Ministerie van Financiën

VHMF-congres

toespraak | 10-04-2008 | Utrecht, Staatssecretaris

Dames en heren,

Vorige maand heeft de Ombudsman zijn jaarverslag gepubliceerd. De Belastingdienst kwam er niet best vanaf. Over de dienst ontving hij ruim 3000 klachten. Dat is ongeveer net zoveel als het jaar daarvoor. In zijn rapport waarschuwt hij voor een verharding van de relatie tussen burger en overheid. De overheid stelt zich te arrogant op. Zij heeft te weinig oog voor kwetsbaarheid van de burger. Het kan ook anders. De titel van het verslag luidt: 'Burgerschap verzilverd'. Met deze titel maakt de Nationale ombudsman duidelijk dat het loont om te investeren in een goede relatie met de burger. Dat kan door ruimte te bieden aan persoonlijk contact en de burger serieus te nemen. En vooral door gebruik te maken van zijn betrokkenheid.

Met de oproep van de ombudsman om het anders te doen ben ik het geheel eens. De richting die hij aangeeft is ook de veranderingsrichting van de Belastingdienst. De resultaten zijn nog onvoldoende zichtbaar, maar de transformatie is wel al in volle gang. De Belastingdienst is op weg een andere organisatie te worden. Daarvoor zijn fundamentele wijzigingen nodig. Op het gebied van de automatisering. Op het gebied van het toezicht. En ook op het onderliggende gebied van wet- en regelgeving. En dat veranderen moet gebeuren in samenhang. Want als we niet op alle terreinen tegelijk in beweging komen gaat het niet lukken. Bij alles wat we aanpakken moeten we ons afvragen: brengt dit die Belastingdienst van de toekomst dichterbij of niet? Ook voor vandaag is dat de vraag die voorligt. Ik vind daarom dat de discussie over het nieuwe feit vooral niet te technisch en geïsoleerd moet worden gevoerd. We moeten vooral discussiëren tegen de achtergrond van de ambitie die we voor de toekomst hebben. Ik ben benieuwd naar de uitkomst van de discussie van vandaag. Helaas kan ik zelf niet het hele programma bijwonen. Maar mensen van het ministerie zitten in de zaal. Zij zullen mij later uitgebreid bijpraten.

Waar zijn we naar op weg? Als ik het kort moet samenvatten zeg ik: een Belastingdienst die snel opereert en het echt makkelijker maakt voor belastingplichtigen. Die vereenvoudiging sluit aan bij het speerpunt van het kabinet om de administratieve lasten naar beneden te brengen. Om Nederland concurrerend te houden moeten ondernemers niet te veel tijd kwijt zijn met het vervullen van administratieve verplichtingen. Maar het gaat er niet alleen om het makkelijker te maken. Dat is maar een kant van het ambitieverhaal. De ombudsman gaf het al aan in de titel van zijn jaarverslag. Uiteindelijk gaat het om het verzilveren van het burgerschap. De burger moet de ruimte krijgen om zijn verantwoordelijkheid te nemen. De relatie tussen Belastingdienst en burger moet platter worden. Minder hiërarchisch. Meer vormgegeven vanuit gezamenlijke verantwoordelijkheid. Daarop kom ik nog terug als ik het ga hebben over de ontwikkelingen in het toezicht.

Maar eerst de automatisering. Op dit terrein zijn we al hard bezig te moderniseren. Vorig jaar hebben we een plan van aanpak voor de vereenvoudigingsoperatie naar de Tweede Kamer gestuurd. Binnen de Belastingdienst is het Programma Complexiteitsreductie gestart. Dat is erop gericht de technische infrastructuur open en flexibel te maken. De Belastingdienst heeft nu heel veel gesloten systemen. Daardoor is de uitwisseling van gegevens tussen de systemen uiterst moeizaam. Het programma kent twee fasen. De eerste fase moet volgend jaar zijn afgerond. Daarin wordt gewerkt aan gestandaardiseerde basisvoorzieningen. Die gaat de Belastingdienst zoveel mogelijk op de markt betrekken. Die zijn nodig om de processen van de toekomst goed te ondersteunen.

