Werkgeversvereniging AWVN
Advocaten
Ontslagvergoedingen bij internationale werkzaamheden
Datum: 14 april 2008
De Hoge Raad heeft in een arrest van juni 2004 richtlijnen gegeven hoe
in internationaal verband een ontslagvergoeding moet worden belast.
Als de ontslagvergoeding een beloning is voor verrichte activiteiten
in dienstbetrekking en de activiteiten zijn in meerdere landen
verricht, dan moet het recht tot betalingheffing worden verdeeld
tussen het woonland en het werkland. Voor de verdeling wordt
aangesloten bij de referentieperiode. Deze periode omvat het jaar van
ontslag en de 4 voorafgaande kalenderjaren. Ook moest de
ontslagvergoeding worden doorbelast naar de vennootschap in het
werkland. In deze procedure staat de doorbelasting centraal.
Op 1 maart 1996 wordt X benoemd tot directeur van de Engelse tak van
een Nederlandse bank. De benoeming is voor 3 jaar. X gaat ook in
Engeland wonen. Per 1 augustus 1998 wordt de dienstbetrekking
ontbonden. X krijgt een ontslagvergoeding. In geschil is waar de
ontslagvergoeding is belast.
De Hoge Raad heeft op 11 juni 2004 een arrest gewezen op grond waarvan
redelijk duidelijke criteria zijn vastgesteld om te bepalen waar de
ontslagvergoeding van een werknemer die in internationaal verband zijn
dienstbetrekking heeft vervuld, mag worden belast. In het arrest heeft
de Hoge Raad aangegeven dat als de ontslagvergoeding een beloning is
voor verrichte activiteiten in dienstbetrekking en de activiteiten in
meerdere landen zijn verricht, het recht tot betalingheffing moet
worden verdeeld tussen het woonland en het werkland. Voor de verdeling
wordt aangesloten bij de referentieperiode. Deze periode omvat het
jaar van ontslag en de 4 voorafgaande kalenderjaren. Ook moest de
ontslagvergoeding ten laste komen van de vennootschap in de werkstaat,
met andere woorden de ontslagvergoeding moest worden doorbelast naar
de groepsvennootschappen waarvoor de activiteiten daadwerkelijk waren
verricht om tot een verdeling van de heffingsbevoegdheid te komen.
In deze procedure speelt de vraag naar de doorbelasting een cruciale
rol. In deze zaak is de vergoeding, die is betaald door de Nederlandse
vennootschap, niet doorbelast aan de Engelse tak. Op grond daarvan
stelt Hof Amsterdam dat er dan niet voldaan is aan de voorwaarden van
de Hoge Raad ter verdeling van het heffingsrecht over de
ontslagvergoeding. Hof Amsterdam stelt vast dat de ontslagvergoeding
in dat geval volledig in Nederland is belast.
De belastingplichtige is in cassatie gegaan. De Hoge Raad stelt dat de
voorwaarde van de doorbelasting alleen betekenis heeft voor het
heffingsrecht van het werkland. Aangezien X in Engeland woont, mag
Engeland als woonland dat deel van de ontslagvergoeding belasten dat
verband houdt met de tijd dat hij in Engeland zijn arbeidsactiviteiten
heeft verricht.
Vragen over internationale fiscale aangelegenheden? Neem contact op
met de AWVN-werkgeverslijn, (070) 850 86 05 of werkgeverslijn@awvn.nl.