Vlaamse Overheid
Nieuwsbericht van de Vlaamse overheid van vrijdag 18 april 2008
Voorontwerp van decreet voert 4% registratierechten in voor beroepsverkopers
Op voorstel van de Vlaamse Viceminster-president en Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Dirk VAN MECHELEN, is de Vlaamse Regering vandaag akkoord gegaan met het voorontwerp van decreet houdende de verlaging van het tarief van het registratierecht op aankopen door beroepspersonen.
De minister vermindert met dit voorontwerp van decreet het registratierecht van 5% naar 4%, voor hen die van het aankopen en verkopen van onroerende goederen hun beroep maken. De economische activiteit van deze 'beroepspersonen' bestaat er net in onroerende goederen aan te kopen, om dan binnen een redelijke korte termijn opnieuw te verkopen. Deze termijn is in dit voorontwerp bepaald op 8 jaar, of uiterlijk op 31 december van het 8ste jaar na datum van de aankoopakte.
Met deze tariefverlaging wordt het regime van de beroepsverkoper opnieuw in ere hersteld. Dit regime werd reeds in 1939 ingevoerd, maar raakte in onbruik nadat Vlaanderen in 2002 het algemene tarief van 12,5% naar 10% liet dalen. Meer en meer professionelen doen immers beroep op de mogelijkheid van teruggave van de drie vijfden van de registratierechten, na snelle wederverkoop binnen twee jaar na de aankoop (art. 212 van het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten). Met toepassing van dit art. 212 betaalt men immers een reëel tarief van 4% (3/5de van 10%).
Met het voorontwerp van minister Van Mechelen betalen de beroepsverkopers nu sowieso 4% registratierechten, hebben ze acht jaar tijd om een economische meerwaarde te realiseren en dragen ze niet het risico van de voorfinanciering van de registratierechten. Bij toepassing van art. 212 moet de aankoper-verkoper immers eerst 10% registratierechten betalen om dan later 6% terug te krijgen.
Dit voorontwerp houdt ook een bijkomend administratief voordeel in voor alle kopers die genieten van de zogenaamde 'meeneembaarheid' en registratierechten dienen terugbetaald te krijgen. Dankzij deze eenvoudige tariefverlaging voor de beroepspersonen, wordt de FOD Financiën (die de registratierechten int) ontlast van een heel aantal dossiers van teruggave die via het art. 212 werden aangevraagd.
Dit voorontwerp wordt voor advies overgemaakt aan de SERV, de federale minister van Financiën (overlegprocedure die voorzien is in de Bijzondere Financieringswet) en de Raad van State.
"Met deze beslissing erkennen we niet alleen het specifieke statuut van een beroepskoper en verkoper, maar dragen we ook bij tot administratieve vereenvoudiging en een verbetering van de dienstverlening door de federale administratie", besluit Vlaams minister Dirk Van Mechelen.
Vlaamse Overheid