Gepubliceerd op 8 april 2008
Communisten gebruikten nationalisme voor legitimiteit
`Je kunt een land niet besturen met enkel geweld en terreur'
Sinds de Tweede Wereldoorlog probeerden communistische partijen
zichzelf neer te zetten als nationale partijen. Ze zetten het
nationalisme in om hun populariteit te bevorderen. `Dit geldt voor
vrijwel alle communistische partijen, ook bijvoorbeeld voor onze eigen
CPN. Gek genoeg is dit communistisch gebruik van nationalisme weinig
onderzocht.' Dat zegt UvA-historicus Martin Mevius. Hij doet onderzoek
naar de relatie tussen nationalisme en communisme in Oost-Europa om
meer inzicht te krijgen in het karakter van de communistische
dictaturen in Oost-Europa en hun ondergang in 1989.
Dr. Martin Mevius (foto: Dirk Gillissen)
Waarom maakten dictators met volledige controle over machtsmiddelen
als politie en leger zich druk om hun legitimiteit bij de bevolking?
En waarom faalden zij, ondanks hun monopolie op de massamedia? Dat
zijn de kernvragen uit het onderzoek van dr. Martin Mevius, historicus
bij de leerstoelgroep Oost-Europese geschiedenis en Oost-Europakunde
van de UvA. Na de val van de Berlijnse muur in 1989 kwam het
nationalisme ineens weer op in Oost-Europa. Of althans: dat is de
heersende gedachte. Het impliceert dat communisme en nationalisme
weinig met elkaar te maken hebben. Het communisme is immers, in
tegenstelling tot het nationalisme, internationalistisch. En
communisme gaat uit van materialisme: de economie dicteert alles,
terwijl het nationalisme juist uitgaat van cultuur en de etniciteit
van de geschiedenis. De communisten hebben altijd verkondigd dat ze
geen nationalisten waren maar `patriotten'. Omgekeerd beweerden de
nationalisten dat de communisten geen echte patriotten waren, maar
landverraders, joodse bolsjewieken en handlangers van Moskou. Beide
ideologieën hebben er veel aan gedaan om het beeld van tegenstelling
te creëren.
Mevius laat met zijn onderzoek zien dat de clichéopvattingen rond
communisme en nationalisme onjuist zijn. `De realiteit is dat de
communisten altijd heel erg hebben geprobeerd het nationalisme te
gebruiken om zichzelf te legitimeren. Daar gingen ze zelfs zo ver mee
dat het meer werd dan pure uitbuiting en het een serieus onderdeel
werd van hun eigen identiteit. Onder de noemer socialistisch
patriottisme, een combinatie van nationale en socialistische ideeën,
probeerden de communisten zich een identiteit aan te meten die
tegelijk nationaal en internationalistisch was.' Inspiratie voor het
onderzoek kwam uit een bezoek aan Oost-Europa als student. `Ik zag
daar al die nationalistische standbeelden. Die standbeelden stonden er
al heel lang en ik vroeg me af waarom de communisten, als ze zo
anti-nationalistisch waren, de standbeelden niet hadden weggehaald.'
De communistische partijen maakten op alle denkbare manieren gebruik
van het nationalisme: symbolisch en politiek. Ze zetten nationale
vlaggen en volksliederen in, en stimuleerden de verering van -
zorgvuldig uitgekozen - nationale helden. De vestiging van het
communistisch bewind presenteerden ze als de vervolmaking van de
nationale geschiedenis. In de praktijk bouwden ze een communistische
`nationale canon' van helden en gebeurtenissen op. Ze gaven politieke
thema's zoveel mogelijk een nationale, patriottische draai,
bijvoorbeeld in kwesties rond landhervorming na de Tweede Wereldoorlog
en de bestraffing van landverraders. `Het paradoxale aan het verhaal
is dat het begon als gecentraliseerd beleid vanuit de Comintern (de
Derde Internationale, de samenwerking van communistische partijen
onder aanvoering van de communistische partij van de Sovjet Unie)',
licht Mevius toe. `Moskou zei: communisten moeten leren nationale
symbolen te gaan gebruiken. Dat gebeurde vanaf de jaren dertig en
vooral vanaf de Duitse inval in de Sovjet Unie in 1941.' Dit ging
overigens niet alleen op voor de Oost-Europese communistische landen.
