Ingezonden persbericht


22-04-2008

PERSBERICHT PLAN11GROEP

GEMEENTERAAD ZAL VOOR ZAAILANDPROJECT STEMMEN
ZAAILAND-PLEIN KIND VAN DE REKENING

De plan11groep heeft weinig hoop op een goede afloop van de stemming over het Zaailandproject. Zo goed als zeker stemmen minimaal 17 PvdA-, VVD- en CDA-raadsleden van de 37 voor het project. Het CDA zal de doorslag geven.

De plan11groep vreest dat Leeuwarden na de realisatie van de door de ING-bank afgedwongen en door de bevolking verafschuwde winkelpassage het Zaailandplein definitief letterlijk en figuurlijk de rug toekeert.

Het hele plan draait om de bizarre gedachte dat zoveel mogelijk mensen een winkelfuik aan de noordkant van het plein moeten worden ingedreven teneinde met de huuropbrengst het peperdure museum te kunnen bekostigen.

Grote winnaars van het project zijn de ING-bank, wethouder Waanders en directeur Van 't Veen van het Fries museum en het kind van de rekening is de bevolking en het stadsplein dat voorgoed uitgestorven zal zijn, omgeven door kantoren en laad- en losingangen.

Na morgen is het Zaailandplein morsdood en het kost ook nog tientallen miljoenen.

(Gedetailleerde analyse bijgevoegd)

G.J. de Vries


06 - 28.100.770

OPINIE-ARTIKEL

Grisbert de Vries
lid van de plan11groep,
burgerinitiatief voor ruimtelijke ordening en infrastruktuur Nieuwe Kade 17
8911 JX Leeuwarden
06 28.100.770

HERINRICHTING LEEUWARDER WILHELMINAPLEIN

HISTORIE

Het Wilhelminaplein in Leeuwarden is een brede strook in het centrum van de stad tussen het station en het winkelgebied en ligt op de plek waar zich oorspronkelijk de oude zuidelijke stadsgracht bevond. Het plein wordt in de volksmond "Zaailand" genoemd naar de straat aan de zuidkant van het plein en naar het bouwland dat oorspronkelijk zuidelijk van de stadsgracht lag.
De zuidelijke stadsgracht werd gedempt nadat 100 meter zuidelijker een nieuwe stadsgracht was gegraven en het tussen de grachten gelegen "zaailand" was bebouwd. Over de bestemming van de strook grond op de gedempte gracht is sinds de demping al discussie. Het uit de kluiten gewassen stadsplein is vooral geschikt voor de grote vrijdagsmarkt, de kermis en andere evenementen maar maakt de overige tijd een verlaten indruk.

LEGAAT ARCHITECT BONNEMA

De Friese architect Bonnema legateerde enige jaren geleden 18 miljoen euro aan de gemeente Leeuwarden. Alhoewel de exacte voorwaarden niet openbaar werden gemaakt, werd duidelijk dat een museum moest worden gebouwd op of aan het Wilhelminaplein onder architectuur van Bonnema's collega Henket. Het gemeentebestuur was vastberaden om het legaat te besteden. Maar de geraamde bouwsom van Henkets ontwerp van glas en staal bovenop het oostelijke deel van het plein, bedroegen een veelvoud van het legaat.

ING-BANK

De ING-bank wilde graag helpen om de exploitatie van het nieuwe museum rond te krijgen op voorwaarde dat zij het noordelijke deel van het plein mocht kopen waar het plein wordt begrensd door een rij winkels. De bank wilde tegenover deze winkels, bovenop het plein, nog een rij winkels bouwen zodat een winkelpassage ontstond die met de rug naar het plein was gekeerd. Deze keuze leek niet bedoeld om het plein aantrekkelijker te maken want in dat geval zou het meer voor de hand hebben gelegen om aan de zuidkant een rij winkels te bouwen die het plein smaller en levendiger maakte. De keuze van de ING om een winkelpassage te bouwen aan de noordkant van het plein leek vooral ingegeven door de behoefte aan een maximaal rendement en daardoor een maximale huuropbrengst per vierkante meter.

STIMULANS VOOR DE ECONOMIE ?
De winkelpassage werd naar de gemeenteraad en de bevolking toe verantwoord met een voorspeld gunstig effect op de stedelijke economie. Dat effect was gebaseerd op een verwachte groei van de werkgelegenheid door een publiek door het nieuwe museum en de winkelpassage waardoor extra werkgelegenheid zou ontstaan maar niemand kan garanderen dat deze optimistische berekeningen niet op wishfull thinking berustten. Opmerkelijk was dat de bank, nadat het contract met de gemeente was getekend, haar belang doorverkocht wat in het algemeen de schijn oproept van ontbrekend vertrouwen in het project en ook niet getuigt van een grote binding van de bank met het project en de stad. Het plein werd aldus het kind van de rekening.

