Beantwoording vragen Van Bommel over oververtegenwoordiging van de industrie
in expertgroepen van de Europese Unie
22-04-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Van Bommel over oververtegenwoordiging van de
industrie in expertgroepen van de Europese Unie. Deze vragen werden
ingezonden op 31 maart 2008 met kenmerk 2070815940.
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Frans Timmermans
Antwoorden van de heer Timmermans, staatssecretaris voor Europese
Zaken op vragen van het lid Van Bommel (SP) over
oververtegenwoordiging van de industrie in expertgroepen van de
Europese Unie.
Vraag 1
Wat is u reactie op het rapport van Alter-EU: `Secrecy and Corporate
Governance'? 1)
Antwoord
Ik heb met interesse kennis genomen van het rapport van Alter-EU. Het
ver groten van transparantie in de EU ondersteun ik van harte. Met de
meeste van de aanbevelingen van de opstellers van het rapport kan ik
instemmen. De hoofdboodschap van het rapport, namelijk dat de
industrie de expertgroepen als het ware heeft `gekaapt', kan ik echter
niet onderschrijven
Vraag 2
Is het waar dat er 1192 expertgroepen werkzaam zijn en kunt u aangeven
hoeveel mensen totaal zitting hebben in deze expertgroepen?
Antwoord
Volgens cijfers van de Europese Commissie zijn er 1214 expertgroepen.
De aard en omvang van de expertgroepen is afhankelijk van het
onderwerp. Het rapport van Alter-EU maakt melding van in totaal 50.000
deelnemers aan de expertgroepen. De Commissie is thans bezig met het
geheel in beeld brengen van de deelnemers aan de expertgroepen en zal
deze cijfers o spoedig mogelijk publiceren.
Vraag 3
Deelt u de mening dat deze hoeveelheid expertgroepen onvermijdelijk
leidt tot een zeer grote hoeveelheid voorstellen voor wetgeving en
daarmee leidt tot onnodige bureaucratie? Zo neen, waarom niet? Zo ja,
bent u bereid te pleiten voor een drastische verlaging van dit aantal?
Antwoord
Bij expertgroepen gaat het om personen die door de Commissie worden
gevraagd om als deskundige mee te denken over onderwerpen op een
bepaald terrein. Dit gebeurt onder meer in de fase voorafgaand aan de
beslissing van de Commissie of zij met een voorstel tot wetgeving gaat
komen. Daarnaast hebben expertgroepen ook een andere rol: ze helpen
dikwijls de Commissie bij het toezicht op de uitvoering van het
EG-recht door de lidstaten (dus als wetgeving reeds bestaat).
In het algemeen geldt dat het hier om experts gaat die op grond van
hun kennis en kunde worden gevraagd. Deze expertgroepen kunnen ad hoc
of op een reguliere basis bijeenkomen. De groepen zijn verschillend
van aard, afhankelijk van het onderwerp waarop ze zich richten. Zo
zijn er bijvoorbeeld expertgroepen voor statistiek, technische
specificaties en onderzoek. In die zin leiden expertgroepen niet
automatisch tot onnodige bureaucratie.
Vraag 4
Deelt u de mening dat oververtegenwoordiging van het bedrijfsleven in
expertgroepen het risico met zich meebrengt dat hun belangen worden
bevoordeeld bij het ontwerpen van EU-wetgeving en dat daarom alle
expertgroepen een evenwichtige samenstelling dienen te hebben waarin
alle belangen evenredig zijn vertegenwoordigd? Zo neen, waarom niet?
Vraag 5
Deelt u de mening dat de onderzochte groepen waarin meer dan de helft
van de leden bestaat uit vertegenwoordigers uit de industrie geen
evenwichtig advies over wetgeving kunnen leveren en daarom dienen te
worden herschikt? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid hiervoor
in de EU te pleiten?
Vraag 6
Deelt u de mening dat de reactie van de Europese Commissie, dat
volgens haar de industrie maar 20% van alle experts levert wanneer
gekeken wordt naar alle groepen, onvoldoende is omdat
oververtegenwoordiging in elke groep moet worden tegengegaan? 2) Zo
neen, waarom niet?
