Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA1XA

Contactpersoon Ons kenmerk ASEA/LIV/2008/11154 Doorkiesnummer Datum 17 april 2008 E-mail

Onderwerp Opzet onderzoek zak- en kleedgeld

In de Kamerbehandeling over de Europese Code is het onderzoek naar het zak- en kleedgeld voor de mensen in intramurale instellingen aan de orde gekomen. Het Kamerlid Omtzigt heeft gevraagd een opzet van dit onderzoek te ontvangen. Met deze brief voldoe ik, mede namens de Staatssecretaris van VWS, aan dit verzoek.

Bij het onderzoek zal nadrukkelijk de samenhang met andere dossiers worden bekeken. Ik wijs daarbij met name op de ontwikkelingen rond de buitengewone uitgavenregeling. De omzetting van de buitengewone uitgaven in een andere regeling zal mede van invloed zijn op het besteedbare inkomen van mensen in intramurale instellingen. Immers de mensen in een intramurale instelling maken zowel vanwege de bijdrage die zij betalen voor hun verblijf in een intramurale instelling als vanwege andere uitgaven in verband met ziekte of beperkingen mogelijk gebruik van de regeling buitengewone uitgaven.

Het onderzoek richt zich niet zozeer op het zak- en kleedgeld in enge zin, maar op het besteedbaar inkomen voor verschillende groepen intramuraal verblijvenden. Het zak- en kleedgeld vormt onderdeel van de bijstandsnormen (de norm voor het zak- en kleedgeld is gekoppeld aan het sociaal minimum en het wettelijk minimumloon) en is slechts input voor de berekening van de hoogte van de eigen bijdrage AWBZ. Vrijwel alle intramuraal verblijvenden houden meer over dan zak- en kleedgeld. Er gelden namelijk voor de vaststelling van de eigen bijdragen diverse extra aftrekposten (WAJONG, 65+) en er geldt een toeslag voor de premie ziektekostenverzekering. Bovendien mogen intramuraal verblijvenden een deel van het inkomen uit arbeid dan wel ziektewetuitkering behouden.

Ik zal in het onderzoek in ieder geval nader ingaan op de positie van de WIA- en de WAO- gerechtigden. Ook zal ik op verzoek van de Kamer kijken naar de positie van de Wajongers. Het besteedbaar inkomen voor verschillende groepen in een intramurale instelling zal afgezet worden tegen het besteedbaar inkomen van mensen die niet in een intramurale instelling verblijven. Hierbij houd ik rekening met het feit dat intramuraal verblijvenden op bepaalde punten (bijv. woonlasten) minder kosten hebben dan extramuraal verblijvenden. Ik zal daarbij

Ons kenmerk ASEA/LIV/2008/11154

onderscheid maken naar 65-plussers en 65-minners en naar de mensen die een hoge respectievelijk lage eigen bijdrage Awbz betalen. Tevens zal ik voor de verschillende groepen aangeven hoe het besteedbaar inkomen zich verhoudt tot de hoogte van het zak- en kleedgeld. In het bijzonder zal aandacht worden besteed aan het deel van de inkomensten dat is vrijgesteld van eigen bijdrage en aan de verschillende toeslagen die 65-plussers en Wajong'ers bovenop het zak- en kleedgeld ontvangen.
Ik zal de Kamer ook informeren over de kosten die mensen in intramurale instellingen voor eigen rekening moeten nemen. Het onderzoek zal worden uitgevoerd op basis van de thans beschikbare databestanden bij het CAK.

De Kamer heeft mij ook gevraagd wanneer de resultaten van dit onderzoek, dat in samenwerking met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt uitgevoerd, bekend zullen zijn. In het debat met de Kamer heb ik de toezegging gedaan er alles aan te doen om de resultaten dit voorjaar beschikbaar te hebben.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(J.P.H. Donner)


---