Toespraak jaarvergadering Kamer van Koophandel
toespraak | 22-04-2008 | Scheveningen, Minister
De Amerikaanse econoom Richard Florida heeft een paar jaar geleden een
nieuwe sociaal-economische klasse `uitgevonden': de `creative class',
de creatieve klasse.
Dit zijn kenniswerkers en professionals in creatieve beroepen die -
volgens Florida - de drijvende kracht zijn als het gaat om economische
ontwikkeling.
Als een stad of een land zich economisch sterk wil ontwikkelen, dan
moeten juist deze mensen worden aangetrokken, dan moet voor deze
mensen het juiste vestigingsklimaat worden gecreëerd.
En wat vinden deze mensen belangrijk? - nog steeds volgens Florida - :
talent, tolerantie en technologie.
Maar ook: kunst, cultuur en een hippe, multiculti woonomgeving.
Dus zijn er nu allemaal Amerikaanse steden die niet investeren in
infrastructuur en armoede, maar in een nieuw muziekcentrum en
kunstsubsidies.
Want dan komt de creative class zich daar vestigen en dan komt er
economische groei.
Nog steeds volgens Florida.
Want de praktijk is weerbarstiger dan zijn theorie.
Eigenlijk is het vreemd dat het over economie gaat, en over
creativiteit en dat het dan niet over ondernemers gaat of op zijn best
over een heel specifieke groep ondernemers.
Terwijl voor elke ondernemer geldt dat hij waarde creëert omdat hij
net iets creatiever is dan anderen, omdat hij dingen mogelijk acht die
anderen voor onmogelijk hielden, omdat hij zoekt waar anderen langs
heen kijken, omdat hij dingen maakt of bedenkt waar anderen simpelweg
niet op komen.
Creativiteit is niet voorbehouden aan kunstenaars en artiesten,
creativiteit is de kurk waar uw ondernemerschap op drijft.
Eén ding weten we inmiddels zeker.
Er zijn tal van zaken waar wij als kabinet u mee kunnen helpen.
Zoals onze investeringen in kennis en kunde, infrastructuur en
logistiek, kantoorgebouwen en beroepsbevolking, landschap en
leefklimaat, kunst en cultuur.
Maar ook in heldere wet- en regelgeving, flexibiliteit, transparantie
en betrouwbaarheid.
Helaas weten we minstens zo zeker waar we u mee kunnen belemmeren -
onnodige, ondoelmatige en ineffectieve regelgeving.
In de vorige kabinetsperiode is al stevig gewerkt aan administratieve
lastenbeperking voor het bedrijfsleven.
Naast een aantal grote stelselwijzigingen is, denk ik, toen het
laaghangende fruit wel geplukt, zoals dat zo mooi heet.
Het is nu tijd voor het echte werk; niet meer alleen administratieve
lasten aanpakken, maar regeldruk in het algemeen.
Daarvoor heeft dit kabinet het Plan van Aanpak Regeldruk Bedrijven.
Een plan dat getrokken wordt door de staatssecretarissen van Financiën
en Economische Zaken, en dat moet leiden tot een merkbare, zo niet
opmerkelijke vermindering van de regeldruk voor bedrijven.
Een plan waarin bij het vaststellen van de problemen en het formuleren
van oplossingen de praktijk, de beleving van de ondernemer centraal
staat.
Want daar gaat het om als we het over regeldruk hebben.
Om vragen als: is het nuttig en is het nodig?
Is er strijdigheid met andere regels?
Kan het beter?
Kan het goedkoper?
Het gaat dus niet meer alleen om kwantiteit, maar vooral om kwaliteit.
Kwaliteit voor de gebruikers, de ondernemers dus.
Om er achter te komen waar onze regels precies wringen, is er het
Meldpunt regeldruk, en de Commissie Regeldruk Bedrijven.
In deze commissie zitten vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, de
betrokken ministeries, medeoverheden en uitvoeringsorganisaties.
Ook is er een nieuwe nulmeting van Administratieve lasten uitgevoerd
en een quick scan naar nalevingkosten.
Hierdoor weten we steeds beter welke regels we waar moeten aanpakken.
Maar we hebben ook een breder onderzoek gedaan via de
Belevingsmonitor.
De eerste resultaten zijn net bekend.