Mevius: `Alle communistische partijen, dus ook die in Cuba, China en
Noord-Korea, hebben geprobeerd zich nationaal in te kleden. Ook de CPN
presenteerde zichzelf als nationale verzetsbeweging tegen het
Amerikaanse imperialisme en zwaaide met de Nederlandse vlag.'
Onsuccesvolle zelflegitimatie
Waarom wilden de communisten nationalistisch zijn als ze eigenlijk een
internationalistische en materialistische ideologie hadden? Volgens
Mevius omdat ze op zoek waren naar echte steun van de bevolking.
`Ondanks alle machtsmiddelen had men legitimiteit nodig. Je kunt een
land niet besturen met enkel geweld en terreur. Je hebt ook iets
anders nodig en daar zijn ze heel bewust naar op zoek gegaan. Het
gebruik van nationalistische elementen was, om moderne termen te
gebruiken, een doelbewuste communicatiestrategie.' Uiteindelijk was
die tactiek in heel Oost-Europa onsuccesvol. `Mensen bleven de
communisten zien als de zetbazen van een vreemde overheerser', zegt
Mevius. `Dat ondanks het feit dat communisten niet alleen leger en
geheime politie beheersten, maar ook het onderwijs vanaf de
kleuterschool en alle massamedia: pers, radio en televisie. De
dictatuur was haar eigen grootste vijand. Het idee dat je iedereen
voor de gek kan houden als je alle media in handen hebt, klopt niet.
Er is eerder sprake van het tegendeel; het werkt tegen je. Als alle
informatie uit één bron komt, gelooft niemand er meer wat van. Dat zag
je ook in Hongarije: mensen geloofden eerder allerlei wilde geruchten,
dan nieuwsberichten van de overheid. Zelfs als die laatste klopten.'
Het is niet zo dat de nationalistische propaganda zonder effect bleef.
`Er ontstond een eigenaardig soort nationalisme van onderaf.
Partijleden gingen opscheppen dat Hongarije het wat socialistische
vooruitgang betrof veel beter deed dan de andere Oostbloklanden. Dat
was wel socialistisch en nationaal gedacht, maar niet zoals de
propaganda-afdeling van de partij dat had bedoeld.'
Cynisch machtsmiddel of integraal onderdeel
Mevius begon anderhalf jaar geleden aan zijn onderzoek, na toekenning
van een zogeheten Veni-subsidie van NWO. Hij gaat verder waar zijn in
2005 in Oxford afgeronde promotieonderzoek ophield en hij richt zich
daarbij in het bijzonder op Hongarije. Zijn vooronderstelling was dat
als de communisten het nationalisme doelbewust hebben gebruikt, dit
terug te vinden moet zijn in archieven. `De vraag is vaak of
nationalisme spontaan is, of gemanipuleerd. Als het spontaan is, vind
je dat moeilijk terug in documenten. Mensen handelen op de
automatische piloot. Maar als het gekunsteld is, dan moet mensen
erover nadenken, elkaar overtuigen. Dan hebben ze erover vergaderd en
er memo's en brieven over geschreven.' Onderzoek in de archieven van
de communistische partijen bevestigde Mevius' vermoedens. `Het
overtrof mijn wildste verwachtingen. Je hoefde maar een map open te
trekken of je zag dat communisten enorm bezig waren met hun nationale
imago.' Er waren veel documenten waarin stond dat partijen zich als
nationale partijen moesten presenteren en zelfs nationale gevoelens
van de bevolking moesten uitbuiten. `Dit was top down ingezet, de
order dat Europese partijen voortaan `nationaal' moesten zijn kwam
uiteindelijk vanuit het Kremlin.'
Toch werd gaandeweg duidelijk dat het onderwerp complexer was. Het
gebruik van het nationalisme bleek meer te zijn dan een tactiek of
slim middel, vertelt Mevius. `Als je dieper kijkt naar de verhouding
tussen communisme en nationalisme blijkt dat het nationalisme altijd
al deel uitmaakte van de communistische theorie en de communistische
praktijk. Ze zijn zeer sterk met elkaar verweven. Je ziet bij Marx en
Lenin al bepaalde uitspraken waar de communisten in de jaren dertig en
veertig op voort bouwden. Beleid in de Sovjet Unie in de jaren twintig
liep ook al voor op dat grootschalige Oost-Europese socialistisch
patriottisme. Dat laatste is een uitvinding van na de Tweede
Wereldoorlog, maar de antecedenten ervan zijn terug te vinden in de
hele communistische geschiedenis. Het is dus niet zomaar een foefje,
of een Stalinistische afwijking: nationalisme hoort bij het
communisme.'
