Gemeente Utrecht
2008 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
46 Vragen van mevrouw drs. S.A. Willemsen
(ingekomen 23 april 2008)
Leefbaar Utrecht heeft met verbazing en verontrusting kennisgenomen van de gemeentelijke pers- en wijkberichten en de berichtgeving in de media omtrent de aangetroffen asbestverontreiniging bij zowel werkzaamheden tot het verleggen van de Talmalaan als aan de Fortlaan.
Op de Talmalaan is de verontreiniging pas geconstateerd nadat de - zeer grootschalige - werkzaamheden waren aangevangen. Het is verontrustend dat klaarblijkelijk pas tot het treffen van milieumaatregelen is overgegaan, nadat de hele verontreinigde strook al was afgegraven. Vanwege het late ingrijpen is de asbest d.m.v. bijvoorbeeld verstuiving verspreid door de omgeving.
Aan de Fortlaan is de verontreiniging bij milieukundig onderzoek vooraf aangetroffen. Beide gevallen in onderling verband bezien doen vragen rijzen, zeker ook omdat de Talmalaan een locatie middenin een zeer dicht bevolkte woonwijk met veel passanten is, terwijl de Fortlaan dat niet is.
Overigens hebben in dezelfde strook grond vlak naast de weg aan de Talmalaan in januari ook al uitgebreid grondwerkzaamheden plaatsgevonden. Dit voor het graven van de (aanvankelijk geplande) ruim 20 injectieputten van het grondwater voor de sanering van het grondwater van de Van de Hoevenkliniek, terwijl toen ook geen enkele maatregel is genomen.
Hoewel voor de Talmalaan en omgeving een buurtbijeenkomst wordt georganiseerd waar vragen kunnen worden gesteld, vindt Leefbaar Utrecht de gebrekkigheid van de verstrekte informatie en de gang van zaken op voorhand aanleiding tot het stellen van vragen.
1. Hoe is het mogelijk dat er bij de Talmalaan niet (voldoende) bodemmonsters zijn genomen voordat de afgravingen zijn begonnen?
2. Is er in de in de berichtgeving genoemde bovenste 30 cm/de toplaag vooraf wel enig onderzoek gedaan? Zo nee, waarom niet?
3. Zo ja, hoeveel monsters zijn er genomen en hoe kan het dat hierbij de verontreiniging niet is gedetecteerd? Zijn de onderzoeken aan de Fortlaan en de Talmalaan door dezelfde bedrijven uitgevoerd?
4. Is (nu) voldoende in beeld hoe breed de strook is (geweest) waarin de verontreiniging is aangetroffen of is dit niet meer vast te stellen?
5. Nu voor zover bericht als enige maatregel is genomen het bedekken van de afgegraven grond, terwijl toch waarschijnlijk is dat ook (verdere) verspreiding/verstuiving in de omgeving heeft plaatsgevonden, acht het College dit voldoende?
6. Zo ja, houdt dit de garantie in dat er hierdoor geen gevaar meer bestaat voor de volksgezondheid?
7. Zo nee, wat is het College van plan nog aan verdere maatregelen te treffen?
8. Acht het college het niet waarschijnlijk dat in verband met de bovengenoemde eerdere grondwerkzaamheden aan de Talmalaan in januari, waarbij toen in het geheel geen maatregelen zijn getroffen, ook al verspreiding van asbesthoudend materiaal heeft plaatsgevonden omdat toen alle grond inclusief de toplaag over het terrein is verspreid?
9. Is het College van mening dat er (ernstig) gevaar voor de volksgezondheid heeft bestaan en - gelet op de openbaringsduur van asbestgerelateerde longziekten (o.a. mesothelioom) - nog bestaat?
10. Wat voor lering trekt het College uit de gang van zaken, niet alleen die van de afgelopen weken, maar ook die van januari? Omdat zeer voorspelbaar is dat asbestverontreiniging wordt aangetroffen in gebieden waar in de jaren na 1950 verhardingen zijn aangebracht of wegen zijn aangelegd met puinafval, overweegt het College niet tenminste een meldingsplicht in te voeren voor grondwerkzaamheden?
---- --