Veiligheidsprogramma versterkt aanpak veelvoorkomende criminaliteit
Persconferentie COT
De gemeente Roermond kent forse criminele gelegenheidsstructuren die
verklaren waarom de geregistreerde veelvoorkomende criminaliteit hoog
uitvalt. De samenstelling van de bevolking in een aantal wijken, een
toenemend aantal bezoekers van Roermond, en een toename van
doorbrekende jonge autochtone en allochtone daders spelen daarbij een
rol. Dat is de conclusie van de vandaag verschenen studie
Veelvoorkomende criminaliteit in Roermond: Van Twistpunt naar
speerpunt!?, die is uitgevoerd door het COT Instituut voor
Veiligheids- en Crisismanagement.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Roermond. Het
stadsbestuur onderschrijft het COT-onderzoek. Ook in samenspraak met
de politie en het Openbaar Ministerie bestaat daar geen misverstand
over.
Een doelstelling is het aantal delicten met 20 procent omlaag te
brengen. Een andere belangrijke doelstelling is om het
veiligheidsgevoel onder tenminste 85 procent bewoners te bereiken.
Een aanbeveling van het COT is om een gezamenlijk veiligheidsprogramma
op te stellen. In het plan van aanpak is een flexibiliteit een
vereiste. Een plan van aanpak vraagt om draagvlak, ook bij de hogere
overheid als het gaat om de wettelijke kaders en de middelen. Het
proces staat niet stil: de winkel blijft open terwijl je aan het
verbouwen bent.
Prioriteiten die gemeente, Openbaar Ministerie en politie
onderschrijven zijn woninginbraken, het Veiligheidshuis en het project
Drang en Dwang.
Bij het terugdringen van woninginbraken zet de gemeente in op een
beveiligingsbedrijf voor extra toezicht in de wijken, op uitbreiding
en flexibele inzet Stadstoezicht bij toezicht in de avond en
nachtelijke uren, en op buurtpreventieprojecten (groen, inrichting en
activering burger). Verder wordt Roermond een 'Politie Keurmerk Veilig
Wonen'-gemeente voor nieuwbouw, renovatie en bestaande bouw. De
gemeente Roermond zet een communicatiemedewerker in om de interactie
met burgers over veiligheidsonderwerpen te bevorderen, de
bewustwording van burgers te vergroten en hen hiermee te activeren
zelf bij te dragen.
De gemeente heeft voor het Veiligheidshuis een interventiemanager
aangesteld ten behoeve van de intensivering van de persoongerichte
aanpak, met ingang van medio mei. De problemen op het gebied van veel
voorkomende criminaliteit blijken zo complex dat je die niet met één
gerichte maatregel kunt aanpakken. Een dief kun je straffen, maar dan
ben je er nog niet. Er zijn voorwaarden nodig om de kans op diefstal
terug te brengen. Ook aanhouding en strafmaatregel komen vervolgens in
beeld. Het is ook zaak zicht te hebben of te krijgen op
daderprofielen. Wie plegen die vergrijpen, en vanuit welke
achtergrond. Kunnen we vervolgens aan de voorkant (prepressie) en ook
aan de achterkant (repressie) dusdanig maatregelen nemen dat die een
gunstig effect hebben bij de aanpak van de problematiek.
Ten behoeve van verder verminderen van de overlast van drunkies wordt
de wenselijkheid en mogelijkheid voor een 24-uurs voorziening
onderzocht.
Roermond, een veilige stad, is uitgangspunt. Er is een gezamenlijke
verantwoordelijkheid voor de aanpak van veiligheidsproblemen. Ook de
burgers kunnen daar een wezenlijke bijdrage leveren, bijvoorbeeld aan
veilig wonen (Keurmerk Veilig Wonen) en deelname aan acties tegen
auto-inbraken en winkeldiefstallen.
Het COT-rapport geeft verschillende belangrijke aandachtspunten aan.
Het criminaliteitspatroon in Roermond is grillig. Gevoelsmatig is de
situatie in 2007 verslechterd vanwege de stijging van de aangiften van
woninginbraak (502 in 2007 tegenover 380 in 2006 en 461 in 2003). Toch
daalt het aantal aangiften dat in Roermond wordt gedaan van de vijf
onderzochte delicten (woninginbraak, auto-inbraak, straatroof,
bedreiging en mishandeling) in de onderzoeksperiode van 2003 tot en
met 2007: van 2.250 naar 1.900. Dit komt met name door de afname van
de auto-inbraak. Kortom: er zijn minder aangiften in 2007 dan in 2006
of 2003, maar daarmee valt bepaald niet zomaar te zeggen dat het
criminaliteitspatroon gunstig is. Sterker, de lokale criminele
gelegenheidsstructuren zijn fors.
De herstructurering sloop, nieuwbouw en renovatie die leiden tot een
absolute en relatieve toename van het aantal koopwoningen - heeft in
de drie wijken (Roermondse Veld, Donderberg en de Kemp) een
belangrijke basis gelegd om door middel van onder meer het
veiligheidsbeleid de criminele gelegenheidsstructuren in deze wijken
te verminderen. Sterker, de herstructurering doorbreekt de negatieve
homogenisering: steeds meer mensen in dezelfde slechte economische
positie. Het blijft belangrijk er oog voor te houden dat problemen
elders in de stad niet onderbelicht blijven.
Er zijn in Roermond zinvolle beleidsmatige, wijk- en persoonsgerichte
overlegvormen in het leven geroepen op het gebied van veiligheid. Het
zijn er in totaal 24. Dat is te veel van het goede: er heerst nu
overlegdrukte. Het is noodzakelijk om de overlegvormen te reduceren en
beter te organiseren. Het Veiligheidshuis Midden-Limburg kan onder
meer hierbij een belangrijke rol vervullen.
De gemeente Roermond krijgt bij het lokale veiligheidsbeleid te maken
met structurele en realistische schaarsteproblemen. Roermond is, met
circa 54.500 inwoners, te groot voor het servet en te klein voor het
tafellaken. Dit betekent dat de gemeente achter het net vist als ze
subsidies probeert te krijgen voor het lokale veiligheidsbeleid in het
kader van het Grote Steden Beleid.
Vanwege de toename van jonge daders in Roermond is het belangrijk om
doortastend op te treden zodra jongeren recidiveren en voor de tweede,
derde of vierde keer worden veroordeeld of aangehouden en dus
meerpleger zijn. Het is goed om preventie en repressie te combineren.
* Totaal rapport finaal onderzoek Roermond
Publicatiedatum: 23-4-2008 Bijgewerkt: 23-4-2008
Gemeente Roermond