Hof Arnhem veroordeelt Utrechter vanwege doodslag in Bunnik
Arnhem, 22 april 2008 - Vandaag heeft de meervoudige strafkamer van
het gerechtshof Amsterdam, zittinghoudende te Arnhem, een 38 jarige
man, A.J. B. te Utrecht, veroordeeld wegens doodslag. Verdachte werd
ervan verdacht op 5 november 2005 te Bunnik op het landgoed Oud
Amelisweerd een toenmalige thuisloze op brute wijze van het leven te
hebben beroofd. Verdachte heeft steeds ontkend zich schuldig te hebben
gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
Bij de rechtbank
In eerste aanleg heeft de officier van justitie gevorderd verdachte te
veroordelen wegens doodslag tot een gevangenisstraf voor de duur van
acht jaar en ter beschikkingstelling met dwangverpleging. De rechtbank
in Utrecht had verdachte bij vonnis van 7 mei 2007 veroordeeld wegens
doodslag tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaar. Tegen dit
vonnis hebben zowel de verdachte als het openbaar ministerie hoger
beroep ingesteld.
Het hoger beroep
De advocaat-generaal heeft gevorderd verdachte wegens moord te
veroordelen tot 10 jaar gevangenisstraf en terbeschikkingstelling met
dwangverpleging. Het gerechtshof heeft geoordeeld dat op grond van de
verklaringen van de ook ter zitting gehoorde getuigen het wettige en
overtuigende bewijs is geleverd van doodslag.
Voor het hof was een belangrijk punt dat uit verklaringen van getuigen
en uit afgeluisterde telefoongesprekken met een van hen blijkt dat
verdachte beschikte over daderinformatie met betrekking tot het
misdrijf. Dit op tijdstippen waarop deze informatie door de media
(publicaties in dagbladen en reportages in de tv-programma's Bureau
Hengeveld en Opsporing Verzocht) nog niet bekend was gemaakt. Een
deugdelijke verklaring daarvoor heeft verdachte niet gegeven.
Het hof komt tot een bewezenverklaring van doodslag, niet moord, omdat
over de omstandigheden waaronder het slachtoffer om het leven werd
gebracht te weinig bekend is. Het hof oordeelt verdachte strafbaar en
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren
met aftrek van de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van
deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De deskundigen van het Pieter Baan Centrum te Utrecht hebben
geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van een psychische stoornis.
Het hof heeft deze conclusie overgenomen en gelast dat verdachte ter
beschikking wordt gesteld met bevel dat de ter beschikking gestelde
van overheidswege zal worden verpleegd.
Gerechtelijke organisatie