In de tweede fase van het programma pakt de Belastingdienst de procesinrichting aan. In de toekomst zullen niet langer de belastingwetten centraal staan. De processen gaan draaien om de kernmomenten in het leven van particulieren en ondernemers. Of met een engels woord: de life events. Kernmomenten zijn bijvoorbeeld gebeurtenissen als overlijden, huwelijk en verhuizing. En bij een ondernemer het starten, het staken of het fuseren van een onderneming. Op zo'n moment wordt integraal gekeken naar de consequenties voor alle middelen en toeslagen. De belastingplichtigen leveren voor een deel de relevante feiten bij de Belastingdienst aan. Maar voor een groot deel kan de Belastingdienst ze betrekken van derden of uit basisregistraties. Dat betekent dat de dienst het voortouw kan nemen en burgers op maat kan attenderen. De burger hoeft zo min mogelijk lastiggevallen te worden. Hij kan op zijn persoonlijke internetpagina zijn inkomen, zijn verschuldigde belastingen en zijn recht op toeslagen zien. Via een rekening-courantverhouding kunnen de verschillende betalingsverplichtingen over en weer worden verrekend. Soms zal die verrekening direct kunnen plaatsvinden. Soms na afloop van een tijdvak.

De processen moeten de actualiteit volgen. Dat heeft uiteraard ook consequenties voor het toezicht dat de Belastingdienst uitoefent. Ook op dit terrein zijn we al volop bezig het proces minder aangiftegericht en reactief te maken. Het toezicht wordt preventiever. Het richt zich steeds meer op het verkrijgen van waarborgen dat de aangeleverde gegevens juist zijn. Daarom investeert de Belastingdienst bijvoorbeeld de komende jaren extra capaciteit in starters. Een goede begeleiding aan het begin helpt een ondernemer op het compliante spoor te krijgen en te houden. Daarom wordt ook handhavingscommunicatie consequenter als instrument ingezet. Je wilt dat belastingplichtigen het goed doen. Dan moet je heel precies vertellen wat je in een bepaalde situatie van ze verwacht.

En daarom heeft de Belastingdienst ook horizontaal toezicht ontwikkeld. Uitgangspunt is dat de Belastingdienst minder aan de achterkant wil doen en meer aan de voorkant. Minder energie steken in tijdrovende controles achteraf. En juist meer in het zoeken naar structurele oplossingen vooraf. Meer samenwerken met de partners in de fiscale keten. Minder de juridische confrontatie opzoeken. Dat bespaart tijd en geld en biedt belastingplichtigen veel eerder zekerheid.

Horizontaal toezicht betekent een fundamentele wijziging in de relatie tussen Belastingdienst en belastingplichtigen. Het vraagt een echt andere opstelling van alle partijen. Horizontaal toezicht gaat uit van vertrouwen. Het draait om de bereidheid samen verantwoordelijkheid te nemen voor een zo goed mogelijke naleving van wet- en regelgeving. Het gaat erom elkaar als partner te zien. Elkaar aan te vullen en te versterken. En vooral niet het werk over te doen dat anderen al goed hebben gedaan.

Dit jaar wil de Belastingdienst vooral aan het horizontaal toezicht binnen het MKB een impuls geven. Negen convenanten zijn al met brancheorganisaties afgesloten. Op die weg gaat de Belastingdienst verder, vooral richting fiscale adviseurs. En vooral ook gericht op de loonheffing. Samen met de grote salarisbureaus gaat de Belastingdienst kijken of er afspraken gemaakt kunnen worden over de kwaliteit van de loongegevens. Dat is nodig omdat er meer processen aan elkaar worden geknoopt. Nu het loongegeven in afgeleide processen wordt hergebruikt moet de kwaliteit omhoog. Het loongegeven moet stabiel zijn. Vanuit de optiek van rechtszekerheid is het onacceptabel als de Belastingdienst jaren later nog met correcties komt. Dat betekent dat alle afgeleide processen ook weer moeten worden herberekend. Eventueel te veel uitgekeerde toeslagen moeten worden teruggevorderd. Met alle ellende van dien voor de burgers die dat raakt.

