Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Den Haag Ons kenmerk
14 april 2008 DL/4347
Onderwerp Bijlage(n)
Nadere planning Kwaliteitsagenda 1
lerarenopleidingen en Monitor beleidsagenda
lerarenopleidingen 2005-2008
Graag informeer ik u door middel van deze brief over het traject dat mij voor ogen staat voor de
totstandkoming van de kwaliteitsagenda lerarenopleidingen. Voorts bied ik u bijgevoegd de monitor
beleidsagenda lerarenopleidingen 2005-2008 aan. Allereerst ga ik in deze brief in op de
kwaliteitsagenda lerarenopleidingen, daarna geef ik een samenvatting van de bevindingen van de
inspectie.
Kwaliteitsagenda lerarenopleidingen
Zoals ik u in het Algemeen Overleg van 4 december 2007 over het actieplan LeerKracht van Nederland
heb toegezegd, zal ik een kwaliteitsagenda lerarenopleidingen opstellen. In de kwaliteitsagenda geef ik
uitwerking aan mijn plannen voor de lerarenopleidingen, zoals die beschreven zijn in het actieplan
`LeerKracht van Nederland'. Bovendien zal ik voortbouwen op de afspraken die met de HBO-raad en
VSNU zijn gemaakt in het kader van de beleidsagenda lerarenopleidingen 2005-2008. Ook zal ik de
bevindingen van de inspectie over de implementatie van de afspraken uit de beleidsagenda betrekken
bij de ontwikkeling van de kwaliteitsagenda. Daarmee wil ik een nog steviger basis leggen voor
verhoging en borging van de kwaliteit, en vergroting van de aantrekkelijkheid van de opleidingen.
Kernwoorden waar ik op inzet, zijn nieuw elan voor de lerarenopleidingen, excellentie, flexibiliteit en
variëteit. Dat kan natuurlijk niet zonder de mensen die zich elke dag inzetten voor goed onderwijs. Dit
voorjaar organiseer ik daarom een aantal (rondetafel)gesprekken en zal ik verschillende werkbezoeken
afleggen. Ik ga het gesprek aan met studenten, besturen, schoolleiders en leraren uit het afnemende
veld, vertegenwoordigers van beroepsgroepen van leraren en lerarenopleiders, de HBO-raad, de VSNU
en de andere koepels van werkgevers- en werknemersorganisaties. Voor het zomerreces van uw Kamer
zal ik de kwaliteitsagenda lerarenopleidingen afronden en u aanbieden.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/4
Inspectiemonitor beleidsagenda lerarenopleidingen 2005-2008
Op 1 juli 2005 heeft de toenmalig minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de beleidsagenda
`lerarenopleidingen 2005-2008; Meer kwaliteit en differentiatie: de lerarenopleidingen aan zet' aan uw
Kamer aangeboden. Deze beleidsagenda is tot stand gekomen in een gezamenlijk traject van OCW,
HBO-raad en VSNU en heeft tot doel de verbetering van de kwaliteit van de lerarenopleidingen in het
hbo (lerarenopleidingen basisonderwijs en vo/bve) en het wo (opleidingen voor leraren in het vho),
alsmede de verbetering van de (infrastructurele) samenwerking tussen lerarenopleidingen en verdere
verankering van het opleiden in de school. Deze beleidsagenda is op 25 januari 2006 in een Algemeen
Overleg met uw Kamer besproken.
In de beleidsagenda staat vermeld dat de resultaatafspraken met de HBO-raad en de VSNU worden
gemonitord in de periode 2005-2008. De Inspectie van het Onderwijs heeft deze monitor in de tweede
helft van 2007 uitgevoerd. Het doel van de monitor is in beeld te brengen wat de stand van zaken is van
de implementatie van de afspraken uit de beleidsagenda. In de monitor is niet de kwaliteit van de
lerarenopleidingen beoordeeld, dit is immers voorbehouden aan de NVAO.
De conclusies uit de monitor:
· De beleidsagenda betekende volgens de Inspectie voor alle lerarenopleidingen een
kwaliteitsimpuls. Met veel ambitie is door alle betrokkenen gewerkt aan de uitvoering van de
beleidsagenda.
