Raad voor de Journalistiek

Uitspraken vastgesteld d.d. 10 april 2008
door mr. Th. Groeneveld, voorzitter, dr. M.J. Broersma, mw. drs. M.G.N. Mathot, drs. P. Sijpersma en mr. drs. G.J. Wolffensperger, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. L. Bultman-den Haan, plaatsvervangend secretaris.

X / De Bunschoter
Uitspraak: niet-ontvankelijk
De klacht is allereerst gericht tegen het artikel "Woning aan Sint Nicolaasweg ontruimd" over een huisuitzetting van klager. Die klacht is niet binnen zes maanden na de publicatie bij de Raad binnengekomen. De door klager aangevoerde omstandigheden kunnen niet worden aangemerkt als bijzondere omstandigheden die de termijnoverschrijding verontschuldigbaar doen zijn. Daarbij neemt de Raad in aanmerking dat uit de stukken en hetgeen klager ter zitting heeft meegedeeld aannemelijk is geworden, dat klager zich reeds enkele weken na de publicatie tot verweerder heeft gewend en zijn bezwaren tegen de berichtgeving heeft kenbaar gemaakt en dat klager in de zomer van 2007 over een kopie van het artikel beschikte. Klager heeft verder onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het hem redelijkerwijs niet kan worden tegengeworpen dat hij vervolgens de klacht niet binnen de termijn heeft ingediend c.q. namens hem heeft laten indienen. Verder heeft klager meer in het algemeen bezwaar gemaakt tegen de houding van verweerder en de wijze waarop verweerder over hem bericht. Klager voelt zich onheus bejegend en aangetast in zijn goede naam. Klager heeft, hoewel daartoe door de Raad te zijn uitgenodigd, geen fotokopie van een artikel overgelegd en ook overigens zijn klacht niet nader geconcretiseerd. Het klaagschrift is in zoverre niet voor behandeling vatbaar.
Klager is dan ook in zijn klachten niet-ontvankelijk. (vgl. RvdJ 2008/4 en 2007/22)
Trefwoorden:

· Procedure: ontvankelijkheid
Publicatie op www.rvdj.nl/2008/11

X / M. Willems en De Telegraaf
Uitspraak: niet-ontvankelijk
In 2001 is in De Telegraaf een artikel verschenen onder de kop "'Verdwijning' Haagse huisarts strop voor tientallen patiënten". De publicatie gaat over klager, wiens volledige naam in het artikel is vermeld. Ten tijde van het indienen van de klacht was (een deel van) het artikel gepubliceerd op de website www.serviceapotheek.nl met de bronvermelding "(De Telegraaf, 16-08-01)". Het artikel is niet terug te vinden in het online archief op de website van De Telegraaf. Op 1 februari 2005 is in het Reglement voor de werkwijze van de Raad een termijn van zes maanden ingevoerd, waarbinnen een klacht moet worden ingediend. Een redelijke uitleg van deze regeling brengt mee dat voor klachten over publicaties van vóór 1 februari 2005 de termijn op laatstgenoemde datum begint te lopen. Deze klachten moeten dus in beginsel vóór 1 augustus 2005 zijn ingediend, tenzij redelijkerwijs niet aan de klager kan worden tegengeworpen dat hij dat niet heeft gedaan (vgl. RvdJ 2006/4 en 2005/29). Dat laatste is niet aannemelijk geworden.
Gesteld noch gebleken is dat feiten of omstandigheden bestaan op grond waarvan geoordeeld dient te worden dat klager redelijkerwijs niet kan worden tegengeworpen dat hij zijn klacht pas ruim zes jaar na publicatie van het gewraakte artikel heeft ingediend. Met verweerders acht de Raad het bovendien aannemelijk dat klager via familie, kennissen of collega's al eerder op de hoogte was van het bestaan van de publicatie in De Telegraaf. Klager is dan ook in zijn klacht niet-ontvankelijk.
Ten overvloede merkt de Raad op dat voor zover klager tevens heeft beoogd zijn klacht te richten tegen de publicatie op de website van Service Apotheek - in verband met de indirecte publicatie van het artikel - het daarbij gaat om een niet-journalistieke gedraging. Trefwoorden:

· Procedure: ontvankelijkheid
Publicatie op www.rvdj.nl/2008/12

---