Horizontaal toezicht betekent overigens niet dat het verticaal toezicht verdwijnt. Dat zal ook in de toekomst broodnodig blijven. Maar het zal wel van gedaante veranderen. Naarmate er minder in de aangifte te vinden is zal het toezicht zich letterlijk meer op straat afspelen. De dienst zal standaard de samenwerking met andere handhavers in de keten opzoeken. Zoals in interventie- en vrijplaatsenteams. Daarbij ondersteund door hoogwaardige intelligence.

Tot slot: het terrein van de wet- en regelgeving. Het is duidelijk dat de massale uitvoering en het toezicht gebaat zijn bij vergaande vereenvoudiging. In het plan van aanpak van de
vereenvoudigingsoperatie heb ik een paar terreinen benoemd waarop ik aan de slag wil gaan. Inmiddels heb ik bijvoorbeeld vereenvoudigingsvoorstellen voor de huurtoeslag samen met mijn collega van WWI naar de Kamer gestuurd. Maar ik denk niet dat dat voldoende zal zijn om de Belastingdienst van de toekomst overeind te trekken. Daarvoor moet het radicaler. We ontkomen er niet aan de AWR fundamenteel te herzien. We hebben de belastingheffing met z'n allen erg complex gemaakt. De Belastingdienst verstuurde afgelopen jaar ruim dertig miljoen beschikkingen. Deze hebben vaak inhoudelijk weinig betekenis. Maar ze zorgen er wel voor dat de automatisering zwaar wordt belast. Mensen snappen ze niet en raken in verwarring. Die gaan dan bellen waardoor ook onze BelTel overbelast raakt.

Ik ben er een voorstander van als het allemaal veel minder formeel wordt. De AWR moet recht doen aan de principes van vertrouwen en gezamenlijkheid. De fictie dat de inspecteur elke aangifte bekijkt moeten we loslaten. Het moet veel makkelijker worden om wijzigingen door te voeren. Zowel van de kant van de belastingplichtige als de Belastingdienst. Formaliteiten zouden we moeten reserveren voor die momenten waar dit - gelet op rechtsbescherming en rechtszekerheid - echt nodig is.

Mijn uitgangspunt is dat de AWR de Belastingdienst moet helpen efficiënt te werken. Eventuele wijzigingen moeten we vooral bezien in dat licht. In zekere zin is dat omgekeerd aan wat we gewend zijn. Uitvoering is vaak het sluitstuk van wetgeving. Voor mij is het andersom: de wensen van de uitvoering vormen de basis voor de wetgeving. Vanuit die gedachte moeten we aan de gang met de AWR. Een geheel nieuwe AWR.

Natuurlijk ben ik mij ervan bewust dat het herzien van de AWR een gigantische operatie is. En dat het een traject is dat Financiën nooit op eigen kracht kan trekken. Het kan alleen iets worden als we er met z'n allen in investeren. Er ligt geen blauwdruk klaar. Dat betekent dat we gezamenlijk moeten kijken hoe we het willen hebben. En dat is ingewikkeld omdat nog lang niet alle details van de toekomstige processen bekend zijn. Maar dat moet geen reden zijn om stil te blijven zitten. We zouden nog steeds aan de grond zitten als de gebroeders Wright niet gewoon op een dag hadden besloten te gaan vliegen. We moeten waar het kan gewoon beginnen en problemen al werkenderwijs oplossen.

En al zijn alle details nog niet uitgewerkt, de grote lijn is wel duidelijk. Uiteindelijk willen we een Belastingdienst die midden in de samenleving staat. Die open is en meedenkt en duidelijkheid biedt als dat wordt gevraagd. Die geen tijd verspilt aan onnodige formaliteiten en die de grote massa foutloos geautomatiseerd afwerkt. Die burgerschap echt heeft weten te verzilveren en gebruik maakt van alle maatschappelijk potentieel dat voorhanden is. En die hard optreedt als het vertouwen dat hij geeft wordt beschaamd. En die nog steeds voorkomt in de rapporten van de ombudsman. Maar dan als voorbeeld voor andere organisaties. Daar willen we naartoe. En we moeten met z'n allen bekijken hoe we aan dat ideaal handen en voeten geven. Daarvoor is het noodzakelijk dat we met elkaar in contact zijn en discussiëren. Daarom zijn dagen als vandaag belangrijk. Ik wens u dan ook allen een vruchtbare en inspirerende dag toe.


* Laatst aangepast: 15-04-2008