Interessant is dat het aantal ondernemers dat zich belemmerd voelt
door regeldruk net zo groot is als het aantal ondernemers dat zich
volstrekt niet belemmerd voelt. Daarbij voelen starters, ZZP-ers en
kleine bedrijven zich minder belemmerd dan middelgrote en grote
bedrijven. Als de meest storende aspecten van regeldruk worden vooral
onnodige informatieverplichtingen en papierwerk en nalevingkosten
genoemd. Ook strijdigheid, slechte dienstverlening, toezicht en
voortdurende wijzigingen worden scoren hoog. De helft van de bedrijven
vindt het belangrijk dat de regelgeving én de dienstverlening wordt
verbeterd. De andere helft zou iets meer de prioriteit leggen bij het
aanpakken van regelgeving.Nooit vies van een beetje zelfkastijding
hebben we ook gevraagd hoeveel ondernemers denken dat het de overheid
gaat lukken om de regeldruk te verminderen. 11% heeft er (heel) veel
vertrouwen in dat dit gaat lukken, 36% een beetje en 51% (helemaal)
geen vertrouwen. Grote bedrijven en starters hebben meer vertrouwen
dan de rest. Tja, dat valt niet mee. Maar `eerst zien en dan geloven'
is nu eenmaal een oer-Hollandse grondbeginsel. We zullen er hard aan
werken om u te laten zien en te laten geloven!Natuurlijk is een
concurrerend vestigingsklimaat meer dan alleen regeldruk, maar dat
stuk wil ik deze keer graag overslaan. Dat hoort u wel als u volgende
keer gewoon weer een bewindspersoon van EZ uitnodigt....Laat ik het
dan nog eens over iets anders hebben. Over hoe we u nodig hebben. Want
ondernemers zijn niet alleen belangrijk als het gaat om economische
groei, werkgelegenheid en innovatie, maar ook als het gaat om
duurzaamheid, onderwijs en leefbaarheid. Laat ik ze eens langs lopen.
Eerst duurzaamheid.
Op dit moment wordt er hard gewerkt aan de uitwerking van het
duurzaamheidsakkoord dat overheid en bedrijfsleven vorig jaar sloten:
er zullen per economische sector detailafspraken worden gemaakt wie
wat wanneer gaat doen.
Het uiteindelijke doel is een meer duurzame samenleving.
Een samenleving die 30% minder CO2 uitstoot in 2020, 20% van de
benodigde energie duurzaam produceert, en jaarlijks 2% minder energie
consumeert.
Dat zal zeker niet vanzelf gaan.
Het kabinet zet daarom in op forse maatregelen zoals een stringent
emissiebeleid met een beperkt aantal emissierechten (die geveild
worden) en verdere fiscale vergroening.
Ik hoor u denken: o, moeten wij al het werk weer doen?
Ja, voor een groot deel wel, want een duurzame samenleving kan alleen
een feit worden als verbruikers en producenten hun
verantwoordelijkheid nemen.
De overheid is er voor de randvoorwaarden, de subsidies en regelingen,
en natuurlijk voor het goede voorbeeld, bijvoorbeeld door 100%
duurzaam in te kopen.
Maar het bedrijfsleven is hier niet slechts bij betrokken als één van
de vele partijen die gedrag zullen moeten veranderen en hun beste
beentje voor moeten zetten.
U bent er ook bij betrokken omdat we het zonder uw creativiteit domweg
niet redden.
Want duurzaamheid vraagt om creatieve oplossingen.
Oplossingen voor de opvang van CO2, duurzame energiebronnen en
productiemethoden, energiezuinige apparaten, biologisch afbreekbare
producten, enzovoorts.
En daar bent u van.
Duurzaamheid kan niet zonder technologische innovatie.
Wij kunnen niet zonder u.
Onze doelstelling om in 2020 in Europa te kunnen excelleren is dus ook
een doel waarmee we ondernemers hopen te inspireren om in hun tak van
sport te excelleren.
Dan onderwijs en arbeidsmarkt, ook daar kunnen we het niet alleen af.
En ook daarbij schuren eigenbelang en maatschappelijk belang dicht
tegen elkaar aan.
Bijvoorbeeld als we het hebben over MBO-scholen die hun
onderwijsprogramma inrichten in nauw overleg met betrokken bedrijven.
Hierdoor is duidelijk wat bedrijven nodig hebben én wat jongeren na
hun opleiding weten en kunnen. Daar worden beide partijen wijzer van.
