Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van de leden Van Bommel en Irrgang over het vredesproces in Ivoorkust

16-04-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van Bommel en Irrgang over het uitstel van de verkiezingen in Ivoorkust. Deze vragen werden ingezonden op 13 maart 2008 met kenmerk 2070814610.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken en de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de leden Van Bommel en Irrgang (beiden SP) over het vredesproces in Ivoorkust.

Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel "Vredesproces Ivoorkust is alleen maar schijn" ?

Antwoord
Het artikel geeft aan dat de implementatie van het vredesakkoord van Ouagadougou uiterst traag verloopt: zowel het ontwapenen, het samenvoegen van het nationale leger en de Forces Nouvelles als de voortgang met het identificatieproces. Het ontwapenen en samenvoegen van beide legers ligt bijzonder gevoelig en verloopt daarom slechts langzaam. Met het identificatieproces ten behoeve van de verkiezingen is enige voortgang geboekt, maar wat president Gbagbo betreft onvoldoende om voor 1 juli 2008 verkiezingen te kunnen houden. Om die reden heeft president Gbagbo onlangs verder uitstel van de verkiezingen aangekondigd tot eind 2008. Of het houden van verkiezingen bewust wordt opgehouden is moeilijk te bewijzen.

Vraag 2
Deelt u de mening dat een scenario à la Kenia mogelijk is in Ivoorkust? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat kan volgens u gedaan worden om dit te voorkomen?

Antwoord
Of een scenario à la Kenia mogelijk is, is niet te voorzien. De dreiging dat het conflict weer oplaait, is volgens de VN gering, maar kan niet geheel worden uitgesloten. Verdere stagnatie van het vredesproces of een niet democratisch verloop van de verkiezingen zouden hier aanleiding voor kunnen zijn. Een vergelijking met Kenia is lastig te maken omdat Kenia en Ivoorkust een geheel verschillende historische context en sociaaleconomische dynamiek kennen, waardoor de oorzaken van beide conflicten verschillen. Het Keniaanse conflict ontstond nadat etnische tegenstellingen naar voren werden gebracht om de sociaaleconomische verschillen te benadrukken. Economische neergang, migratie en het nationaliteitsvraagstuk waren belangrijke oorzaken van het Ivoriaanse conflict.

In ieder geval is verdere vooruitgang met de implementatie van het vredesakkoord noodzakelijk, teneinde te komen tot normalisatie van de situatie en de kans op het opnieuw oplaaien van het conflict te minimaliseren. Het blijft daarom van belang dat de VN en de EU druk op betrokken partijen in Ivoorkust blijven uitoefenen. De sleutel tot de oplossing van het conflict ligt echter bij de Ivoriaanse leiders en partijen (aan regerings- èn oppositiezijde). Zij dienen uitvoering te geven aan de afspraken zoals neergelegd in het vredesakkoord en zijn verantwoordelijk voor de voortgang en het welslagen van het vredesproces.

Vraag 3
Wat is het standpunt van de Nederlandse regering en de Europese Unie over het feit dat president Gbagbo zich heeft ontdaan van de speciale VN-gezant die een beslissend oordeel over het verloop van de verkiezingen moest geven? Welke conclusies worden hier aan verbonden?

Antwoord
Nederland betreurt dat president Gbagbo zich heeft ontdaan van de speciale VN-gezant en beschouwt dit als tegenslag in het proces naar democratische en transparante verkiezingen. Met het vertrek van de speciale gezant zijn de taken overgedragen aan de speciaal vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN.

Vraag 4
Welke mogelijkheden ziet u voor Nederland, al dan niet in EU-verband, om het ontwapeningsprogramma (financieel) te steunen?

Antwoord
Ivoorkust is geen prioriteitsland in het Nederlandse buitenlands beleid. Nederland ziet hier voornamelijk een rol weggelegd voor de VN en de EU. De Europese Commissie ondersteunt o.a. activiteiten op het terrein van DDR.

Vraag 5
Wat is uw oordeel over het trage verloop van het identiteitsproject? Welke mogelijkheden ziet u voor Nederland, al dan niet in EU-verband, om het identiteitsproject (financieel) te steunen?

