Ministerie van Algemene Zaken

NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1

Radio / TV-interview | 18-04-2008

Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de in Uruzgan omgekomen militairen.

SCHILHAM:
Een tragische dag. Twee dodelijke slachtoffers onder de Nederlandse militairen in Uruzgan. U kreeg het aan het begin van de ministerraad te horen.


BALKENENDE:
Het bericht kwam van minister Van Middelkoop, heel kort voor de ministerraad, en dat was een afschuwelijk bericht. Laat ik ook op deze plaats beginnen met het medeleven over te brengen aan de familie Schouwink en de familie Van Uhm. Zij hebben hun zonen verloren en dat houdt ons enorm bezig. We zijn allen diep geraakt. En ze deden dat met de inzet om juist andere mensen te helpen. Zo'n bericht komt bij het kabinet, bij iedereen en bij mij gewoon heel hard aan.

SCHILHAM:
Nu is een van de slachtoffers de zoon van de Commandant der Strijdkrachten. Maakt dat het nu nog anders of tragischer?


BALKENENDE:
Weet u: ik geloof niet dat je kunt spreken in termen van tragisch of tragischer. Het leed is denk ik in elk gezin even groot, wanneer er afscheid genomen moet worden van een kind. Dat geldt vandaag voor de familie Schouwink en de familie Van Uhm. Dat gezegd hebbend is het natuurlijk wel een heel bijzondere situatie dat wanneer gisteren de vader de functie overneemt van generaal Berlijn als Commandant der Strijdkrachten...

SCHILHAM:
Met veel ceremonieel en feestelijkheden.


BALKENENDE:
... met veel ceremonieel en één dag later komt dan dit bericht. Maar het verdriet is aanwezig en ik denk ook bij al die families die de afgelopen tijd familieleden hebben verloren in Afghanistan. Ook dan wordt je weer bepaald bij het verdriet dat toen heeft plaatsgevonden en dat natuurlijk mensen elke dag bezighoudt.

SCHILHAM:
U kent de Commandant der Strijdkrachten Van Uhm natuurlijk goed. Komt het dan voor u ook dichterbij?


BALKENENDE:
Als het bericht er komt, dan gaat het altijd zo: de minister van Defensie neemt met mij contact op - of we zien elkaar of hij belt mij
- en de vorige keer, dat weet ik nog zo goed want dat was op de verjaardag van mijn dochter, toen twee Nederlandse militairen zijn omgekomen op een zaterdagavond toen ik het bericht hoorde. Het gevoel dat ik dan heb, is dan niet anders dan nu. Alleen, wanneer je in dit geval de vader en moeder hebt meegemaakt - en Peter van Uhm ken ik natuurlijk langere tijd - dan is het heel dichtbij, dat is ook zo. Maar het verdriet is natuurlijk in elk gezin aanwezig.

SCHILHAM:
U kunt nog steeds uitsluiten dat er aanwijzingen zijn dat de Taliban het echt gemunt hadden op de zoon van de Commandant der Strijdkrachten?


BALKENENDE:
Het is zo dat de informatie die we nu hebben ertoe leidt dat er geen verband bestaat tussen de aanval van de Taliban en de aanwezigheid van de zoon van de Commandant der Strijdkrachten. Het is trouwens ook vandaag aangegeven door de minister van Defensie, dus ik vind ook dat we op moeten passen om te speculeren. We hebben nog geen enkele aanwijzing dat er een verband zou bestaan tussen het een en het ander.

SCHILHAM:
De militairen zijn slachtoffer geworden van een bermbom. Blijkbaar is dat iets waar je je heel moeilijk tegen kunt wapenen daar in dat gebied.


BALKENENDE:
Het is een methode van vechten die ook in andere landen zoals Irak gebruikelijk is. We zien dat verschijnsel van bermbommen toeneemt. We hebben natuurlijk al eerder hiermee te maken gehad. Dat heeft slachtoffers gekost. Het is een laffe methode van aanvallen en als je ermee te maken krijgt - en dat is nu ook weer gebeurd - dan kunnen de gevolgen catastrofaal zijn. We doen natuurlijk het maximale om onze mensen te beschermen. Het type voertuig. De verkenning van de omgeving. Men was nu op de terugweg van een missie om de zaken daar in kaart te brengen en bij die terugtocht is dit gebeurd. Het is iets afschuwelijks. Het enige wat wij kunnen doen is onze mensen maximaal beveiligen.

SCHILHAM:
Er is niet iets anders mogelijk? Een ander soort voertuig gebruiken voor die patrouilles bijvoorbeeld?


BALKENENDE:
Het is vaak een combinatie, maar er zijn natuurlijk echt zwaar gepantserde voertuigen. Het is ook zo, dat is goed om nog eens te zeggen, dat er zeer is geïnvesteerd in dergelijke voertuigen. Want wanneer je in een gevaarlijk gebied zit dan is dat ook absoluut noodzakelijk om onze mensen maximale bescherming te bieden. Dat is ook de reden waarom ook dit soort voertuigen er zijn.

SCHILHAM:
Je zou ook kunnen denken: misschien moet je toch het aantal patrouilles terugbrengen of dat op een andere manier doen. Is daar nog over gesproken vandaag?