Een andere manier is jongeren via stages of leerwerkplekken te laten
kennismaken met - en leren van - het échte werk. Die plekken zijn niet
altijd makkelijk te vinden, zeker niet voor jongeren van allochtone
afkomst. En daar komt u weer in beeld. En laten we er geen doekjes om
winden: openstaan voor nieuwe werknemers is niet alleen een kwestie
van do-good maar een economische noodzaak. Ons land, onze werkende
bevolking, vergrijst in snel tempo. Dat heeft niet alleen gevolgen
voor de AOW en de gezondheidszorg, maar ook voor u. U moet op zoek
naar nieuwe werknemers. Die nieuwe werknemers zult u vinden in alle
hoeken van onze diverse samenleving. Dus is het goed om te investeren
in een eerste kennismaking: in stageplaatsen en leerwerkplekken. Het
is overigens wél belangrijk dat deze jongeren hun startkwalificatie
halen. Nu worden jongeren vaak te vroeg uit de schoolbanken geplukt
omdat bedrijven dringend nieuwe medewerkers nodig hebben. Groenpluk
noemen we dat. Dat is natuurlijk goed voor de
jeugdwerkloosheidcijfers, maar slecht voor de `aanval op de
uitval'.Want deze jongeren lopen een groot risico om later werkloos te
raken, wanneer de economie met tegenwind kampt en aantoonbare
kwalificaties een grotere rol gaan spelen. Dat kan voorkomen worden
door ervoor te zorgen dat deze groengeplukte jongeren naast hun werk
alsnog hun startkwalificatie halen, bijvoorbeeld via de Erkenning
Verworven Kwalificaties of via de Beroepsbegeleidende Leerweg. Dat is
op termijn goed voor alle partijen. Hier geldt, wat goed is voor hen,
is goed voor u. En wat goed is voor u, is goed voor ons allemaal.
Het derde en - voor vandaag - laatste punt waar uw creativiteit en
ondernemendheid een belangrijke rol kan spelen is bij de leefbaarheid
van onze woonomgeving.
Werken is zeer terecht één van de vijf thema's waar het kabinet op
inzet om de leefbaarheid van de veertig krachtwijken te vergroten.
Dus willen we ondernemerschap in die wijken stimuleren.
Dat doen we bijvoorbeeld door nauw samen te werken met gemeenten, door
financiële steun via specifieke programma's van EZ, door
microfinanciering en het opzetten van een coachingsnetwerk. Maar uw
creativiteit en inzet komt zeker van pas als het gaat om
gebiedsverbeteringen.
Het kabinet ontwikkelt op dit moment een wetsvoorstel, waardoor het
(naar verwachting) vanaf eind 2008 voor ondernemers mogelijk wordt om
te experimenteren met gebiedsverbeteringen.
Dat betekent dat als de meerderheid van de ondernemers in een gebied
dat wil. de gemeente een lokale heffing kan instellen om
gebiedsverbeteringsplannen uit te voeren.
De ondernemers bepalen vervolgens wat ze willen doen en voeren dat dan
ook zelf uit.
Waar het in alle plannen en regelingen om gaat is het stimuleren van
eigen initiatief, van onorthodoxe oplossingen en, niet in de laatste
plaats, van samenwerking tussen bestuurders, bewoners en bedrijven.
Dat dat mooie resultaten kan opleveren zien we in de Haagse wijk
Transvaal: een krachtwijk die expliciet aandacht besteedt aan
ondernemerschap.
Deze `Haagse aanpak' gaat uit van de sterke punten van de wijk om
Transvaal aantrekkelijker te maken voor bezoekers én private
investeerders.
Zo wordt het multiculturele winkelgebied uitgebreid, wordt de Haagse
Markt getransformeerd tot een bazaar, komt er een
bedrijfsverzamelgebouw voor ondernemers en hulp voor starters.
Daarnaast investeert het gemeentebestuur in het schoonhouden van
Transvaal.
Ook de Arnhemse wijk Klarendal is een goed voorbeeld.
Daar heeft men een ambitieus plan heeft om een modekwartier in te
richten waarbij gemeente, bedrijfsleven en corporaties samenwerken.
Dit kabinet gelooft in draagvlak.
Veel van wat wij willen kan zoveel effectiever tot stand worden
gebracht als we partijen mee krijgen.
Wij zoeken dus bondgenoten om van Nederland een beter land te maken.
U bent met uw creativiteit en ondernemerschap zo´n bondgenoot. Zonder
u geen duurzame toekomst, zonder u geen banen voor j
Ministerie van Financiën