· De belangrijkste op te leveren producten op landelijk niveau zijn grotendeels gerealiseerd. Denk
daarbij aan de reken- en taaltoets op de pabo's, kwaliteitsstandaarden voor EVC procedures,
criteria voor examinering en voor kwaliteitszorg, de uitstroomprofielen, criteria voor
samenwerking tussen scholen en lerarenopleidingen en de ontwerpen voor nieuwe
masteropleidingen.
· Op het punt van de vakinhoud stelt de inspectie vast dat de ulo's gezamenlijk voor alle vakken de
vereiste vakkennis hebben vastgelegd en dat de tweedegraadsopleidingen in dat traject
gezamenlijk ver zijn gevorderd. Ook de opleidingen voor leraren basisonderwijs zijn actief op dit
terrein, maar er is nog geen sprake van een gezamenlijk initiatief.
· Wat betreft de inspanningen van OCW stelt de inspectie vast dat inmiddels beleid is ontwikkeld om
het niveau van reken- en taalvaardigheid in het toeleidend onderwijs te verhogen, maar dat het nog
niet heeft geleid tot concrete maatregelen.
· HBO-raad en VSNU hebben verschillende aanpakken gekozen. Deze keuzes werden ingegeven door
verschillen in omvang en complexiteit. De Inspectie stelt vast dat de HBO-raad koos voor een
bestuurlijk-onderwijskundige benadering. Ze oordeelt daarover dat deze aanpak het verkrijgen van
draagvlak voor de invoering van de producten bemoeilijkte. In de aanpak die de VSNU mede dankzij
de kleinschaligheid kon kiezen, kon het ontwikkelingsproces en de samenwerking tussen alle
betrokken lerarenopleidingen meer prioriteit krijgen. De inspectie oordeelt daarover dat dit
positieve gevolgen voor de implementatie heeft gehad. Door deze verschillende benaderingswijzen
heeft niet de beoogde afstemming en samenwerking tussen hbo en wo plaatsgevonden.
· Het curriculum van een deel van de pabo's zal in 2008 nog niet volledig op orde zijn, noch zal er
sprake zijn van een goede uitvoeringspraktijk. De invoering van de reken- en taaltoets en de
blad 3/4
remediërende activiteiten die daarmee samenhangen, heeft veel energie gevraagd en dat
betekende dat dit ten koste ging van de aandacht voor andere thema's. De Inspectie concludeert
dat er een spanning blijft bestaan tussen vak- en beroepskwalificaties en mede door het
achterblijven van de kwaliteit van toetsing en examinering het hbo-niveau onvoldoende kan
worden geborgd.
· De tweedegraads lerarenopleidingen hebben geïnvesteerd in een vakinhoudelijke kennisbasis,
waardoor de curricula van verschillende hogescholen meer overeenkomsten gaan vertonen. De
tweedegraadsopleidingen zijn gevorderd met de invoering van een nieuw curriculum, maar de
inspectie verwacht dat een deel van de opleidingen in 2008 nog niet over een actueel en flexibel
curriculum zal beschikken.
· De universitaire lerarenopleidingen zullen dankzij de kleinschaligheid en de gekozen aanpak naar
verwachting eind 2008 beschikken over een nieuw curriculum dat tegen die tijd volledig ingevoerd
zal zijn. De vakinhoud en het uitstroomprofiel zijn gezamenlijk vastgelegd.
De Inspectie brengt daarnaast een aantal zaken naar voren die naar haar oordeel aandacht behoeven
bij de verdere beleidsontwikkeling. Dit betreft:
· De borging van het ho-niveau. Om dit te bereiken valt volgens de Inspectie te denken aan een
kennisbasis (voor de pabo's en tweedegraads lerarenopleidingen), een gestandaardiseerd
eindassessment en is het mogelijk op onderdelen gezamenlijk toetsen te ontwikkelen.
· De spanning tussen een brede inzetbaarheid van leraren enerzijds en de behoefte aan specialisatie
in het uitstroomprofiel anderzijds. Ten aanzien van de behoefte tot specialisatie blijken scholen dit
als een aanvullende taak voor zichzelf te zien. Het verplaatsen van de profilering naar het
vervolgleren op de werkplek vereist een stevige invulling van de scholing van leraren, meer dan nu
het geval is.
· De spanning tussen het verbeteren en borgen van kwaliteit versus het kwantitatieve lerarentekort.
