Gepubliceerd op 22 april 2008
UvA-hoogleraar Harry Büller Akademiehoogleraar
Gepubliceerd op 22 april 2008
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) heeft
prof. dr. Harry Büller benoemd tot Akademiehoogleraar vanwege zijn
onderzoek op het gebied van trombose. Büller is hoogleraar Inwendige
geneeskunde in het bijzonder de vasculaire geneeskunde aan de
Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam (AMC-UvA).
Harry Büller verrichtte de afgelopen dertig jaar voortreffelijk
klinisch onderzoek op het gebied van trombose. Met zijn werk heeft
Büller clinici en wetenschappers bij elkaar gebracht. Zijn publicaties
staan onder zijn vakgenoten in hoog aanzien. Büller begeleidde tal van
promovendi, van wie een aantal inmiddels zelf hoogleraar is. De
verwachtingen ten aanzien van zijn toekomstige onderzoek zijn hoog
gespannen. De KNAW spreekt de hoop uit dat zijn benoeming tot
Akademiehoogleraar daarbij een extra impuls blijkt. Eerder werden al
vier andere UvA-hoogleraren benoemd tot Akademiehoogleraar: Bob ten
Cate, Mieke Bal, Paul Emmelkamp en Maus Sabelis.
Naast Büller zijn ook prof. dr. Ben Feringa (RUG), prof. dr. Frank
Grosveld (EUR) en prof. dr. Pierre de Wit (WU) benoemd tot
Akademiehoogleraar. De vier wetenschappers ontvangen elk een bedrag
van één miljoen euro zodat zij zich volledig kunnen wijden aan
innovatief onderzoek en aan de begeleiding van jonge onderzoekers. De
benoeming geldt voor een periode van vijf jaar. Gedurende deze periode
worden Akademiehoogleraren door de universiteit vrijgesteld van
bestuurlijke verplichtingen. Deze universiteiten moeten met de
vrijvallende middelen in ieder geval één jonge, getalenteerde
onderzoeksleider aantrekken. Het programma Akademiehoogleraren draagt
hierdoor bij aan de doorstroming van jonge onderzoekers naar
leidinggevende posities.
De nieuwe Akademiehoogleraren worden op 26 mei geïnstalleerd in het
Trippenhuis, het gebouw van de KNAW in Amsterdam. Voor meer informatie
over het programma kun u vanaf 12 mei terecht op www.knaw.nl.
Verwijzingen
Meer informatie
Bron: UvA Persvoorlichting
Universiteit van Amsterdam