Mevius' bevindingen zeggen iets over hoe een communistische dictatuur
werkt. `Ondanks alle macht en terreur zijn totalitaire dictaturen ook
zwak. Ze slagen er niet in hun wereldbeeld aan mensen op te dringen,
terwijl ze dat nu juist wel pretenderen. De communisten dachten een
nieuwe mens te creëren, maar dat liep uit op een totale mislukking.
Niet alleen in de maatschappij slaagden de communistische partijen er
niet in het eigen wereldbeeld op te dringen, zelfs binnen de partij
begreep men vaak niet waar de communistische ideologie over ging.'
Mevius noemt een voorbeeld: `In de archieven vond ik brieven aan de
partijleider waarin vragen werden gesteld over kerkelijke zaken. Zo
schreef iemand: "Mijn vrouw wil ons kind laten dopen in de kerk. Ben
ik wel een goede communist als ik dit toelaat?" In de jaren dertig
bestonden communistische partijen uit gestaalde kaders die revolutie
gingen maken. In de jaren vijftig in Oost-Europa waren het
massaorganisaties waar je lid van werd om een baantje te krijgen.' Dat
merkte je na de val van het communisme. `De communistische partijen
vormden zich om in linksige massabewegingen. De echte marxistische die
hards gingen door in splinterpartijtjes met enkele duizenden leden.'
De ondergang van de communistische regimes
Mevius wijt de val van het communisme niet in de eerste plaats aan
nationalisme, maar vooral aan haar economisch falen. `Dit was een
stelsel waar een banaan tot in de jaren tachtig nog een echte
traktatie was en waar je twee jaar moest wachten om een
telefoonaansluiting te krijgen. Hongarije was de "kleurrijkste barrak
in de kazerne", maar vooral omdat ze miljoenen van het Westen hadden
geleend. Schulden die Hongarije nu nog aan het terugbetalen is.'
Ondanks dat er nationale protestbewegingen waren zoals het Poolse
Solidariteit, begon de val van het communisme in de Sovjet Unie, zegt
Mevius. `Communistische macht was uiteindelijk gebaseerd op het Rode
Leger. Twee eerdere pogingen tot hervorming van het communisme
mislukten, die liepen uit op de opstand in Hongarije (1956) en de
Praagse Lente (1968) in Tsjechslowakije. Pas toen je met Gorbatsjov in
het centrum van het systeem een hervormer had, klapte de boel uit
elkaar.'
Workshop: specialisten treffen elkaar voor de eerste keer
Samen met internationale collega-onderzoekers organiseert Mevius op
vrijdag 25 en zaterdag 26 april een workshop over nationalisme en
communisme. Sinds 2005 is er relatief veel gepubliceerd over het
onderwerp, vooral over Oost-Europese landen. `Onderzoekers houden zich
geïsoleerd bezig met dit probleem, vaak zijn ze gericht op
verschillende landen. Toch stellen ze dezelfde vragen. Het mooie is:
er komen ook vergelijkbare conclusies uit.' In deze workshop komen ze
voor het eerst bijeen om hun kennis en onderzoeksresultaten uit te
wisselen. Zo'n twintig specialisten behandelen in een aantal panels
steeds twee of drie papers over bijna alle Oost-Europese landen,
gevolgd door een discussie. Mevius hoopt uiteindelijk te komen tot een
serie workshops en een gezamenlijke publicatie. `Veel onderzoekers
hebben de laatste jaren gepubliceerd over nationalisme en communisme.
Maar het is allemaal nogal versplinterd, De boodschap is in het
vakgebied nog niet aangekomen. Daardoor blijven clichés over de
plotselinge opkomst van het nationalisme en de onverenigbaarheid van
nationalisme en communisme bestaan.' Mevius is optimistisch. `Dit is
een populair onderwerp aan het worden. Ik hoop dat we een balletje aan
het rollen brengen. '
De workshop is beperkt toegankelijk en geschiedt bij inschrijving.
Belangstellenden kunnen contact opnemen met Martin Mevius, e-mail:
m.mevius@uva.nl.
Universiteit van Amsterdam