* woensdag 16 april 15.00 uur
Renske Gilissen
Physiological reactivity to fear in children. Effects of
temperament, attachment and the serotonin transporter gene
Faculteit: Sociale Wetenschappen
Promotoren: prof.dr. M.H. van IJzendoorn,
prof.dr. M.J. Bakermans-Kranenburg en prof.dr. R. van der Veer
De beschreven onderzoeken in dit proefschrift richten zich op de
vraag waarom sommige kinderen meer angst ervaren dan andere
tijdens twee spannende situaties: het kijken naar een spannende
film en het houden van een korte spreekbeurt. Drie factoren die
hierbij van invloed kunnen zijn werden onderzocht: het temperament
van het kind, de gehechtheid van het kind aan de ouder en een
aspect van de genetische bagage van het kind. De hoeveelheid
spanning bij 4- en 7-jarigen werd gemeten aan de hand van de
hartslag en zweetproductie. Het zien van het spannende
filmfragment bleek vooral spannend voor kinderen die van nature
angstiger zijn en een minder goede band hebben met hun ouder,
terwijl angstige kinderen met een betere band met hun ouder de
minste spanning vertonen. Kinderen met een angstiger temperament
lijken meer ontvankelijk voor de kwaliteit van de
gehechtheidsrelatie dan minder angstige kinderen. Ook vonden we
dat de hoeveelheid spanning tijdens een spreekbeurttaak
afhankelijk is van de gehechtheid van het kind en het
serotonine-transporter-gen (5-HTTLPR), waarvan in ander onderzoek
is gebleken dat varianten van dit gen kunnen samenhangen met
angst. Kinderen die een bepaalde variant van het gen hebben (de
lange variant; ll) en een veilige gehechtheidsrepresentatie lieten
op grond van hun zweetproductie de minste spanning zien tijdens de
spreekbeurttaak en lijken dus het best beschermd tijdens deze
spannende situatie.
In verband met de verbouwing in het Academiegebouw vinden de promoties
plaats in de Lokhorstkerk (Pieterskerkstraat), tenzij anders vermeld
Universiteit Leiden