Vraag 7
Deelt u de mening dat gezien de invloed die expertgroepen hebben op
het ontwerp van EU-wetgeving het voor iedereen duidelijk moet zijn wie
daarin zitting heeft, namens welke organisaties, door wie ze betaald
worden en waarom zij geselecteerd zijn? Zo neen, waarom niet?
Vraag 8
Vindt u het in overeenstemming met de verordening inzake toegang van
het publiek tot documenten van o.a. de Europese Commissie dat de
Europese Commissie van de 44 onderzochte groepen maar 60% van de namen
van de daarin zitting hebbende personen vrijgeeft en van die 60% maar
van 43% de aan hen gelieerde organisatie bekent maakt? Indien neen,
bent u bereid de Europese Commissie op haar gedrag aan te spreken en
te manen die informatie vrij te geven?
Antwoord 4, 5, 6, 7 en 8
Een expertgroep kan, vanwege de specifieke werkzaamheden ervan, een
samenstelling hebben die afwijkt van de gemiddelde cijfers van de
Commissie; het is afhankelijk van het onderwerp waarmee een
expertgroep zich bezighoudt of de meeste kennis te vinden is bij de
overheid, het bedrijfsleven of een andere maatschappelijke speler.
Hierdoor bestaan sommige expertgroepen voornamelijk uit experts van
nationale overheden (deze deskundigen mogen echter geen instructies
ontvangen van hun overheden, maar alleen handelen op basis van hun
persoonlijke expertise), terwijl andere groepen voor een groot deel
bestaan uit wetenschappers wier kennis wordt aangevuld met die van het
bedrijfsleven, vakbonden, werkgeversverenigingen,
consumentenorganisaties, ngo's, e.d.
De Commissie betracht over deze groepen transparantie en geeft op
internet o.a. de omvang, de werkzaamheden en de samenstelling per
expertgroep aan. Deze informatie is nog niet in alle gevallen compleet
en actueel. Commissievoorzitter Barroso heeft vorig jaar nog
aangegeven de transparantie rondom expertgroepen te vergroten. Dit
initiatief van de Commissie en het vrijgeven van gegevens op internet
over expertgroepen is een goed begin. De Commissie is nog steeds bezig
om het proces rondom het vergroten van transparantie nader in te
vullen in de praktijk. Ik verwacht dan ook dat op termijn verdere
verbeteringen zullen volgen.
Echter, het vrijgeven van namen van experts of nationale
vertegenwoordigers kan zelf het (ongewenste) gevolg hebben dat deze
mensen worden benaderd door lobbyisten. Daarnaast kan door de
Commissie als vertrouwelijk aangemerkte informatie uiteraard ook niet
publiek worden gemaakt. Derhalve is enige terughoudendheid bij dit
punt ook geboden.
Bij dit alles zij aangetekend dat uiteindelijk de Commissie, met haar
recht van initiatief, bepaalt hoeveel en welke voorstellen zij bij de
Raad en het Europees Parlement indient; genoemde EU- instellingen zijn
en blijven eindver antwoordelijk voor het opstellen van adequate
wetgeving. Expertgroepen hebben niet meer dan een adviserende rol.
Vraag 9
Deelt u de mening dat ter controle van de werkzaamheden van
expertgroepen iedereen toegang moet kunnen hebben tot de verschillende
documenten die samenhangen met de werkzaamheden van de expertgroepen?
Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid zich in de EU daarvoor in
te zetten?
Antwoord
Het kabinet onderschrijft het beginsel dat de werkzaamheden van de
instellingen, organen en instanties van de Unie transparant moeten
zijn en is van mening dat met het oog op goed bestuur de Europese
besluitvorming plaats zou moeten vinden in een zo groot mogelijke
openheid. De Nederlandse inzet met betrekking tot versterking van
openbaarheid van EU-bestuur richt zich op het verruimen van
openbaarheid van beraadslagingen van de Raad van de EU en het
verbeteren van toegang van burgers tot documenten van EU-instellingen.
Ik deel uw mening dat de transparantie rondom expertgroepen, daar waar
mogelijk, vergroot dient te worden en ik zal dit standpunt in
voorkomend geval bij de Commissie inbrengen.
1)
http://www.alter-eu.org/en/system/files/publications/expertgroupsrepor
t.pdf
2) http://www.metrotime.be/nlnewsbelga.html?telexid=23600146
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken