Gemeente Tilburg
23-4-2008
Kunstklimaat Tilburg krijgt ruim voldoende
Onderzoek naar tevredenheid onder kunstenaars en betrokkenen
Het culturele productieklimaat in Tilburg krijgt als rapportcijfer een
ruim voldoende: een 6,8. Dit blijkt uit de zojuist verschenen
resultaten van het onderzoek Wat vindt ú van het kunstklimaat in
Tilburg? dat in opdracht van de gemeente eind 2007 is gehouden onder
kunstenaars en betrokkenen in alle kunstdisciplines in Tilburg.
Demissionair wethouder cultuur Hugo Backx: "Ik ben zeer tevreden met
deze voldoende. De culturele sector is een kritische groep, een 6,8 is
in dat licht een mooi cijfer. Met de in het rapport genoemde
aandachtspunten, zoals het atelieraanbod en de beschikbaarheid van
podia, is de gemeente ondertussen volop aan de slag."
Positief oordeel
Het is voor het eerst dat de gemeente kunstenaars en personen die nauw
betrokken zijn bij de Tilburgse kunstwereld naar hun mening vraagt.
Aanleiding voor het onderzoek is de cultuurnota KunstenMakers die
versterking van het productieklimaat als één van de meerjarige doelen
van het cultuurbeleid vermeldt.
Het onderzoeksrapport geeft op hoofdlijnen aan hoe kunstenaars en
betrokkenen het productieklimaat in Tilburg beleven. De respondenten
oordelen positief over het kunstklimaat in Tilburg in vergelijking tot
andere Brabantse steden (69%) en over de aanwezigheid van
kunstvakopleidingen voor het Tilburgse kunstklimaat (71%). Ook over de
bereikbaarheid van medewerkers en bestuurders van de gemeente op het
gebied van cultuur is men positief. Van de respondenten die de
cultuurnota KunstenMakers kennen (58%) vindt 60% dat de gemeente een
duidelijk cultuurbeleid voert. Verder vindt 45% van de respondenten
dat Tilburg zich voldoende profileert als cultuurstad. Het eindcijfer
6,8 is een gemiddelde dat samenhangt met de breedte van het onderzoek,
het type vragen en de diversiteit van de respondenten.
Aandachtspunten
Er zijn ook enkele aandachtspunten. Uit de meting blijkt dat vooral
beeldend kunstenaars, sterk vertegenwoordigd onder de respondenten,
aandacht vragen voor het atelieraanbod en de beschikbaarheid van
podia. De cultuurnota noemt drie maatregelen die hiermee rechtstreeks
verband houden: het opzetten van een Centrum voor Beeldende Kunst
(CBK); het broedplaatsen- en werkplaatsenbeleid en ondersteuning van
de Stichting Ateliers. Met ondersteuning van het atelierbeleid en het
broed- en werkplaatsenbeleid is de gemeente inmiddels volop aan de
slag. Met de opzet van een CBK is een begin gemaakt. Nadere uitwerking
gebeurt door de Cultuurmakelaar.
Het in dit persbericht genoemde besluit heeft het college deze week
genomen en wordt ter informatie naar de raad gestuurd.