Aanbieding RMO advies: Tussen flaneren en schofferen

Publicatietijd: 17/04/2008 06:00

Nederland reageert eenzijdig op hangjongeren. Willen we voorkomen dat jongeren zich afkeren van de samenleving dan moeten we ze niet alleen straffen voor wat ze verkeerd doen, maar ook perspectief bieden. Goed opvoeden is immers meer dan repressie. Dit stelt de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling in het advies "Tussen flaneren en schofferen; een constructieve aanpak van het fenomeen hangjongeren" dat hij vandaag aanbiedt aan de regering.

Bestuurders staan onder druk om daadkrachtig op te treden tegen hangjongeren. Jongeren op straat kunnen namelijk voor veel overlast zorgen: lawaai, vuil, vernieling en verbaal en fysiek geweld kunnen omwonenden, jeugdwerkers en politie tot wanhoop drijven. In het verleden was er vaak een onterechte tolerantie voor dit soort overlast. De ervaring heeft inmiddels geleerd dat negeren niet werkt, omdat jongeren behoefte hebben aan grenzen.

De RMO maakt zich zorgen dat de reacties nu naar de andere kant doorschieten. De oorlogstaal van opinieleiders over hangjongeren en een steeds repressiever beleid werken averechts. Het voedt angst en intolerantie van omwonenden - niet alleen voor overlastgevende maar voor àlle jeugd - en het vervreemdt jongeren van de samenleving. Repressieve maatregelen zelf zijn duur en ook de maatschappelijke kosten ervan zijn hoog.

In zijn advies pleit de RMO daarom voor een constructieve aanpak, waarin flanerende jongeren niet over één kam worden geschoren met schofferende jongeren. Waardering voor flaneren is het begin van een positief onderscheid tussen gewenst en ongewenst gedrag. Schofferen en crimineel gedrag moeten te allen tijde krachtig worden aangepakt. Maar de straat is er ook voor de jeugd. Omwonenden kunnen een levendig straatbeeld leren waarderen, zoals ook Franse pleintjes met bankjes en petanque spelende families gewaardeerd worden.

Verder is het nodig dat we investeren in wellevendheid: van jongeren, van omwonenden en van professionals. Wellevendheid is nodig opdat betrokkenen makkelijker op elkaar af kunnen stappen, indien nodig een stevig gesprek met elkaar voeren en gesprekken niet onbedoeld escaleren.

Om de jongeren toekomstperspectief te geven, kunnen verenigingen, onderwijs en werkgevers volgens de RMO meer verantwoordelijkheid nemen om jongeren een plek in de samenleving te geven en ze bij de les te houden. De aanpak tot op heden is vooral gericht op de jongeren zelf en te weinig op de stimulerende en positieve rol die de omgeving kan spelen.