Gemeente Leiden

Datum | |22 april 2008 2008 |
| |Gemeente Leiden | |
|Nummer      | |080422/fd                         |           | |Bureau Communicatie |
|            | |                                  |           | |Stadhuisplein 1     |
|            | |                                  |           | |(071) 516 5052      |
|            | |                                  |           | |bureaucommunicatie@l|
|            | |                                  |           | |eiden.nl            |
|Onderwerp   | |Joods monument in Leiden          |           | |                    |
|Contactperso| |Liesbeth Hesselink                |           | |                    |
|on          | |                                  |           | |                    |
|Telefoonnumm| |(071) 513 19 89                   |           | |                    |
|er          | |                                  |           | |                    |
|            | |                                  |           | |                    |

Bericht aan de pers
22 april 2008

Een monument om bij stil te staan
Het college van B&W van Leiden voegt de daad bij het woord door de gemeenteraad voor te stellen financieel bij te dragen aan het oprichten van een monument ter nagedachtenis van de joodse stadsgenoten die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden gedeporteerd en vermoord. De twee grote razzia's werden in maart nu 65 jaar geleden gehouden.

Het monument zal tot leven komen als het verhaal van de vervolging en de wegvoering van de Joodse Leidenaars dat door de Leidenaars van nu aan elkaar wordt verteld. Een plek waarbij kan worden stilgestaan op een plaats waar relevante sporen van dit stuk Leidse geschiedenis zijn terug te vinden. Het Comitécommissie van Advies en Aanbeveling stelt voor het gewenste monument te plaatsen op het pleintje voor het voormalige 'Bureau van Politie' in de Zonneveldstraat, indertijd het zenuwcentrum van de razzia's. Het is de bedoeling aan een beeldende kunstenaar opdracht te verlenen om een ontwerp te maken en te doen uitvoeren. In het projectplan is uitgebreid aandacht voor blijvende educatieve begeleiding.

In het voorjaar van 2007 heeft het College van B&W van de gemeente Leiden een aantal personen benaderd om zitting te nemen in het Comité van Advies en Aanbeveling (zie: Nadere toelichting) voor het monument ter nagedachtenis van de joodse Leidenaren die zijn gedeporteerd en omgebracht in de Tweede Wereldoorlog. Juist in het huidige tijdsgewricht waarin radicalisering en discriminering van groepen mensen aan de orde van de dag zijn, lijkt het zinvol om een gelegenheid en plek te creëren om stil te staan bij deze, voor velen nog of weer onbekende, zwarte bladzijde van de Leidse geschiedenis.
Een van de aanbevelingen is, de historische werkelijkheid van toen en nu onderdeel te laten zijn van een educatief project voor basisscholen om inzicht te ontwikkelen in de hedendaagse problematiek - vluchtelingen, genocide - door deze te plaatsen in het licht van de mensonterende gebeurtenissen van 1942/3, hier in de eigen stad.
Het ligt eveneens in de bedoeling het monument te laten adopteren door een van de scholen in Leiden. De Juridische Faculteit van de Universiteit Leiden, die aan de Zonneveldstraat grenst, is een interessante partner in het project omdat die faculteit zich toen, met de beroemde rede van professor Cleveringa op 26 november 1940, verzette tegen de Jodenvervolging en nu een vooraanstaande rol speelt op het gebied van internationaal recht en mensenrechten.

Nadere toelichting
De geschiedenis
Op zondag 5 juli 1942 werden de eerste oproepen per extra bestelling door de post verstuurd. 'Oproeping! U moet zich voor eventueele deelname aan een, onder politietoezicht staande, werkverruiming in Duitschland voor persoonsonderzoek en geneeskundige keuring naar het doorgangskamp Westerbork, station Hooghalen, begeven.' De deportaties begonnen in Amsterdam, daarna ook in de andere steden in ons land. In juli van dat jaar werden de eerste joden in Leiden weggevoerd. Begin oktober 1942 stelde de Leidse politie een 'Lijst van joden die geëvacueerd zijn' op. Zo'n overzicht werd daarna nog een keer gemaakt: eind maart 1943, na twee razzia's. In de nacht van 5 op 6 maart 1943 vond de eerste razzia in Leiden plaats, onderdeel van een 'Evacuatie Den Haag, Leiden en Delft'. Op 17 maart om kwart over vijf werden de bewoners van het Centraal Israelietisch Wees- en Doorgangshuis aan de Roodenburgerstraat - onder leiding van de Duitsers - door de politie opgepakt en op transport gesteld. Op de avond van diezelfde dag werden ook vrijwel alle andere Leidse joden die nog niet waren ondergedoken door de politie opgepakt. Vrijwel allen kwamen, via kamp Westerbork, terecht in de Duitse vernietigingskampen. Uit politiearchieven en andere bronnen is vastgesteld dat 270 joden - die tussen 1 januari 1942 en 17 maart 1943 op het grondgebied van de Joodse Gemeente Leiden hebben gewoond - zijn vermoord, de meesten van hen in Sobibor. De 220 anderen doken onder en wisten dankzij het verzet en andere goede burgers uit Leiden en omgeving het vege lijf te redden.

