Vlaamse Overheid
VLIF-steun voor veehouders die blauwtong-schade hebben geleden
Blauwtong: Overbruggingskredieten met VLIF-steun voor veehouders die
blauwtong-schade hebben geleden
Persmededeling van de Vlaamse Regering
vrijdag 18 april 2008
Op initiatief van Minister-president en Vlaams minister van landbouw,
Kris PEETERS, heeft de Vlaamse Regering vandaag een steunmaatregel
goedgekeurd voor de geleden schade door blauwtong. De steunmaatregel
bestaat uit het verlenen van een rentesubsidie en gewestwaarborg op
een overbruggingskrediet, en is ten laste van het Vlaams Landbouw
Investeringsfonds.
De Vlaamse rundvee- en schapenhouders hebben in 2007 belangrijke
verliezen geleden door blauwtong. Het aantal sterfgevallen wordt
geraamd op ongeveer 7.000 volwassen runderen, 8.000 kalveren en 20.000
schapen. De ziekte heeft ook negatieve gevolgen voor de melkproductie
en de vruchtbaarheid. Het aantal kalvingen is met ongeveer 10.000
eenheden op jaarbasis gedaald. Andere schadeposten zijn: extra kosten
voor verzorging, gestegen kosten dierenarts, verhoogde voederkosten,
verminderde groei, niet-geleverde melk e.a.
Overbruggingskredieten met VLIF-steun voor veehouders die schade geleden
hebben door blauwtong
Als gevolg van de verliezen, heeft een aantal veehouders tijdelijk
financiële moeilijkheden.
Om rundvee-, schapen- en geitenhouders die belangrijke schade geleden
hebben door blauwtong te helpen bij het overbruggen van deze
tijdelijke financiële moeilijkheden, heeft de minister een
steunmaatregel getroffen. De maatregel bestaat uit het verlenen van
rentesubsidie en gewestwaarborg op een overbruggingskrediet. De kosten
zijn ten laste van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF).
Met deze steunmaatregel wordt het toegelaten steunbedrag in het kader
van de Europese `de minimis' regel maximaal uitgeput.
De modaliteiten van de steunverlening en de praktische uitwerking,
worden via een ministeriële omzendbrief geregeld.
Vorm en omvang van de steun
Het overbruggingskrediet bedraagt maximaal 45.000 euro per bedrijf en
heeft een duur van 3 jaar. De rentesubsidie bedraagt 3% gedurende 3
jaar. Het krediet geniet een overheidswaarborg van 80% gedurende
3 jaar.
De grootte van het krediet wordt bepaald door de omvang van de schade
ingevolge sterfte van dieren, de verminderde melkproductie en de
daling van het aantal kalvingen door blauwtong. Het betreft de schade
opgelopen tijdens een periode van één jaar. Volgende schadebedragen
worden aanvaard:
* 500 euro per gestorven kalf;
* 1.000 euro per gestorven stuk jongvee;
* 1.500 euro per gestorven koe;
* 1.250 euro per gestorven stier;
* 2.000 euro per gestorven dekstier;
* 150 euro per gestorven ooi;
* 150 euro per gestorven geit;
* 0,20 euro per minder geleverde liter melk;
* 500 euro per gemiste kalving.
Andere vormen van schade kunnen niet in rekening gebracht worden.
Voorwaarden voor het verkrijgen van steun
Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
* algemene voorwaarden voor het verkrijgen van VLIF-steun
(landbouwer, levensvatbaar bedrijf, boekhouding bijhouden...);
* bewijs leveren van de aanwezigheid van blauwtong op het bedrijf;
* de bruto-opbrengsten komen voor ten minste 50 % van de rundvee-,
schapen- en geitenhouderij;
* de kredieten zijn niet opgezegd;
* er wordt geen bijkomend krediet met VLIF-steun toegestaan
gedurende de looptijd van het overbruggingskrediet;
* het bedrijf wordt verder geëxploiteerd gedurende een periode van 3
jaar.
Aanvragen kunnen door erkende kredietinstellingen tot 30 juni 2009
ingediend worden bij het VLIF.
Voor meer persinformatie kunt u terecht bij:
Luc De Seranno, woordvoerder van minister-president Peeters
Tel: 02 552 60 12
GSM: 0477 38 23 37
Email: persdienst.peeters@vlaanderen.be