Nederlands Vaccinatie Instituut
Goede start NVI-onderzoek kinkhoest
zondag, 20 april 2008
Waarom komt kinkhoest de laatste jaren steeds vaker voor, ondanks een
hoge vaccinatiegraad, en welke acties zijn nodig om de Nederlandse
bevolking beter te beschermen tegen kinkhoest? Deze vragen zijn de
belangrijkste aanleiding voor een Nederlands onderzoek naar de afweer
tegen kinkhoest bij vrijwilligers. Het gaat goed met de eerste
aanmeldingen van (ex-)kinkhoestpatiënten en gezinsleden.
Sinds de jaren negentig neemt kinkhoest weer toe in Nederland, terwijl
bijna alle kinderen worden ingeënt. Projectleider dr. Cécile van Els,
immunologe bij het NVI: 'De kinkhoestbacterie ziet dus kans om mensen
te besmetten en ziek te maken, ondanks de afweer die we hebben
opgebouwd. Waarom is dit zo? Neemt de afweer na een tijdje af, is de
kinkhoestbacterie in de loop der jaren veranderd, of is het een
combinatie van factoren?'
Afweer onderzocht
Om daar achter te komen onderzoekt het Nederlands Vaccin Instituut
(NVI) samen met onderzoekspartners vanaf 1 januari 2008 tot 1 januari
2011 de Specifieke Kinkhoest Immuniteit (SKI), oftewel de afweer tegen
kinkhoest. Cécile van Els: 'In die 3 jaar willen we bloedmonsters van
300 (ex-)kinkhoestpatiënten onderzoeken om zo meer te weten te komen
over de afweer tegen kinkhoest. Het gaat dan zowel om kinderen en
volwassenen die de ziekte nu hebben, als om hun gezinsleden (ouders,
partners, broertjes en zusjes) die in contact zijn geweest met de
bacterie via hun zieke huisgenoot, maar zelf blijkbaar niet ziek
werden. Ook willen we mensen bestuderen die de ziekte in het verleden
hebben gehad. Wat is daar nu nog van terug te vinden in het bloed? Zo
krijgen we, als het goed is, een aardig beeld van de opgebouwde afweer
in verschillende leeftijdsgroepen en in verschillende fasen na contact
met de kinkhoestbacterie.'
Het SKI-onderzoek richt zich vooral op deelnemers uit de regio Gouda
en Hoofddorp. Om de doelgroepen te bereiken, heeft het SKI-team een
informatiebrief verzonden naar de huisartsen van de Regionale
Organisatie van Huisartsen Midden Holland (ROH-MH) en in het
verzorgingsgebied van het Streeklaboratorium Kennemerland met de vraag
of zij mee willen werken. Cécile: 'We vroegen de huisartsen of zij
patiënten bij wie recent of in het verleden kinkhoest is vastgesteld
te vragen of zij mee willen doen met het onderzoek. Veel huisartsen
reageerden erg enthousiast en meldden hun patiënten na overleg
spontaan aan.'
Veel aanmeldingen
In een paar maanden tijd zijn al ruim 80 deelnemers bereid gevonden,
van de 300 die er in totaal nodig zijn. De eerste 41 deelnemers zijn
al geïncludeerd, dat wil zeggen dat de eerste gesprekken met hen al
gevoerd zijn, voor de volgende 40 zijn al afspraken gepland. 'Het gaat
heel goed', beaamt Cécile tevreden. De meeste deelnemers (60%) zijn
tot nu toe schoolgaande kinderen. Tijdens de voorjaarsvakantie in de
regio heeft het SKI-team dan ook zoveel mogelijk huisbezoeken
afgelegd. Cécile: 'Het is echter wel de bedoeling dat ook deelnemers
uit andere leeftijdscategorieën worden geïncludeerd, zoals jonge
kinderen vanaf 6 maanden die kinkhoest hebben.'
De SKI-onderzoekers gaan nauw samenwerken met andere experts in het
kader van een Europees project: Child-Innovac. Dit is een zogenoemd
'Framework Programme 7 project', dat wordt gefinancierd door de
Europese Commissie. Cécile: 'Het eigenlijke doel van dat project is
het ontwikkelen van een innovatief, intranasaal kinkhoestvaccin. Maar
voor het zover is moet er nog veel onderzoek gedaan worden. Onze rol
is, om samen met drie andere partners uit Europa, te zoeken naar de
beste immuniteitstesten om kinkhoestafweer aan te tonen.'
Meer info:
Website SKI-onderzoek van het NVI