Aandacht voor de oorlog in de openbare ruimte
In Leiden herinnert het vroegste oorlogsmonument aan de Haagsche Schouwweg bij de begraafplaats Rhijnhof (ontwerper A. Glansdorp, beeldhouwer Gerard Koppen, onthulling 26 april 1941) aan de militairen die vielen bij de vliegvelden Valkenburg en Ockenburg.
- Het monument in de vorm van drie linden en een meidoorn in de Oosterstraat (geplant op 4 mei 1946) herinnert in het algemeen aan de bevrijding na de oorlog.
- Dat geldt ook voor de Bevrijdingsboom in de middenberm aan het begin van de Zeemanlaan ('Ter herinnering aan de oorlogsjaren 10 mei 1940 - 5 mei 1945' geplant op 4 mei 1946).
- De gevelsteen in de Alexanderstraat 13-15 met de tekst '10 december 1940 door strijd verloren, 7 september 1946 door vlijt herboren' is gewijd aan de burgerslachtoffers die omkwamen bij het bombardement op 10 december 1940.
- Bij de Atjehstraat 59 staat een gedenkzuil met plaquette met de tekst 'Ter nagedachtenis aan hen die niet weder terugkeerden' met daaronder dertien namen, leden van de woningbouwvereniging De Eendracht.
- Een ingemetselde gedenkplaat in het R.K. Lyceum St. Bonaventura (Marienpoelstr. 6) gedenkt alle leraren en leerlingen die zijn omgekomen door oorlogshandelingen.
- Een koperen plaat in de stationshal bij het grenswisselkantoor gedenkt de gevallen spoorwegbeambten.
- Ook de Leidse politie is haar gevallenen niet vergeten. Op 25 februari 1947 werd een gedenkplaat onthuld in het bureau aan de Zonneveldstraat. Deze bevindt zich thans in het bureau aan de Langegracht.
- Van recenter datum is het monument ter ere van alle vrouwen uit het verzet 1940-1945 in de Agatha van Alkemadestraat in de Stevenshof (onthulling 5 mei 1985).
- Met het vernoemen van drie straten nabij de spoorwegovergang Herenstraat/5 Meilaan (Harmen Doustraat, Christ de Jongstraat en Hans Flustraat) worden drie gefusilleerde gijzelaars herdacht.
- Ook de 5 Meilaan, de Rooseveltstraat en de Churchilllaan verwijzen naar de oorlog en bevrijding.
- Ter herdenking van het wegvoeren en vermoorden van de 73 joodse weeskinderen werd in 1989 een kunstwerk van beeldhouwer Frans de Wit onthuld in de vorm van een reliëf dat is aangebracht in het pad naar de ingang van het voormalige joodse weeshuis aan de Roodenburgerstraat.
- Bij Molen de Valk is op 4 mei 1957 het 'officiële' bevrijdingsmonument onthuld, ter herinnering aan de oorlogsjaren 1940-1945 en de bevrijding die volgde. Hier worden elk jaar op 4 mei officieel kransen gelegd door de burgemeester van Leiden en door anderen.

In Leiden zijn er dus verscheidene monumenten die herinneren aan de Tweede Wereldoorlog, aan de gevallenen en aan de bevrijding. Hoewel de bewoners van het joodse weeshuis met een kunstwerk herdacht worden, vormen de joodse Leidenaars een belangrijke omissie in de rij. Voor hen bestaat tot nog toe geen gedenkteken. Zij waren geen 'gewone' oorlogsslachtoffers. Zij werden te midden van hun medeburgers door de toenmalige Leidse overheid - gehoorzaam aan de bezetter - eerst als jood onderscheiden, vervolgens geïsoleerd en ten slotte goed georganiseerd gedeporteerd en vermoord.
Zestig jaar na de razzia's van 1943, in maart 2003, wijdde Stedelijk Museum de Lakenhal een tentoonstelling en twee publicaties aan de geschiedenis van de joden in Leiden en omgeving 1933 - 1945. Centraal daarbij stonden de namen van hen die niet terugkeerden. Mede door deze aandacht werd de behoefte in brede kring voelbaar om een monument tot stand te brengen ter nagedachtenis aan de uit Leiden en omgeving gedeporteerde joden.

- Opdrachtgever en comité van Advies en Aanbeveling
De opdrachtgever voor het tot stand brengen van het monument is het College van B&W van Leiden. Het comité van Advies en Aanbeveling bestaat uit:
Mw. Liesbeth Hesselink, voorzitter
Mw. Malka Polak, secretaris
Hr. Hans Blom
Mw. Clariet Boeye
Mw. Jetteke Bolten-Rempt
Hr. Alexander Geertsema
Hr. Dirk Kolff
Mw. Ariela Netiv
Hr. Lo Schoch