Brussel, 21 april 2008
Concentraties: de Commissie keurt de voorgenomen verwerving van Stork Food
Systems door Marel goed
De Europese Commissie heeft op grond van de EU-concentratieverordening de
voorgenomen verwerving van de Nederlandse onderneming Stork Food Systems
(SFS) door Marel Food Systems hf (IJsland) goedgekeurd. Beide ondernemingen
houden zich bezig met de productie en verkoop van machines en apparaten voor
de verwerking van levende dieren, met name pluimvee, vis en rood vlees
(rund- en varkensvlees). Na de voorgenomen transactie te hebben onderzocht
is de Commissie tot de conclusie gekomen dat zij de daadwerkelijke
mededinging in de Europese Economische Ruimte (EER) of een wezenlijk deel
daarvan niet op significante wijze zal belemmeren.
Zowel Marel als SFS produceren en verkopen machines en apparaten voor
de verwerking van dieren - pluimvee, vis en rood vlees. SFS levert
tevens machines en apparaten voor de verwerking van vloeibare
producten (zuivelproducten en sappen) evenals van aardappelen, maar
Marel is in deze sectoren niet actief.
De activiteiten van de partijen zijn complementair en het
marktonderzoek van de Commissie heeft geen mededingingsproblemen aan
het licht gebracht als gevolg van eventuele horizontale effecten van
de voorgenomen transactie. Enkele marktdeelnemers brachten enige
mededingingsbezwaren naar voren met betrekking tot de mogelijke
conglomeraateffecten in de pluimveeslachterijsector. De Commissie
heeft met name onderzocht of de transactie de bundeling van de weeg-
en sorteermachines van Marel en de machines van SFS op het gebied van
slachten, uitsnijden en uitbenen zou kunnen vergemakkelijken, en of
het gevaar aanwezig was dat het gebruik van de
procesbeheersingssoftware van Marel zou worden gekoppeld aan andere
producten van de gefuseerde onderneming.
Na de voorgenomen transactie te hebben bestudeerd kwam de Commissie
tot de conclusie dat zij geen conglomeraateffecten tot gevolg zou
hebben. Wat de bundeling betreft bleek uit het marktonderzoek niet dat
er in de EER op dit moment sprake is van een ontwikkeling in de
richting van volledig geïntegreerde verwerkingsinstallaties. Bovendien
bleek uit het onderzoek dat de concurrenten van Marel alternatieve
producten konden leveren. Wat de mogelijke koppelverkoop van producten
betreft bleek dat Marel geen sterke marktpositie had en haar
softwareproducten op basis van klassieke software had ontwikkeld die
vrij toegankelijk was voor de concurrenten. Verder zijn er een aantal
andere gevestigde leveranciers op de markt aanwezig. De Commissie is
derhalve tot de conclusie gekomen dat de gefuseerde onderneming noch
de mogelijkheid, noch de prikkel zou hebben om haar concurrenten door
middel van technische koppelverkoop van deze markt uit te sluiten.
Nadere informatie over deze zaak is te vinden op:
http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/index/m102.html#m_5
125
European Union