FNV KIEM

Onderzoek naar de inkomenspositie van orkestmusici

week 17 | 21-4-2008 | 11:22:17 | Redactie

De sociale partners in de orkestensector zijn een onderzoek gestart naar de inkomenspositie van orkestmusici. Met het onderzoek willen zij inzicht krijgen in de inkomenspositie van orkestmusici op de landelijke arbeidsmarkt. Het onderzoek is in februari van start gegaan. Met de uitkomsten willen de betrokken partijen afspraken maken in de cao.

De sociale partners -voor de werkgevers is dat het Contactorgaan van Nederlandse Orkesten (CNO) en voor de werknemers zijn dat FNV KIEM en de Nederlandse Toonkunstenaarsbond- sluiten gezamenlijk de cao voor de professionele symfonieorkesten af. Dit onderzoek vloeit voort uit afspraken en wensen die door werkgevers en werknemers zijn gemaakt in de cao over 2007. De wens is enerzijds meer aandacht te besteden aan het inspelen op veranderende marktomstandigheden, flexibilisering van de planning en verbreding van de inzetbaarheid van musici. Aan de andere kant wordt gevraagd aandacht te hebben voor structurele verbetering van de arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en een levensfasebewust personeelsbeleid.

Vreemde eend onder kunstenaars Maar wat maakt orkestmusici nu zo anders dan alle andere kunstenaars? Orkestmusici zijn in de sector Podiumkunsten een beetje een vreemde eend in de bijt. De positie van de orkestmusicus onderscheidt zich van anderen binnen deze sector doordat bij orkesten relatief veel personen in vaste dienst zijn. Een ander specifiek kenmerk van de arbeidsmarktpositie van de orkestmusicus is de beperkte mogelijkheid voor carrièreontwikkeling. Je treedt in dienst en beoefent je vak. Meer perspectief of doorstroming naar een ander type functie (op bijvoorbeeld latere leeftijd) is er nauwelijks. Dit betekent dat je de vijftien stappen van de salarisschaal doorloopt en hooguit extra toeslagen voor bijzondere functies kan ontvangen.

Een derde kenmerk van deze arbeidsmarkt is de scheve verhouding tussen vraag en aanbod. Jaarlijks studeren veel meer musici af bij de conservatoria dan er vraag is vanuit de markt. En concurrentie is er vanuit de hele EU. Het verwerven van een plek bij een orkest is voor slechts een beperkt aantal musici voorbehouden.

Deze specifieke kenmerken vragen volgens de sociale partners om een specifieke aanpak. Daarom wordt in kaart gebracht hoe de inkomenspositie van de orkestmusicus zich nu precies verhoudt tot de landelijke arbeidsmarkt. Met de uitkomsten van het onderzoek bekijken de sociale partners hoe de positie van orkestmusici eventueel verbeterd kan worden ten opzichte van de landelijke arbeidsmarkt. De eerste resultaten worden in mei verwacht.