De Inspectie adviseert om voor de langere termijn maatregelen te nemen die zich richten op een
goed personeelsbeleid, waarvan scholing een substantieel deel uitmaakt. Voor de korte termijn
adviseert de Inspectie dat scholen maatregelen nemen die ervoor zorgen dat leraren die onbevoegd
voor de klas staan, zo snel mogelijk beschikken over de vereiste bekwaamheden. Daarnaast vraagt
de Inspectie aandacht voor functiedifferentiatie, het doordacht inzetten van ict en van
onderwijsassistenten en voor het behouden van allochtone studenten op de lerarenopleidingen.
Op 6 maart is een gesprek met HBO-raad en VSNU gevoerd over de uitkomsten van de monitor. In dat
gesprek heeft de HBO-raad aangegeven de monitor op onderdelen te herkennen, zoals dat er veel in de
afgelopen twee jaar bereikt is, maar dat nog niet alle afspraken volledig zijn geïmplementeerd. De
HBO-raad vindt dat hoewel de inspectie aangeeft dat de invoering van de reken- en taaltoets veel
energie heeft gekost, de complexiteit van de sector qua aantal studenten, aantal opleidingen en
breedte afnemend werkveld mogelijk wordt onderschat bij de weging van de prestaties. Daarnaast
wijst de HBO-raad op initiatieven op het punt van professionalisering van het HBO-personeel in het
algemeen. De VSNU herkende zich in de bevindingen in het rapport en heeft waardering voor de wijze
waarop de inspectie deze monitor heeft afgenomen.
blad 4/4
In het gesprek is verder nagegaan welke resultaten nog in dit laatste jaar van de looptijd van de
beleidsagenda door OCW, de HBO raad en / of VSNU moeten worden behaald, respectievelijk welke
activiteiten daarvoor worden ondernomen. Het gaat daarbij om de volgende resultaten en/of
activiteiten:
· De tweedegraads lerarenopleidingen en de pabo's die de invoering van de uitstroomprofielen nog
niet gerealiseerd hebben, zullen dit proces afronden voor september 2008.
· De HBO-raad zal de landelijke benchmark over klanttevredenheid in de vorm van een HBO-breed
studenttevredenheidonderzoek in 2008 uitvoeren. Op basis daarvan zal de benchmarking
plaatsvinden.
· De HBO-raad zal medio 2008 een nadere monitor rondom remediering reken- en taalvaardigheden
binnen de pabo's presenteren.
· De bekostigde HBO Master Leren & Innoveren zal, naar verwachting, in augustus 2008 van start
gaan op diverse hogescholen.
· Dit jaar zal de VSNU overleg voeren met de betrokken faculteiten over het universitaire draagvlak
betreffende vakinhoudelijke eindtermen voor de eerstegraads opleidingen, een monitor over de
implementatie van de procedure voor toekenning van eerder verworven competenties (EVC's)
uitvoeren en zal zij een vervolgbrochure `Opleidingsdidactiek in partnerschap' uitbrengen met
daarin een theoretische beschouwing over wat de intensievere samenwerking tussen scholen en
opleidingsinstituten betekent voor de didactiek van het opleiden van nieuwe leraren.
· De standaard voor de interne kwaliteitszorg van de universitaire lerarenopleidingen zal binnen
enkele weken beschikbaar komen
· De inventarisatie van rendementsbevorderende maatregelen op de universitaire
lerarenopleidingen zal in de loop van 2008 gepubliceerd worden.
In de kwaliteitsagenda lerarenopleidingen zal ik ingaan op de gevolgen die ik aan de monitor wil
verbinden. Ik stel in ieder geval vast dat de monitor mij sterkt in mijn opvatting om in de
kwaliteitsagenda nader uitwerking te geven aan de onderwerpen die ook in het actieplan LeerKracht
van Nederland zijn geagendeerd, zoals het streven naar verdere ontwikkeling van de kennisbasis en het
gezamenlijk opstellen van eindtermen en toetsen. Bij de vaststelling daarvan zal ik zelf een rol
vervullen.
De vraag of met de beleidsagenda lerarenopleidingen 2005-2008 ook is bereikt dat elke
lerarenopleiding van voldoende kwalitatief niveau is, is aan de orde bij de accreditatie van de
opleidingen die uiterlijk in 2009 en 2010 worden afgerond. De NVAO zal zoals aangekondigd in het
Actieplan LeerKracht van Nederland - het accreditatietraject op onderdelen intensiveren.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart