Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2070816840

Vragen van het lid Bosma (PVV) aan de staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Dijksma en mevrouw Van Bijsterveldt-Vliegenthart, over het bericht "Vmbo-er rekent op niveau basisschool". (Ingezonden 7 april 2008)


1
Heeft u kennisgenomen van het bericht "Vmbo-er rekent op niveau basisschool"? 1) Ja.


2
Deelt u de mening dat door het ontbreken van heldere eindtermen per leerjaar leerlingen in het basisonderwijs veel te gemakkelijk en zonder het gewenste niveau overgaan naar het volgende leerjaar en uiteindelijk de kans lopen om met een enorme leerachterstand de basisschool te verlaten? Zo ja, bent u bereid om heldere eindtermen per leerjaar in het basisonderwijs op te stellen en het onmogelijk te maken om kinderen die niet aan het gewenste niveau voldoen over te laten gaan?
Het kabinet komt binnenkort met haar beleidsreactie op het advies van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Rekenen en Taal (de commissie Meijerink). De Expertgroep adviseert referentieniveaus voor taal en rekenen in te voeren, onder andere met betrekking tot het einde van het basisonderwijs. In onze beleidsreactie zullen wij onze visie op en de maatregelen ten aanzien van deze referentieniveaus presenteren. Daarbij zullen we ook expliciet aandacht besteden aan de taal- en rekenzwakke leerlingen in het primair onderwijs.


3
Deelt u de mening dat kinderen die het gewenste niveau van de basisschool niet aankunnen niet op een reguliere basisschool moeten blijven zitten, maar naar het speciaal onderwijs moeten worden doorverwezen dat de kinderen een op maat gesneden opleiding kan geven? Zo ja, hoe verklaart u het dan dat er zoveel kinderen met enorme achterstanden, soms zelfs meer dan twee jaar, de basisschool verlaten en vervolgens vrij kansloos aan de laagste stroming binnen het vmbo beginnen?
Neen, ik deel die mening niet. Het speciaal onderwijs is geen oplossing voor leerlingen met alleen een leerachterstand op het gebied van taal en rekenen. In het kader van de kwaliteitsagenda primair onderwijs en het invoeringsplan passend onderwijs is er specifieke aandacht voor zwak presterende leerlingen. Via onder meer intensieve programma's voor voor- en vroegschoolse educatie willen wij taalachterstanden de komende jaren met tenminste 40% inlopen.

Buiten de groep leerlingen die een potentieel inhaalbare achterstand hebben is er een groep leerlingen met bijvoorbeeld een handicap of stoornis, die ook met extra inzet het fundamentele niveau niet kan halen. Ook voor hen blijft er, als de ouders daarvoor kiezen, ruimte op de basisschool met een passend onderwijsaanbod.

Voor zwakke leerlingen met een achterstand is het overigens mogelijk om in de vorm van leerwegondersteunend onderwijs extra aandacht te krijgen. Daarmee heeft ook de leerling die naar de basisberoepsgerichte leerweg in het vmbo gaat een goede kans om de eindstreep te halen.


4
Hoe verklaart u het dat de betere mavo-leerling bij spelling het laagste niveau voor het vmbo niet haalt en wat bent u voornemens te gaan doen om het niveau van de spelling op het vmbo te verbeteren?
Naar aanleiding van het Cito-onderzoek1, waarop het bericht is gebaseerd, wordt niet geconcludeerd dat `de' betere mavo-leerling bij spelling het laagste niveau voor het vmbo niet zou halen. Zes procent van de leerlingen in de gemengde of theoretische leerweg (gt-leerlingen) scoorde in het onderzoek op de Toets Rekenen en Spellen op het niveau van leerlingen die de Eindtoets maken en het advies basisberoepsgerichte leerweg krijgen. We willen deze bevinding niet bagatelliseren, maar het leidt tot een wezenlijk andere conclusie dan dat "de betere mavo-leerling het laagste niveau voor het vmbo niet haalt".


1 http://www.cito.nl/vo/rek_wisk/Cito_Landelijke_resultaten_RekenenSpellen.pdf

Leerlingen in het voortgezet onderwijs hebben de Toets Rekenen en Spellen gemaakt. De prestaties van leerlingen op de Toets Rekenen en Spellen zijn door Cito vergeleken met de prestaties van leerlingen aan het einde van het basisonderwijs op de zogeheten Eindtoets. Voor alle schooltypen is een vergelijkbaar patroon te zien. Binnen elke niveaugroep scoort een aanzienlijk aantal leerlingen lager dan verwacht zou mogen worden op grond van de leerweg of het schooltype waarin ze nu zitten. Tevens scoort een (vaak substantieel) aantal leerlingen juist hoger.

Op grond van de bevinding dat in elke VO-schoolsoort sprake is van een flink aantal leerlingen die een lagere score op een toets behaalt dan verwacht zou mogen worden, concluderen wij dat een flink deel van de leerlingen het niveau waarop ze aan het begin van het voortgezet onderwijs geacht worden te presteren niet `vanzelf' vasthouden. Kennelijk is er sprake van een onderhoudsprobleem: eenmaal verworven kennis en vaardigheden moeten onderhouden worden om te beklijven. Dit sterkt ons in onze overtuiging dat ook in het voortgezet onderwijs voldoende aandacht moet worden (blijven) besteed aan basisvaardigheden rekenen en taal. In de beleidsreactie op het eindrapport van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Rekenen en Taal zal uiteengezet worden welke maatregelen wij voornemens zijn te nemen.


1) "Vmbo-er rekent op niveau basisschool", De Telegraaf, 4 april 2008