en zich beroepen op zijn zwijgrecht.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de kwetsbare, zwakbegaafde verdachten op een beïnvloedende en sturende wijze zijn verhoord. Daarbij heeft de rechtbank zich mede gebaseerd op het rapport van verhoordeskundige Van der Sleen. Deze verhoortechnieken zijn naar het oordeel van de rechtbank echter niet onrechtmatig, nu niet gebleken is dat er welbewust misbruik is gemaakt van de kwetsbaarheid van de verdachten.

Voor de beoordeling van de bewijswaarde van de verklaringen heeft de rechtbank als uitgangspunt gehanteerd dat die verklaringen bruikbaar zijn voor het bewijs, mits de informatie die de verdachten verstrekken objectief toetsbaar is en in voldoende mate volledig is en accuraat. Daarbij is ook de ontstaansgeschiedenis van die informatie van belang. Juist vanwege het geringe aantal bewijsmiddelen en het feit dat de "technische bewijsmiddelen" niet wijzen naar de verdachten, is er alle aanleiding om zware eisen te stellen aan de betrouwbaarheid en de geloofwaardigheid van eventueel belastend bewijs.

De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van beide verdachten niet bruikbaar zijn voor het bewijs, omdat deze op cruciale punten onjuist en onvolledig zijn en objectief toetsen niet mogelijk is. Nu er verder geen andere bewijsmiddelen zijn, volgt voor beiden vrijspraak.

LJ Nummers

BD0565
BD0562

Bron: Rechtbank Maastricht Datum actualiteit: 25 april 2008 Naar boven