Datum: 22 april 2008
Inlichtingen bij: Arjan Lejour (tel. 070-3383311) en Jacqueline
Timmerhuis (tel. 070-3383477)
Economische hervormingen: Nederland én Europa aan zet!
Europa doet er veel meer toe dan vroeger. De afgelopen twintig tot
dertig jaar is de Europese Unie geleidelijk betrokken geraakt bij
beleidsterreinen die vroeger het exclusieve domein van de lidstaten
waren. Voorbeelden zijn monetair en budgettair beleid (door het
Stabiliteits- en Groeipact), milieu, innovatie, immigratie en
buitenlands beleid. Dat roept de vraag op in welke mate de huidige,
dan wel verdergaande Europese samenwerking economisch wenselijk is.
Economische onderzoekers zien een rol voor de EU weggelegd op de
beleidsterreinen hoger onderwijs, innovatie, de interne markt, de
vennootschapsbelasting en regionaal beleid voor arme lidstaten. Dat
wil niet zeggen dat deze betrokkenheid op elk van deze terreinen even
groot moet zijn.
Dat zijn de belangrijkste conclusies uit het boek 'Subsidiarity and
Economic Reform in Europe', dat tot stand is gekomen onder redactie
van George Gelauff en Arjan Lejour van het Centraal Planbureau (CPB)
en Isabel Grilo van de Europese Commissie. In dit recent gepubliceerde
boek bespreken zo'n dertig economen op systematische wijze de
feitelijke en wenselijke mate van Europese beleidscoördinatie, daarbij
gebruikmakend van het subsidiariteitsprincipe. Volgens dit principe
hangt de wenselijkheid van Europees beleid af van mogelijke
grensoverschrijdende effecten van nationaal beleid en /of
schaalvoordelen van Europees beleid. Kortom, beleid hoort thuis op het
meest efficiënte niveau. Soms is dat de Europese Unie en soms is dat
de lidstaat.
Het boek is het resultaat van een conferentie over subsidiariteit en
economische hervormingen die op 8 en 9 november 2006 in Brussel heeft
plaatsgevonden. De conferentie werd georganiseerd door de Europese
Commissie, het Nederlandse ministerie van Economische Zaken en het
Centraal Planbureau.
Hoger onderwijs & innovatie
Voor hoger onderwijs en innovatie is vooral gekeken naar
grensoverschrijdende effecten. Een mogelijke rol voor de EU kan zijn
om de mobiliteit van studenten te vergroten, wat kan leiden tot meer
concurrentie tussen onderwijsinstellingen en wellicht tot een hogere
kwaliteit van het hoger onderwijs. Daarnaast kan EU-beleid als
katalysator fungeren voor het bewerkstelligen van nationale
hervormingen in het hoger onderwijs.
De EU heeft zeker ook een rol om publiek onderzoek en ontwikkeling
(O&O) te financieren en private O&O-uitgaven te subsidiëren vanwege de
grensoverschrijdende effecten en mogelijke schaalvoordelen.
Overheidssteun voor O&O door kleine en middelgrote bedrijven kan
echter beter door nationale of zelfs regionale overheden worden
uitgevoerd. Zij zijn in het algemeen beter geïnformeerd over de
regionale omstandigheden.
Interne markt
Nationale regulering belemmert de handel in diensten en daarmede de
vorming van een Europese markt, omdat buitenlandse dienstenaanbieders
aan de regulering in de eigen markt én aan die in de exportmarkt
moeten voldoen. Het is dus niet vreemd dat de bijdragen in dit boek
over de interne markt concluderen dat de markt voor netwerksectoren en
die voor commerciële diensten kunnen worden verbeterd als hinderlijke
grensoverschrijdende effecten van nationaal reguleringsbeleid worden
weggenomen.
Vennootschapsbelastingen
Met lage Vpb-tarieven kunnen landen buitenlandse investeringen
aantrekken. Door de tariefsverschillen ontstaan grensoverschrijdende
effecten. Daarnaast gebruiken multinationals verschillen in
vennootschapsbelasting om hun belastingafdrachten te minimaliseren.
EU-beleid kan de totale welvaart verhogen als de belastingtarieven en
de belastingbasis voor vennootschappen worden gecoördineerd. Dit is
een moeizaam proces waarvoor een stapsgewijze benadering de voorkeur
verdient.
Regionaal beleid
Ook voor regionaal beleid zien onderzoekers een duidelijke rol
weggelegd voor de EU, zolang dit beleid is gericht op arme regio's in
de relatief arme lidstaten. Deze landen missen vaak de financiële en
institutionele capaciteit om een regionale economie te ontwikkelen.
Armere regio's in rijke lidstaten kunnen beter door deze landen zelf
worden ontwikkeld.
Nu is er soms meer Europees beleid dan volgens het
subsidiariteitsprincipe wenselijk is, soms minder. Uiteindelijk vergen
deze vraagstukken een politieke beslissing. Economische analyses
kunnen echter wel argumenten aandragen om deze beslissingen zo
geïnformeerd mogelijk te maken. Daaraan levert dit boek een
substantiële bijdrage.
De publicatie 'Subsidiarity and Economic Reform in Europe' is te
bestellen bij uitgeverij Springer.
De inhoudsopgave en het samenvattende hoofdstuk zijn tevens (gratis)
beschikbaar als PDF-bestand.
Centraal Planbureau