REFERENDUM

Er werd een referendum gehouden waarbij niet gekozen kon worden tussen alternatieven maar alleen ja of nee kon worden gestemd. Een ruime meerderheid (62%) stemde tegen maar deze meerderheid haalde in absolute aantallen net niet de kiesdrempel. Het referendum was omstreden en werd achteraf geëvalueerd door de universiteit van Twente. De vraagstelling werd als manipulatief beoordeeld omdat een extra keuze werd gegund met of zonder lange pleinwand, terwijl deze keuze helemaal niet bestond en ook niet bindend was. Wannneer de keuze beperkt was gebleven tussen ja en nee, zou mogelijk wel een bindende meerderheid tegen hebben gestemd. De gemeenteraad voelde zich door het referendumbesluit gedwongen om B&W met krappe meerderheid toe te stemmen om het plan uit te voeren maar beloofde wel rekening te houden met de bezwaren tegen de nieuwe winkelwand, in de volksmond "winkelslurf".

BUDGETOVERSCHRIJDING

Recent bleek dat bijna 10 miljoen extra budget nodig was vanwege de gecorrigeerde kostenraming voor het opnieuw uitgraven en on-derheien van de parkeergarage onder het plein wat vooral nodig was ten behoeve van de nieuwe winkelslurf. De gemeenteraad zal op woensdag 23 april weer stemmen over een voorstel van B&W voor extra budget. Daarom is de discussie over het herinrichtingsplan weer volop losgebarsten.

PUBLIEK DEBAT

In het kader daarvan werd dinsdag 15 april een publiek debat geor-ganiseerd met onder andere verantwoordelijk wethouder Marga Waanders en directeur Cees van 't Veen van het Fries museum. Daar werd ook een tweetal alternatieve plannen gepresenteerd waar onder dat van de plan11groep die zeker weet een beter plan te heb- ben met een winkelwand aan de zuidzijde dat een aantrekkelijker plein zou opleveren, 20 miljoen euro goedkoper is en meer draagvlak heeft onder de bevolking. De plan11groep vergeleek de huidige besteding van het legaat van architect Bonnema voor een nieuwe museum met het accepteren van een gift van ¤ 10.000,- door iemand met een minimum inkomen op voorwaarde dat hij voor dat geld een dure Rolls Royce koopt en daar de rest van zijn leven in blijft rijden.

MUSEUMDIRECTEUR VAN 'T VEEN

Het debat leverde een aantal verrassende inzichten op. Allereerst wekte museumdirecteur Van ´t Veen de indruk weinig geïnteresseerd te zijn in burgers die een mening hebben over de stad en haar museum. Daarnaast sprak hij ook met enig dédain over het imposante Eijsingahuis waar het Fries museum sinds 1881 startte met een verzameling stijlkamers en daar vervolgens ook allerlei historische collectie´s onderbracht. De Kanselarij uit 1571 kon bij hem als huisvesting voor het verzets- museum evenmin op veel waardering rekenen. Directeur Van 't Veen ziet er meer heil in om stijlkamers, historische collecties en tentoonstellingen onder te brengen in een modern gebouw van staal en glas midden in het historische stadscentrum. De kans bestaat dat historische collecties, net zoals dat bijvoorbeeld ook in het Groninger museum gebeurde, spoedig in een depot zul-len verdwijnen en alleen nog incidenteel worden tentoongesteld. Het museum zal waarschijnlijk vooral plaats gaan bieden aan op- vallende tentoonstellingen waarmee via glossy folders en posters de Nederlandse kunstminnende elite naar Leeuwarden toegelokt wordt. Het is een andere benadering dan dat van het Fries natuurmuseum dat enige jaren geleden een grote verbouwing onderging binnen de kaders van de bestaande historische gebouwen en nu een breed publiek aantrekt met aantrekkelijke exposities voor alle lagen van de bevolking. Directeur Van 't Veen gaf tijdens het debat aan dat hij graag een filmhuis en discotheek in zijn nieuwe museum onder wilde brengen om ook 's-avonds publiek te trekken. Blijkbaar zijn deze kunstgrepen nodig om het museum tot een attractie voor het nieuwe plein te ma- ken en bestaat er onvoldoende vertrouwen in de natuurlijke aantrek- kingskracht van het museum en die angst is misschien ook wel te- terecht wannneer men de betrekkelijke rust ziet die meestal heerst rond het huidige Fries museum op de Tweebaksmarkt. Dure nieuwbouw zal in het begin wel meer mensen trekken maar dit verschijnsel is vaak tijdelijk. Overigens was de laatste nieuwbouw van het Fries museum, 10 jaar geleden, ook voor de lange termijn bedoeld. De nieuwe entree met verbindingstunnel kostten 5 miljoen euro wat na een eventuele verhuizing grotendeels kapitaalvernieti-ging zou betekenen. Dhr Van 't Veen schonk tijdens de debatavond weinig tot geen aan- dacht aan alternatieve plannen van burgers en sprak zelfs expliciet minachtend over deze goedbedoelde initiatieven. Een dergelijke houding misstaat een directeur van een regionaal museum en wekt de indruk dat een misschien minder sterke zaak moet worden geca-moufleerd met hooghartig gedrag.