BALKENENDE:
Nee, daar is verder niet over gesproken. Kijk, wat ik wel merk bij onze militairen in Afghanistan is dat het professionals zijn. Die zijn daar om andere mensen te ondersteunen. Om hen bescherming te bieden en om te werken aan veiligheid in dat gebied. Zodat de opbouw ook ter hand kan worden genomen. Onze militairen zijn geen mensen die zeggen: we zitten in Afghanistan alleen op onze compound te blijven. Zij willen juist nu de bevolking ondersteunen. Dat is ook de reden waarom men het gebied in gaat. U heeft ook eerder gezien in de buurt van Deh Rawod, een ander kamp waar Nederlandse militairen zijn, dat daar nadrukkelijk is gezegd: we willen die hele omgeving uitkammen, juist om Talibanstrijders daar weg te krijgen. Dat betekent dat ook die exercities om te kijken wie er zitten en hoe het gebied veilig te krijgen is natuurlijk riskant zijn. Het gebeurt ook, wat nu dus het geval is geweest, in de buurt van Tarin Kowt, het grote kamp waar Nederlandse militairen zitten. Op een afstand van een kilometer of 12 heeft zich dat afgespeeld. Ik beschouw dit ook als een taak van de militairen om juist te kijken wat er gebeurt in de omgeving en wat je kunt doen voor de bevolking.

SCHILHAM:
Dan loop je dit soort risico's en dat is eigenlijk niet te vermijden?


BALKENENDE:
Nee, de risico's kun je niet vermijden. Zeker omdat de Taliban in toenemende mate... stelt u zich eens voor: als - en dat geldt niet alleen voor Nederlandse militairen, heel veel landen zijn actief in Afghanistan, maar dat is natuurlijk precies wat de Taliban beoogt. Zij willen de invloed in het gebied vergroten. Het doel van hun is natuurlijk ook te zorgen dat de militairen zeggen van: dan trekken we ons terug. De gesprekken die ik zelf heb gehad met de militairen in Afghanistan hebben mij ook wel heel duidelijk gemaakt dat de militairen daar zeer professioneel zijn. Enorm gedrevenheid hebben. De vaste overtuiging hebben om zich daar in te zetten. Onze mannen en vrouwen zijn geen mensen die alleen op de compound willen blijven. Zo zitten ze niet in elkaar.

SCHILHAM:
De trieste optelsom van het aantal slachtoffers onder de Nederlandse militairen komt nu op 16. De vraag die je toch elke keer moet blijven stellen: waarom is dit het waard? 16 jonge levens.


BALKENENDE:
Het is moeilijk te spreken in termen van: is het het waard? Wat ik hier vandaag graag wil zeggen is dat deze 16 mensen die het leven hebben gegeven, dat is gebeurd omdat zij de moed hadden om zich in te zetten voor de verbetering van het lot van de mensen daar en...

SCHILHAM:
Maar het is een politieke keuze.


BALKENENDE:
Ja, maar het is heel goed om eens te onderstrepen hoe belangrijk het is als mensen die inzet willen tonen. Want het is makkelijker om te zeggen: ach, ik trek me er niks van aan. Of: ik ga niet in het leger. Of: ik bemoei me er niet mee. Nee, ik vind dit helden. Dat moet ik ook duidelijk zo zeggen, omdat er veel van onze militairen wordt gevraagd. Maar ze doen het vanuit solidariteit met de bevolking daar. En natuurlijk is het zo dat dat gebeurt na een politieke besluitvorming in Nederland.

SCHILHAM:
Ze doen het in uw opdracht eigenlijk.


BALKENENDE:
Maar het is niet zo dat wij zomaar een opdracht geven. Nee, de Nederlandse regering heeft een besluit genomen in overeenstemming met het parlement. En er is natuurlijk het verzoek geweest van in de eerste plaats de Afghaanse regering zelf, van de autoriteiten in Afghanistan. Het is gebeurd op verzoek van de VN. Ik zei zo-even al dat er heel veel landen actief zijn in Afghanistan. Juist om te voorkomen dat het land weer terugvalt in die macht die in het verleden de Taliban hebben gehad. Dat is de reden waarom wij er zitten. En er zijn levens te betreuren. Dat geldt voor Nederland. Dat geldt voor andere landen. Ik was nog niet zo lang geleden in Canada en ze hebben ook veel slachtoffers daar te betreuren. En op dit moment past het diepste respect van onze kant voor deze mensen die zich hebben ingezet. We kunnen het belang daar niet genoeg van onderstrepen. Ik was gisteren bij de afscheidsreceptie van de heer Berlijn en het welkom van de nieuwe Commandant der Strijdkrachten Van Uhm en ik sprak daar met twee gewonde militairen die ledematen hebben verloren. Zij hebben heel veel meegemaakt. Als ik deze militairen hoor spreken, dan moet ik zeggen: daar neem ik mijn petje voor af.

SCHILHAM:
U kunt die militairen uitleggen waarom dit nodig is?


BALKENENDE:
Weet u, als u met deze militairen spreekt die ondanks hun handicap nu er vast van overtuigd zijn dat het nodig is wat er gedaan wordt, dan zeg ik: dat is een boodschap van deze militairen waar wij als burgers misschien heel veel van kunnen leren.

SCHILHAM:
En een dag als vandaag is er bij u geen moment van twijfel?


BALKENENDE:
Wij moeten doorgaan met deze missie. Dat willen we ook, want het gaat om de bevolking van Afghanistan. Het gaat ook om de strijd tegen het terrorisme en uiteindelijk is dat een wereldwijde betekenis. Daarom is het ook zo dat de militairen niet alleen bezig zijn voor Afghanistan, maar ook voor de wereldvrede. Daarvoor past enorme waardering en ik vind ook dat we dan ook moeten zeggen: waar we mee zijn begonnen, dat willen we ook afmaken.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, IW)