Nederlandse zuivelsector kan zich
meten met concurrenten (persbericht)
17 apr 2008
Onderdeel: LEI
De Nederlandse zuivelsector kan zich meten met de Franse en de Duitse
zuivelsector. Dit blijkt uit een concurrentieanalyse die het LEI
(onderdeel van Wageningen UR), heeft uitgevoerd in opdracht van het
ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het Verenigd
Koninkrijk scoort op de onderzochte punten minder goed en Italië, nu
nog een kleine speler op de wereldmarkt, komt naar voren als een sterk
groeiende partij.
Op basis van statistieken is onderzocht in hoeverre de zuivelsector in
Nederland zich onderscheidt van die in Duitsland, Italië, Frankrijk
en het Verenigd Koninkrijk. Hiertoe is een vergelijking gemaakt tussen
primaire ondernemingen, de verwerkende industrie en de exportpositie
van de verschillende landen.
Nederland heeft marktaandeel verloren
Uit de analyse blijkt dat Nederland marktaandeel heeft verloren ten
opzichte van andere landen want hoewel er meer Nederlandse zuivel is
afgezet, groeide de wereldmarkt nog sterker. Door de melkquotering is
grotere groei met lokale productie wellicht niet mogelijk geweest,
maar ook de doorvoer is minder sterk gegroeid.
De Nederlandse verwerkende industrie heeft net als nagenoeg alle
andere onderzochte
landen een specialisatiegraad die net minder dan gemiddeld is. Italië
heeft een bovengemiddelde specialisatiegraad; op de exportmarkt
opereren ze eigenlijk alleen met kaas en daarmee realiseren ze een
hoge omzet per ton.
Italië scoort met kaas
De Italiaanse primaire sector heeft een hogere arbeidsproductiviteit
dan de Nederlandse doordat Italiaanse ondernemers op grotere schaal
zelfkazen. Hun speciale streekgebonden kazen hebben meer rendement per
liter melk dan de Goudse kaas die in Nederland gemaakt wordt voor de
export. Hierdoor scoort Nederland qua toegevoegde waarde net onder het
gemiddelde. Toch scoort Nederland relatief hoog in exportwaarde per
ton: van de landen met weinig zelfverwerking is Nederland koploper.
Nederland ondervindt in de kaasmarkt concurrentie van Duitsland, omdat
Duitsland
een vergelijkbaar product biedt voor een lagere prijs. Op basis van
exportstatistieken lijkt onze belangrijkste afnemer dus ook onze
belangrijkste concurrent.
Qua groei van de arbeidsproductiviteit scoort de Nederlandse
zuivelsector bovengemiddeld
ten opzichte van andere landen voor alle ketenschakels. Dit biedt een
goede
uitgangspositie voor de concurrentiepositie.
Rapport 2.08.03 Concurrentiemonitor zuivel; Analyse van de methodiek
Contact
Gemma Tacken
gemma.tacken@wur.nl
0317 484803
LEI