COLLEGE VAN B&W

De tweede belanghebbende partij bij de herinrichting is het college van B&W dat vooral belang lijkt te hechten aan de economische effecten van de herinrichting. De herinrichting van het plein moet de stedelijke economie aanjagen door een toename van de werkgele-genheid. Maar de aantrekkingskracht van het plein zelf lijkt daarbij niet van belang, het accent ligt volledig bij de aantrekkingskracht van het museum en de nieuwe winkelpassage die met zijn rug naar het plein toe gericht is. B&W wil met de winkelpassage een betere winkelroute ontwikkelen.

ONHANDIGE WINKELROUTE

Leeuwarden heeft al jarenlang een onhandig winkelgebied. Vanuit het centraal gelegen Waagplein waaieren drie winkelstraten naar drie richtingen uiteen doordat op en rond de drie middeleeuwse terpen met dito stratenpatroon waarop Leeuwarden is gebouwd, winkels worden geweerd. Door de nieuwe winkelpassage ontstaat volgens B&W een betere winkelroute en neemt de werkgelegenheid toe. Maar het is de vraag of het rondje winkelen niet gerealiseerd had kunnen worden via het plein zelf. Bovendien gaat de nieuwe winkelpassage ten koste gaat van een aantrekkelijk plein en dat laatste is toch ook van belang als visitekaartje voor Leeuwarden. Het ontwerp voor de winkelpassage werd overigens gemaakt in opdracht van de ING-bank die het museumproject financierde en belang had bij maximale huuropbrengst per vierkante meter. Aanvankelijk bevestigde B&W dat de keuze voor de noordzijde voor- al schuilde in financierings-motieven van de bank (die ook het inrichtingsplan liet maken) maarnu beweert ze dat er ook stedenbouwkundige motieven meespeelden. Dat laatste valt echter ernstig te betwijfelen.

BELANG VAN AANTREKKELIJK STADSPLEIN ONDERSCHAT

Het belang van een aantrekkelijk stadsplein lijkt sterk te worden onderschat door B&W. De stad keert het plein straks letterlijk de rug toe en maakt het tot een verlaten en geïsoleerd plein waar niemand zich nog op waagt en dat zou wel eens een onomkeerbare vergissing kunnen zijn. De bezoekers van de stad zullen het plein mijden en kiezen voor gezellige en beschutte pleinen in de stad met een fraai uitzicht zoals het gouverneursplein. De mensen die toch op het enige terras op het Zaailandplein gaan zitten, zullen uitzicht hebben op de ongezellige kantoren aan de overkant waaronder het justitiegebouw van alweer Abe Bonnema. Dat is geen lelijk gebouw maar het blijft een kantoorlokatie. Het museum zal als enige publieksattractie op het plein niet veel mensen naar het plein lokken want zelfs de grootste musea trekken over het algemeen minder mensen dan een willekeurige winkel en bovendien brengen museumbezoekers meestal meer tijd door binnen dan buiten het museum.

TE LAAT VOOR REDDING ZAAILAND?

De kostenoverschrijding van bijna 10 miljoen waar de gemeenteraad woensdag 23 april toestemming voor moet geven en alle andere financiële en technische risico's, zijn een goed moment voor bezinning. B&W zou alsnog gedwongen kunnen worden om na te denken hoe het stadsplein aantrekkelijker kan worden gemaakt en hoe het legaat van Bonnema op verantwoorde wijze kan worden ingepast in het totaalplan.