Antwoord

De identificatie komt slechts langzaam op gang, mede vanwege de ingewikkelde procedures. Op 20 december 2007 tekende president Gbagbo een nieuw decreet, waarmee de regels voor het verkrijgen van een nationale identiteitskaart werden vereenvoudigd. Ook hier ziet Nederland geen mogelijkheden om Ivoorkust financieel te steunen. De Europese Commissie ondersteunt overigens zowel het identificatie- als verkiezingsproces.

Vraag 6
Herinnert de minister voor Ontwikkelingssamenwerking zich de door hem in zijn hoedanigheid van Kamerlid, gestelde schriftelijke vragen over het uitstel van de verkiezingen in Ivoorkust nog? 2)

Antwoord
Ja.

Vraag 7
Bent u nog steeds de mening toegedaan dat de VN-Veiligheidsraad in samenwerking met de Afrikaanse Unie desnoods een tijdelijke regering zou moeten aanwijzen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, gaat u hiervoor pleiten?

Antwoord
Neen. Sinds oktober 2005 is de politieke situatie enigszins gestabiliseerd. Op 4 maart 2007 werd het vredesakkoord van Ouagadougou ondertekend. Doordat dit vredesakkoord tot stand is gekomen op initiatief van president Gbagbo en premier Soro, zonder dat de internationale gemeenschap druk heeft uitgeoefend, wordt het gezien als kansrijk. Het is derhalve thans niet meer opportuun de VN-Veiligheidsraad te vragen een tijdelijke regering aan te wijzen.

Vraag 8
Bent u nog steeds de mening toegedaan dat het vredesproces met vasthoudendheid en voldoende middelen en materieel dient te worden begeleid door de VN, gesteund door de Veiligheidsraad en de betrokken lidstaten, waarbij adequate druk moet worden uitgeoefend op zowel de oppositiegroepen als de ingestelde regering voor nationale eenheid onder leiding van president Gbagbo? Zo ja, welke middelen heeft Nederland c.q. de EU voorhanden?

Antwoord
Ja. Nederland ziet voornamelijk een rol weggelegd voor de VN en de EU. De VN dient druk op alle partijen te blijven uitoefenen om hun verantwoording te nemen en gezamenlijk te werken aan verdere implementatie van het akkoord. Ook de EU is zowel via financiering van activiteiten als in de dialoog actief betrokken bij uitvoering en ondersteuning van het vredesproces.

Vraag 9
Bent u nog steeds de mening toegedaan dat als bij deze impasse niet adequaat wordt gehandeld, het risico van hernieuwd conflict vrijwel onvermijdelijk is en dit ook een uiterst groot risico is voor de West-Afrikaanse regio? Zo ja, bent u bereid binnen de EU en de VN te pleiten voor voldoende politieke druk, materieel en middelen om te voorkomen dat het vredesproces tot stilstand komt en de wapens opnieuw worden opgenomen? Zo ja, wanneer en op welke wijze?

Antwoord
Een verslechtering van de situatie in Ivoorkust kan een negatief effect op de regio hebben. Nederland steunt daarom de inspanningen van de EU om het vredesproces te bevorderen. Mocht de situatie verder verslechteren, dan zullen wij binnen de EU en de VN pleiten voor maatregelen om te voorkomen dat de wapens opnieuw worden opgenomen.

Vraag 10
Kunt u de huidige stand van zaken aangeven omtrent het rapport van de Internationale Onderzoekscommissie inzake de mensenrechtenschendingen die gepleegd zijn tussen 2002 en 2004?

Antwoord
Via de mensenrechtencomponent van de vredesmissie in Ivoorkust (UNOCI) wordt inmiddels de implementatie van het Ivoriaanse mensenrechten actieplan ondersteund en wordt de institutionele capaciteit van het ministerie van mensenrechten en de nationale mensenrechtencommissie versterkt. Daarnaast heeft de VN-Veiligheidsraad Ivoorkust verzocht mensenrechtenschendingen te onderzoeken.

* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl