Beantwoording vragen van de leden Weekers, Schinkelshoek en Blom over
aanbevelingen van de Beneluxraad
23-04-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Weekers, Schinkelshoek en Blom over
aanbevelingen van de Beneluxraad. Deze vragen werden ingezonden op 4
januari 2008 met kenmerk 2070807620.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op
vragen van de leden Weekers (VVD), Schinkelshoek (CDA) en Blom (PvdA)
over aanbevelingen van de Beneluxraad.
Vraag 1
Is het u bekend dat de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad de
volgende aanbevelingen1 heeft aangenomen, waarop nog geen antwoord is
ontvangen van het Comité van Ministers?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat een groot aantal aanbevelingen niet binnen
een adequate termijn door het Comité van Ministers van een antwoord is
voorzien?
Antwoord
Het Benelux Comité van Minister heeft 98 van de 113 aanbevelingen en
vragen beantwoord sinds 1997.
Vraag 3
Bestaan er afspraken waarbinnen het Comité van Ministers normaliter op
aanbevelingen reageert? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet? Wat vindt u
zelf een adequate termijn?
Antwoord
Er bestaan geen afspraken over de termijn waarin het Comité van
Ministers normaliter op aanbevelingen reageert. Noch in de
Overeenkomst tot instelling van een Raadgevende Interparlementaire
Beneluxraad (IPR), noch het verdrag tot instelling van de Benelux
Economisch Unie, noch het reglement van orde van de IRP bevat een
antwoordprocedure op de aanbevelingen.
Het lijkt daarom wenselijk dat de IPR in nauwe samenwerking met het
Secretariaat-Generaal, in deze optredend als secretariaat van het
Comité van Ministers, een procedurevoorstel uitwerkt. Dit voorstel
dient te passen binnen de kaders van het nieuwe Benelux-verdrag, dat
momenteel door de drie regeringen wordt uitonderhandeld. Daarnaast
dient het rekening te houden met het bijzondere karakter van
Benelux-aanbevelingen en de inspanning die het van de drie regeringen
vergt deze zorgvuldig te beantwoorden.
Vraag 4
Kunt u per aanbeveling zo concreet mogelijk aangeven waarom het
antwoord tot op heden is uitgebleven? Kunt u daarbij tevens per
aanbeveling aangeven of de moeilijkheden omtrent de antwoorden bij één
lidstaten liggen en zo ja, welke?
Antwoord
Onderstaande aanbevelingen zijn allemaal in behandeling.
De hierna aangehaalde aanbevelingen bevinden zich in de
voorbereidingsfase. Dit wil zeggen dat er al overleg tussen de drie
Benelux-landen is opgestart op niveau van experts en dat een
ontwerpantwoord in voorbereiding is. Zodra een akkoord bereikt wordt
over een gemeenschappelijk ontwerpantwoord zal dit worden voorgelegd
aan het Comité van Ministers, waarna een definitief antwoord kan
worden voorgelegd aan de IPR.
* Aanbeveling inzake de gezamenlijke acties tot verwijdering van
illegale vreemdelingen - doc. 759/1 van 14 december 2006
* Aanbeveling over de grensoverschrijdende samenwerking tussen
politie- en douane-diensten m.b.t. de aanpak van verdovende
middelen - doc. 700/7 van 24 juli 2007
* Aanbeveling betreffende de werking van het Verdrag inzake de
Benelux-politiesamenwerking - doc. 764/4 van 24 juli 2007
* Aanbeveling in verband met de aanpak van de drugssmokkel op de
luchthavens - doc. 758/3 van 7 december 2007
De hierna opgesomde aanbevelingen bevinden zich in de afstemmingsfase.
Dit wil zeggen dat de al ingeleverde bijdragen uit één of meerdere
landen bekend zijn, welke onderzocht worden door de overige landen.
