Ingezonden persbericht
PERSBERICHT
Arnhem, 15 april
2008
Ingrado: Werkleerplicht
moet scherper
Staatssecretaris Aboutaleb
en minister Rouvoet hebben de werkleerplicht niet goed uitgewerkt. De
bewindslieden richten hun pijlen op uitkeringsgerechtigde jongeren die zich
vrijwillig bij een gemeente melden. Ingrado, vereniging voor leerplicht en RMC,
vindt de uitwerking een stap in de goede richting, maar mist de aandacht voor de
jongeren die zich niet vrijwillig melden. Daarmee dreigt de werkleerplicht
voorbij te gaan aan de jongeren die nu moeilijk tot onderwijs of werk te bewegen
zijn.
Beide bewindslieden hebben
hun ideeën voor de werkleerplicht vastgelegd in een nota die in januari naar de
Tweede Kamer is gestuurd. De nota wordt woensdag 16 april 2008 besproken in een
gecombineerde vergadering van de vaste commissies voor Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de algemene commissie
voor Jeugd en Gezin. Ingrado pleit voor een meldings- en informatieplicht voor
niet-uitkeringsgerechtigde voortijdig schoolverlaters en een goed volgsysteem
voor voortijdige schoolverlaters.
Leerplichtambtenaren en
RMC-trajectbegeleiders zijn samen met het onderwijs de eerste schakel in de
ketensamenwerking die uitgevallen jongeren alsnog op weg moet helpen naar een
startkwalificatie en werk. Jongeren tot achttien jaar kunnen worden aangesproken
via de Leerplichtwet. Voor jongeren vanaf achttien jaar zijn er géén
instrumenten om dwang op uitgevallen jongeren uit te oefenen, indien zij geen
beroep doen op een uitkering en niet onder reclasseringstoezicht
staan.
De uitwerking van de
werkleerplicht zoals Staatssecretaris Aboutaleb en minister Rouvoet die
voorstellen regelt de verplichting van de gemeente om aan een jongere een aanbod
te doen voor een leerwerktraject. De jongere heeft alleen recht op een
inkomensvoorziening wanneer hij dit aanbod accepteert. Dit is zeker een stap in
de goede richting voor jongeren die zich vrijwillig melden bij de gemeente, zo
vindt Ingrado. Maar ook voor jongeren die dat niet doen is het behalen van een
startkwalificatie en arbeidsparticipatie van groot belang. De werkleerplicht in
de voorgenomen vorm biedt geen manier om de jonge vrouw te bereiken die zonder
toestemming van haar man het huis niet mag verlaten of de jongere die op
dubieuze manier in zijn onderhoud voorziet. Bovendien dreigt het risico dat
jongeren zich niet langer melden vanwege de gestelde eisen en daarmee uit beeld
verdwijnen.
Ingrado is van mening dat
in de uitwerking van de werkleerplicht te gemakkelijk is meegegaan met een
negatief advies van de Raad van State. Weliswaar was de Raad van State kritisch
over een generieke werkleerplicht, maar met betrekking tot een meldings- en
informatieplicht voor jongeren adviseerde de Raad van State slechts om bij
invoering advies te vragen aan het College bescherming persoonsgegevens en de
meldings- en informatieplicht nader te specificeren in de
wet.
Om toch zicht te houden op
uitgevallen jongeren, ook degenen die zich niet vrijwillig melden, pleit Ingrado
voor een goed volgsysteem, zoals geadviseerd door de Inspectie Werk en Inkomen.
Daarmee kunnen verschillende partners in de keten beter op elkaar aansluiten en
kunnen resultaten van beleid in beeld worden gebracht. Met een goed volgsysteem
is het bovenal mogelijk een goed aanbod voor scholing of werk te doen aan
jongeren, ook wanneer zij zelf daar niet om komen vragen.