Ingezonden persbericht



---





Samenwerkingsconvenant directeuren mbo opleidingen horeca en Koninklijk Horeca Nederland

Woerden, 24 april 2008 - Gisteren hebben directeuren mbo opleidingen horeca en Koninklijk Horeca Nederland samen een convenant getekend waarin ze hun intentie tot verdergaande samenwerking bevestigen. Het convenant is een uitwerking van de ambitie om de aansluiting van het onderwijs op de vraag van de markt verder te verbeteren. De convenantpartijen hanteren hierbij het uitgangspunt dat het bedrijfsleven en scholen elkaar nodig hebben om tot goed beroepsonderwijs te komen. In het convenant staan afspraken over verbetering van communicatie tussen onderwijs en branche, het vernieuwen van lesprogramma's in samenwerking met het bedrijfsleven en het vergroten van de betrokkenheid van bedrijven bij het onderwijs. Ook wordt aandacht besteed aan mogelijke concurrentie door horecafaciliteiten bij scholen en hebben beide partijen zich uitgesproken tegen een verplichte (stage)vergoeding van leerbedrijven aan scholen.

In het convenant is het belang van een goede communicatie onderstreept. Deze communicatie moet zowel landelijk als lokaal en regionaal gestalte krijgen. Het verbeteren van de betrokkenheid van de horecabranche bij het onderwijs en van de communicatie tussen scholen en bedrijven leidt tot een verbeterde aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt. Landelijke kaderafspraken zorgen voor onderwijs dat voor het bedrijfsleven herkenbaar is. Daarnaast zorgt het convenant dat het bedrijfsleven zich betrokken opstelt richting het onderwijs. Deze kaderafspraken worden vervolgens regionaal verder uitgewerkt en aangevuld zodat er ruimte blijft voor regiospecifieke wensen.

Er ligt dus ook een stevige verantwoordelijkheid bij de regio. In klankbord- of adviesgroepen bespreken bedrijfsleven en ROC samen de organisatie en uitvoering van het beroepsonderwijs. De meeste scholen beschikken inmiddels over een dergelijke klankbordgroep waarin zowel ondernemers van leerbedrijven als leermeesters en onderwijsvertegenwoordigers zitten. Vaak zit hier ook een adviseur van Kenwerk bij. Onderwerpen die regionaal aan de orde komen zijn bijvoorbeeld de vernieuwing van lesprogramma's, de organisatie van gastlessen door het bedrijfsleven en docentenstages in leerbedrijven, de betrokkenheid van bedrijven bij beroepspromotie en -voorlichting in de eigen regio en knelpunten in het onderwijs.

Belangrijk aandachtspunt in het convenant is de stagevergoeding. Convenantpartijen spreken zich gezamenlijk uit tegen een verplichte vergoeding van leerbedrijven aan scholen. Scholen mogen wel een vrijwillige bijdrage vragen aan bedrijven, maar het niet betalen van een bijdrage heeft geen gevolgen voor de plaatsing van stagiairs. Tevens is afgesproken dat op regionaal niveau afspraken worden gemaakt over het voorkomen van, door bedrijfsleven als oneerlijk ervaren concurrentie van horecafaciliteiten bij scholen.

Het convenant wordt gezien als groeidocument, waarbij het aanhalen van banden tussen branche en onderwijs centraal staat. In het beroepsonderwijs werken bedrijven en scholen samen aan een groot aantal vernieuwingen dat tot kwaliteitsverbetering moeten leiden. Uit deze projecten zullen weer nieuwe kaderafspraken voortkomen die in het convenant worden opgenomen.

|                                                                          |
|Noot voor de redactie - 

Ingezonden persbericht