Zodra alle bijdragen uit zowel Nederland, België als Luxemburg bekend
zijn, worden deze verwerkt tot een gemeenschappelijk ontwerpantwoord
welke ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het Comité van Ministers.
Nadien kan een definitief antwoord worden voorgelegd aan de IPR.
* Aanbeveling betreffende het grensoverschrijdende ambulancevervoer
- doc . 721/1 van 4 december 2004
* Aanbeveling tot herziening van het Verdrag van 31 maart 1965
betreffende de instelling en het statuut van een
Benelux-Gerechtshof - doc. 733/2 van 18 juni 2005 en van 7
december 2007
Als laatste worden een aantal aanbevelingen opgesomd welke in de
goedkeuringsprocedure zitten. Dit wil zeggen dat al een
gemeenschappelijk ontwerpantwoord werd voorbereid dat nog niet door
alle landen aanvaard werd. Zodra zowel België, Nederland als Luxemburg
hun goedkeuring gegeven hebben, kan een definitief antwoord worden
voorgelegd aan de IPR.
* Aanbeveling in verband met de inschrijving van voertuigen in het
buitenland - doc. 752/1 van 17 juni 2006
* Aanbeveling inzake de veiligheid op luchthavens - doc. 758/2 van
14 december 2006
Vraag 5
Bij welke aanbevelingen is Nederland de lidstaat die in verzuim is?
Hoe komt dat?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Bent u bereid te bevorderen dat Nederland in de toekomst altijd binnen
adequate termijn reageert op aanbevelingen van de raadgevende
Interparlementaire Beneluxraad zodat Nederland ook niets te verwijten
valt bij vertraging in antwoorden?
Antwoord
De drie landen trachten altijd om, in samenwerking met het
Secretariaat-Generaal van de Benelux, de aanbevelingen zo spoedig als
mogelijk van een antwoord te voorzien. De beantwoording kost
desalniettemin soms veel tijd. Dat is enerzijds het resultaat van de
betrokkenheid van drie landen, verschillende overheidsniveaus en
diverse ministeries en het daaruitvolgende ingewikkelde
afstemmingsproces. Anderzijds heb ik in het AO Benelux van 12 februari
uiteengezet dat de soms onduidelijke formulering en vage vraagstelling
van de aanbevelingen zich soms moeilijk leent tot beantwoording.
Daarenboven lijken de aanbevelingen soms vooral proefballonnen die
niet worden gesteund door de respectievelijke fracties in de
hoofdsteden. De bevordering van tijdige beantwoording van de
aanbevelingen zie ik derhalve ook een verantwoordelijkheid van de IPR
zelf.
1: Nog niet beantwoorde aanbevelingen per 31.12.2007:- 4.12.04
aanbeveling betreffende het grensoverschreindende ambulance vervoer,
721/1 - 4.12.04 aanbeveling betreffende de Westerschel;de, 723/1. -
18.06.05 Aanvebleving terh erziening van verdrag van Benelux
gerechtshof, 733/2 - 17.06.06 aanbeveling in verband met de
inschrijving van voertuigen in het buitenland, 752/1. - 14.12.06
aanbeveling inzake veiligheid op luchthavens, 758/2 - 14.12.06
aanbeveling inzake gezamenlijke acties tot verwijdering, 759/1 -
4.12.06 aanbeveling betreffende grensoverschrijdende samenwerking
inzake odnerwijs, 760/1 - 24.03.07 aanbeveling inzake een juridische
basis voor het Eurregionalal Politie Informatie en Cooperatie Centrum
in Heerlen, 764/1- 24.03.07 aanbeveling betreffende de invoering van
een wegenvignet, 765/1- 24.07.07 aanbeveling over de erkenning van
diploma's - 24.07.07 aanbeveling over de grensoverschrijdende
samenwerking tussen politie- en douanediensten mbt de aanpak van
verdovende middelen , 700/7- 27.07.07 aanbeveling betreffende de
werking van het Verdrag inzake de benelux politiesamenwerking.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken