Het Koninklijk Huis
Toespraak van Prinses Mxima over microfinanciering in Buenos Aires
tijdens een seminar georganiseerd door de Inter-American Development
Bank (IADB), de Latijns-Amerikaanse Federatie van Banken (FELABAN) en
Womens World Banking
Excellenties, dames en heren,
Het is voor mij een groot genoegen opnieuw in Argentinië te zijn om de
toegankelijkheid van financiële diensten in dit land te bevorderen. Er
is veel gebeurd sinds mijn laatste officiële bezoek in 2005. Het
aantal spaarrekeningen is gegroeid met 63% en het aantal kredieten met
bijna 100%, terwijl het aantal microkredieten met 35% is toegenomen.
Maar toch kunnen we het financiële systeem van Argentinië van vandaag
nog niet toegankelijk noemen.
Na het Internationaal Jaar van het Microkrediet in 2005 werd door de
VN een Adviseursgroep ingesteld voor een toegankelijke financiële
sector. Deze groep heeft zich belast met het afronden van de in dat
jaar genomen initiatieven. Verder hebben we onze focus van
microkredieten naar toegankelijke financiële systemen verlegd. Waarom?
Omdat niet alleen van belang is dat er duurzaam toegang komt tot
kredieten voor het starten van een onderneming; het moet ook mogelijk
zijn om op een veilige manier te sparen en om zich effectief te
verzekeren tegen gevolgen van overlijden, ziekte, etc. Evenzeer van
belang is dat men de mogelijkheid heeft gemakkelijk en tegen normale
tarieven geld over te maken en betalingen te verrichten. En ten
slotte, als we over kredieten spreken, spreken we niet alleen over
microkredieten, maar ook over kredieten aan het midden- en
kleinbedrijf, de sector die in de ontwikkelde landen het grootste
aandeel levert in het scheppen van werkgelegenheid....
Welnu, wat zijn de vereisten voor een duurzame ontwikkeling van een
voor een ieder toegankelijk financieel systeem?
In diezelfde Adviseursgroep hebben we zogenaamde kernboodschappen
geformuleerd voor regeringen, toezichthouders, de private sector en
ontwikkelingsorganisaties. Hoewel het niet de eerste keer is dat ik ze
in een toespraak vermeld, en het soms zelfs lijkt dat ik vaak
hetzelfde herhaal ...., toch doe ik het nog een keer, want het gaat om
voorwaarden sine qua non.
Regeringen willen we de volgende boodschap meegeven:
* In de visie van een regering op het goed functioneren van een
financieel systeem mag het element van toegang van alle burgers
tot een breed scala van financiële producten en diensten niet
ontbreken.
* Daarvoor is ondersteuning nodig van duurzame lokale financiële
instellingen die open staan voor nieuwe technologieën en ook voor
nieuwe distributiekanalen.
* De regeringen vervullen een cruciale rol als het gaat om het
scheppen van een effectief politiek kader dat verruiming van
genoemde toegang mogelijk maakt. Als de regering zélf als
geldverstrekker gaat optreden, dan heeft de politiek bijna altijd
een negatieve invloed.
* Evenzeer brengt het opleggen van renteplafonds het risico met zich
dat de geldverstrekker de kosten die verbonden zijn aan kleine
leningen niet kan dekken. Te vaak verhinderen deze plafonds de
uitbreiding van kredieten en benadelen zo díe bevolkingssectoren
die ze in principe zouden moeten helpen. In ieder geval zouden
regeringen moeten zorgen voor bevordering van de
consumentenbescherming, transparantie van de tarieven, financiële
scholing en een open en concurrerende markt.
* En tot slot, de verruiming van de toegang tot de financiële
diensten is een zeer belangrijke politieke doelstelling, maar
maakt op zich geen einde aan de armoede.
Voor de ontwikkelingsorganisaties is het heel belangrijk te investeren
in het verbeteren van de capaciteit in deze sector, aangezien het
gebrek aan goed management en aan sterke instituties het voornaamste
obstakel vormt. Deze investering in professionalisering zou gedaan
moeten worden in zowel profit als non-profit organisaties. En ALLE
hulp aan deze sector zou een aanvulling op, en dus geen concurrentie
met, de private sector moeten vormen.
Onze boodschappen voor de toezichthouders zijn:
Beëindiging van financiële uitsluiting zou de hoofddoelstelling moeten
zijn van de regelgeving voor de financiële sector. De rol van de
toezichthouders is het scheppen van de voorwaarden waaronder een scala
van instellingen een brede verscheidenheid aan financiële producten en
diensten kan aanbieden, binnen een apolitieke en stabiele context.
· Succesvolle toezichthouders hebben steeds een flexibele aanpak
gehanteerd, ze verkleinden risico's en beschermden de spaarder, zonder
de toegang tot de financiële diensten te beperken.
· Een klimaat van effectieve regelgeving en op de omstandigheden
afgestemd toezicht zijn niet alleen nodig voor de financiële
dienstverleners, maar ook voor ondersteunende bedrijfssectoren, zoals
de telecommunicatie- en technologiesector, en vele andere.
En ten slotte voor de private sector,
Het verlenen van financiële diensten zou niet enkel onderdeel moeten
zijn van maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar zou ook deel
moeten uitmaken van uw `core business strategy'. Er bestaan wereldwijd
verschillende modellen die goed functioneren en iedere onderneming zou
dát model moeten kiezen dat strookt met haar positie op een bepaalde
markt. Onze ervaring is dat commitment van het management bij dit
proces essentieel is.
En als we spreken over sectoren, spreken we ook over de
telecommunicatiesector, supermarkten, postdiensten, NGO's, etc. Juist
het feit dat uiteenlopende actoren de handen ineen slaan zal de
sleutel vormen tot het tegen redelijke tarieven kunnen aanbieden van
deze diensten aan nu nog onbereikbare cliënten.
En dus, excellenties, dames en heren, wat betekent dit nu voor
Argentinië? Wat moet er gebeuren?
Feit is dat de microfinancieringssector in Argentinië minder
ontwikkeld is dan in andere vergelijkbare landen. Maar Argentinië
heeft de potentie van schaalgrootte, een redelijk gevestigde
financiële sector en voldoende kapitaal en spaarcapaciteit om die
sector duurzaam verder te ontwikkelen. Echter, soms betekent het
beschikken over een zeer ontwikkeld systeem eerder een last dan een
voordeel; het geheim schuilt immers eerder in het vereenvoudigen van
bestaande regelingen dan in het maken van nieuwe. En soms is dat
laatste sneller te bewerkstelligen dan het eerste!
Onderwerpen als de verplichte reserves bij internationale leningen aan
microfinancieringsinstellingen met winstoogmerk, het effect van BTW op
microfinancieringsinstellingen die werken met cliënten in de informele
sector, en renteplafonds zijn enkele voorbeelden om te heroverwegen.
Ook is het noodzakelijk systemen te ontwikkelen voor de verbetering
van de capaciteit en scholing van de mensen die in de sector werkzaam
zijn. Zonder bekwaam personeel blijft de kwaliteit van die
instellingen zwak en zullen ze op lange termijn niet duurzaam blijken.
Tot slot: het is van het grootste belang dat het overheidsbeleid zich
richt op het versterken van de microfinancieringssector en van de
microfinanciering geen instrument van sociaal beleid maakt, hoe goed
de bedoelingen daarbij ook mogen zijn. De
microfinancieringsinstellingen moeten geld lenen aan mensen die hun
schulden kunnen terugbetalen tegen kostendekkende rentetarieven. Laten
we niet vergeten dat een lening niet de enige oplossing is voor
armoede!
Excellenties, dames en heren,
Ik hoop dat u vandaag een uiterst vruchtbare en leerzame dag zult
beleven, waarin u elkaar beter leert kennen. Want deze ontwikkeling
kan alleen tot een succesvol einde worden gebracht indien alle hier
aanwezige actoren, private banken, de microfinancieringssector en de
overheid, als partners samenwerken.
Ik wens u veel succes!
22 april 2008
Texto original
* © RVD