18 april 2008
De raad heeft vanochtend unaniem een advies over de toekomst van de
AWBZ vastgesteld. De AWBZ moet volgens de SER de komende jaren fors
worden verbeterd om de kwaliteit van de zorg te verhogen, de kosten
beheersbaar te maken en het financiële draagvlak te garanderen.
De Nederlandse Patiënten- en Cliënten Federatie (NPCF) heeft veel
waardering voor het advies. Adjunct-directeur Atie Schipaanboord, die
als gast het woord mocht voeren in de raad, vond het een stevig advies
dat getuigt van visie. Ook vond zij dat de SER goed had geluisterd
naar alle betrokkenen. Zij was het op hoofdlijnen eens met het advies,
maar plaatste op onderdelen een paar kanttekeningen. Zo betwijfelde
zij of de zorgverzekeraars er klaar voor zijn hun rol van trekker in
het veranderingsproces waar te kunnen maken. Ook vroeg zij aandacht
voor de rechtspositie van mensen die hun hele leven lang zorg nodig
hebben en voor een cliënt-effect-rapportage.
FNV-bestuurder Leo Hartveld wil zuinig zijn op de AWBZ. Hij was daarom
blij met de stapsgewijze aanpak die de SER voorstelt. Doelmatigheid en
kwaliteit moeten hierbij voorop staan. Ook moet de toegankelijkheid
van de zorg worden gegarandeerd. De kern van het advies is volgens hem
de omslag van een instellingsgebonden budget naar een persoonsvolgende
bekostiging: "Een omslag waarvan de impact nog weleens wordt
onderschat en die nog veel voeten in de aarde zal hebben." Daarbij
horen ook een scherper omschreven polis en een scherpere
indicatiestelling, opdat de AWBZ geen onbeheersbare `open
einde'-regeling wordt.
Ook CNV-voorzitter René Paas vond het een goed en afgewogen advies. De
AWBZ dwingt tot zorgvuldigheid. Het CNV had daarom voorwaarden vooraf
gesteld: iedereen moet van goede zorg verzekerd zijn, de zorgkosten
moeten we allemaal samen dragen en we moeten zorgen voor voldoende
`handen aan het bed'. Het gaat immers ook om de mensen die in de zorg
werken. Verandering vond hij geen doel op zich. Stelselwijzigingen
kunnen diep in de levens van mensen ingrijpen. Daarom leent de zorg
zich ook niet voor de aanpak van harde heelmeesters. Niettemin moet er
de komende vier jaar al heel veel gebeuren. Het is goed dat er in 2012
een evaluatie plaatsvindt, dan kan ook gekeken worden hoe de WMO en de
Zorgverzekeringswet zich dan hebben ontwikkeld, vond hij.
MHP-bestuurder Eddy Haket sloot zich hierbij aan. Hij vond dat de
schotten in de zorg moeten worden weggenomen. Daar is volgens hem nog
een wereld te winnen. Een cliënt heeft bijvoorbeeld met verschillende
loketten te maken als hij taxivervoer nodig heeft. Afhankelijk van het
doel van de rit moet hij aankloppen bij de gemeente of bij de
verzekeraars. Verder legde hij uit waarom de MHP akkoord gaat met
fiscalisering van de AWBZ, terwijl de MHP eerder fiscalisering van de
AOW en volksverzekeringen van de hand had gewezen. Volgens Haket kan
fiscalisering van de AWBZ inkomensneutraal gebeuren. Dat is de reden
dat de MHP zich hierin schikt.
Vice-voorzitter van MKB-Nederland Mariëlle Rompa voerde het woord
namens de drie centrale ondernemersorganisaties. Zij verwachtte dat
met de uitvoering van dit advies het vertrouwen van de burger kan
worden hersteld in een kwalitatief goed, houdbaar en betrouwbaar
stelsel voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. Zij
benadrukte dat de operatie kostenneutraal moet gebeuren en dat er
compensatie moet komen voor de lastenverschuivingen die ontstaan door
overheveling van de op herstel gerichte zorg naar de
Zorgverzekeringswet. Ook vond ze dat er een herbezinning moet komen op
de `open eind'-bijdrage van werkgevers. Tevreden was ze over de keuze
voor financiering van zorgaanbieders via zorgpakketten die gekoppeld
zijn aan het individu. Verder pleitte ze voor een heldere rol van de
verzekeraars en onderstreepte ze het belang van scheiden van wonen en
zorg. De vrees dat dan iedereen gedwongen zou worden thuis te blijven
wonen, vond zij niet terecht. Het kan juist een impuls zijn voor
aanbieders en woningcorporaties om innovatieve beschermde woonvormen
te gaan aanbieden.
Het kroonlid prof. Ferdinand Grapperhaus hekelde het gebrek aan
doelmatigheidsprikkels en de gecompliceerde
verantwoordelijkheidsverdeling in de huidige AWBZ. Hij verwachtte dat
als de cliënt meer keuzevrijheid krijgt, zoals de SER voorstelt, de
zorg doelmatiger zal worden. Niet alleen de AWBZ, maar ook de WMO en
de flankerende terreinen (zoals de jeugdzorg) moeten meer
doelmatigheidsprikkels krijgen. De uitvoering moet verbeterd worden en
de positie van houders van een persoonsgebonden budget moet versterkt
worden. Vóór alles moet continuïteit in de zorg voorop staan, want het
gaat om kwetsbare groepen.
CPB-directeur Coen Teulings had zich gestoord aan enkele laatdunkende
reacties in de kranten. Hij vond het AWBZ-advies een goed advies over
een moeilijk onderwerp. Het advies is een enorme uitdaging, want er
worden enkele belangrijke grote stappen gemaakt. Hij noemde de
overgang van instellingsfinanciering naar cliëntfinanciering, de
invoering van een objectieve, onafhankelijke en bindende
indicatiestelling en het scheiden van wonen en zorg. Het Centrum
Indicatiestelling Zorg krijgt daardoor een heel belangrijke rol en zal
volgens hem daarom een grote professionaliseringsslag moeten gaan
maken.
---
Sociaal-Economische Raad