Wanneer de kwaliteit van het plein een doel op zich zou vormen, naast het realiseren van een aantrekkelijke winkelroute en het mu- seum daarbij wordt beschouwt als een toegevoegde waarde, ligt het voor de hand om het klassieke symmetrische karakter van het plein te handhaven en te versterken en de winkelwanden aan de noord- en zuidzijde dichter naar elkaar toe te brengen en te ver- fraaien zodat een smal, langgerekt en uitnodigend plein ontstaat met aan weerszijden winkels en terrassen. Er zou kunnen worden begonnen met de zuidzijde die uit kantoren bestaat. Er kan op zeer economische wijze een compleet nieuwe winkelwand in klassieke stijl worden opgetrokken bovenop de asfaltbaan aan de zuidzijde omdat daar wordt toch al de uitbreiding van de parkeergarage wordt gerealiseerd. Er kan dan tegelijk op kleine schaal worden geëxperimeneteerd met het verdiept aanleggen van de parkeerkelder onder zeebodem-niveau. De rest van de parkeergarage hoeft niet opnieuw te worden uitgegraven en is ook niet twee jaar buitengebruik. Dat scheelt zo'n 15 miljoen. De planschadekosten voor het annuleren van het huidige project vallen daarbij in het niet. Ook op het nieuwe museum kan enorm worden bespaard. Het his- torisch museum zou ik het Eijsingahuis kunnen blijven en het ver- zetsmuseum in de kanselarij (of misschien in het rijksmonument De Blokhuispoort), beide panden brengen bij verkoop relatief weinig op omdat ze al aangepast zijn aan de huidige bestemming en omdat er vanwege de monumenten-status allerlei beperkende voorwaar-den gelden. Er kan dan voor de 18 miljoen van het Bonnema-legaat een klein- schalig Fries museum voor hedendaagse kunst en, conform de wens van architect Bonnema, architectuur worden gevestigd binnen de contouren van het huidige pleiafsluitend gebouw aan de oostkant van het Zailandplein. Het legaat is voldoende om het gebouw een indrukwekkende nieuwe voorgevel van natuurlijke materialen te gevenh. Een deel van de winkels verhuist naar de nieuwe winkel-wand aan de zuidzijde, een deel blijft binnen de contouren van het pleinafsluitend gebouw waardoor de levendigheid rond het museum wordt versterkt. Het pleinafsluitend gebouw kan uitbreiden in ooste- lijke richting, waar nu een groot winderig plein ligt met de Mercurius- fontein, maar er dient wel een kleinschalig en beschut plein op die plek over te blijven in de noodzakelijke keten van kleinere stads-pleintjes.

Indien mogelijk kan de monumentale en historische Mercuriusfon- fontein (symbool van de handel) met beeldengroep verhuizen naar het plein voor de ingang van het nieuwe museum om daar de klas-sieke en symmetrische vorm van het plein conform het oorspronke-lijke ontwerp van stadsarchitect Romein te versterken en voor nog meer sfeer en gezelligheid zorgen. Het plein heeft dan twee grote iconen aan beide uiteinden: het oude paleis van justitie en de monu- mentale fontein, vanwaar Mercurius vrijdags vanaf grote hoogte uit- kijkt over de unieke en meermalenj genomineerde vrijdagsmarkt.

HOOP GEVESTIGD OP GEMEENTERAAD

Alle hoop op de redding van het plein is nu gevestigd op de moge- lijkheid dat een aantal raadsleden van PvdA en CDA het belang erkennen van een aantrekkelijk stadsplein als huiskamer en visite- kaartje van Leeuwarden.

Weliswaar was de enorme meerderheid van de bevolking die tegen het huidige plan stemde in absolute aantallen net niet bindend maar misschien kunnen de raadsleden ook rekening houden met het feit dat de universiteit vanTwente oordeelde dat de vraagstelling van het referendum manipulatief uitwerkte. Door de vraagstelling ontstond de suggestie dat men voor een nieuw plein kon stemmen zonder de geplande winkelslurf, wat niet het geval was. Wanneer deze stemmen op de juiste plek terecht waren gekomen, was de 62% nee-stemmers bindend geweest. De PvdA-fractie zegde na het referendum toe dat de uitslag van het referendum toch op één of andere manier effect zou hebben op de plannen. De uitslag van het referendum zou met het oog op de nu ontstane alternatieven zeker een rol mee moeten spelen bij de komende besluiten. De middenstanders rond het plein zullen blij zijn wanneer de parkeergarage niet twee jaar buiten gebruik hoeft te worden gesteld.

COCLUSIE

De huidige besteding van het legaat van architect Bonnema voor een nieuwe museum lijkt inderdaadop het accepteren van een gift van ¤ 10.000,- door iemand met een minimum inkomen op voorwaarde dat hij voor dat geld een dure Rolls Royce koopt en daar de rest van zijn leven in blijft rijden.

Het alternatief van de plan11groep levert behalve een aantrekkelijker plein ook een totale besparing op van mogelijk 20 miljoen.

Hopelijk zal de raad B&W tijdens de raadsvergadering op 23 april over extra krediet oproepen om het omstreden, riskante, steeds maar duurdere en door de bevolking niet gewenste project met zijn verfoeide winkelfuik uit te stellen totdat de alternatieve mogelijkheden zijn getoetst op stedenbouwkundige en financieel-economische meerwaarde.